Lastige vragen over Hoek van Holland

In Griekenland leidde het doodschieten van een 15-jarige jongen door de politie eind vorig jaar tot een volksopstand. Hier leidt het uiteenschieten van een strandfeest, waarbij een negentienjarige jongen om het leven kwam en zes anderen werden verwond, vooral tot een discussie over voetbalhooligans.
25 augustus 2009

HoekvanHolland

Door Pepijn Brandon

Terugkijkend naar de beelden op Youtube is het nog een wonder dat het aantal slachtoffers op zeven is blijven steken. Stel dat de aanleiding voor de schietpartij inderdaad zou zijn geleverd door onderlinge gevechten tussen feestgangers, zoals in eerste instantie werd beweerd. Dan nog zou een onderzoek de vraag moeten beantwoorden of met scherp schieten werkelijk de enige manier was om in te grijpen.

Maar alles wijst erop dat die eerste versie niet klopt. Bronnen bij de politie stellen dat alle kogels op het strand door agenten werden afgevuurd. En ooggetuigen, ondersteund door beelden op Youtube, vertellen dat agenten in burger die werden belaagd door een groep hooligans de eerste waren die schoten losten. Een uit de hand gelopen confrontatie tussen de politie en een harde kern van Feyenoord-supporters is in deze variant het startsein voor het drama. Dat roept allerlei vervolgvragen op. Bijvoorbeeld hoe het kan dat deze confrontatie werd gezocht en gevonden te midden van een strandfeest. En of de keuzes die de politie vooraf en ter plekke heeft gemaakt, inclusief de keuze om agenten in burger de menigte in te sturen, gericht waren op escalatie of de-escalatie.

Ongetwijfeld was er van alles mis tijdens Sunset Grooves. Aanwezigen stellen dat de sfeer gespannen was vanaf het eerste moment. De feestorganisator en de gemeente lijken samen de ideale randvoorwaarden te hebben gecreëerd voor een gigantische rel. Op een broeierige zomerdag werden 30 duizend mensen binnengelaten op een terrein dat was ingericht op de helft. De aanwezige beveiliging werd vooral ingezet om flesjes water uit tassen te verwijderen, zodat er meer drank verkocht kon worden. De gemeente op haar beurt lijkt in alle opzichten te hebben gefaald in haar functie van toezichthouder, en compenseerde dat vervolgens met harde repressie.

In alle reacties uit gevestigde hoek lijkt de mening te overheersen dat de politie het voordeel van de twijfel moet krijgen. Dat dit de insteek is van de VVD hoeft niet te verbazen. Maar ook de SP doet voor rechts onder in het blinde vertrouwen in de vertegenwoordigers van orde en gezag. Op basis van de uiterst minieme informatie die direct na de gebeurtenissen bekend was, stelde Ronald van Raak: ‘Wie relt tegen de politie, relt tegen de samenleving. Dat kan niet.’ Maar het is zelfs nog niet bekend of het slachtoffer van de politiekogels direct bij deze rel betrokken was, laat staan de duizenden anderen die in levensgevaar werden gebracht.

Meerdere keren in de afgelopen jaren trad te politie op met grof geweld tegen feestgangers. In Pijnacker in 2006 werden honden en de wapenstok gebruikt om deelnemers aan een oranjefeest uit elkaar te drijven. Ook toen werden beledigingen en bedreigingen in de richting van de agenten aangevoerd als reden voor het optreden. Onafhankelijk onderzoek toonde later aan dat de politie zelf in eerste instantie escalerend had opgetreden, en vervolgens excessief geweld had gebruikt. Zulk onafhankelijk onderzoek zou ook hier op zijn plaats zijn, in het belang van de slachtoffers en om herhaling te voorkomen. Maar een onafhankelijk onderzoek komt er alleen als er politieke druk wordt uitgeoefend in die richting. En voorlopig lijkt in Den Haag iedereen ermee tevreden dat de hoofdverantwoordelijkheid voor het drama niet wordt gelegd bij de politie, gemeente en feestorganisatoren, maar bij ‘hooligans’.

Nog een geluk dat de relschoppers er in dit geval zo oerhollands uitzagen. Anders had Hoek van Holland nog een maand stof kunnen opleveren voor debatten over de achterlijke cultuur van het rifgebergte of de verderfelijke invloed van gangsta-rap. Maar wijzen naar een harde kern van gewelddadige voetbalsupporters vervult ongeveer dezelfde functie: moeilijke vragen over hoe het zover kon komen hoeven niet meer gesteld te worden. En ondertussen is in alle stilte één van Wilders’ programmapunten in praktijk gebracht: de politie heeft een keer serieus kunnen oefenen met schieten met scherp.