Komische comeback van Michael Moore

Filmmaker, activist en criticus Michael Moore, die met name bekend is geworden door zijn documentaire Fahrenheit 9/11, is een aantal jaren weg geweest. Hij maakt zijn comeback met de documentaire Where to Invade Next.
14 april 2016

Door Ercan Demir

Ondanks de titel en zijn eerdere anti-oorlogsdocumentaires, legt deze film vooral de sociale, economische en politieke problemen van de VS pijnlijk bloot. Misschien zou je verwachten dat het rijkste en machtigste land ter wereld zijn binnenlandse zaken voor elkaar zou hebben, maar niets is minder waar.

Moore neemt de sociaal-economische problemen uit eigen land mee naar verschillende Europese landen en gaat op een humoristische manier op onderzoek uit hoe andere landen het beter geregeld hebben: problemen zoals de grote kloof tussen rijk en arm, de slechte condities van de arbeiders op de werkvloer, de oorlog tegen drugs, agressie en racisme van de politie.

De film begint komisch. Moore is uitgenodigd door de Chief of Staff van het Pentagon, die na jaren van onsuccesvol oorlog voeren advies vraagt aan Moore wat ze moeten doen. Deze komt met een plan en geeft aan dat hij zichzelf wil opofferen als een eenmansleger dat verschillende landen wil bezetten en vervolgens de oplossingen en ideeen meenemen naar eigen land. Tijdens zijn voorstel zie je allerlei fragmenten voorbijkomen van rellen, politiegeweld, Occupydemonstraties en mensen die in Ferguson de straat op gaan.

Zijn eerste reis is naar Italië waar hij zowel met arbeiders praat als met fabrieksmanagers. Het valt hem op dat mensen er gelukkig, gezond en productief uit zien: ‘Iedereen ziet eruit alsof ze net seks hebben gehad.’ Met volle verbazing hoort Moore aan dat arbeiders acht weken per jaar vrij zijn, vakantiegeld krijgen en twee uur pauze op een dag hebben, iets wat ongekend zou zijn in de VS. In Frankrijk ziet hij hoe gratis schoolmaaltijden op scholen worden klaargemaakt ‘alsof er gekookt wordt in een driesterrenrestaurant’, een schokkend contrast met de kinderen in VS.

Tijdens zijn ontdekkingsreis door Europa ontdekt hij dat de hoogst opgeleide mensen uit Finland komen, maar vier uur per dag naar school gaan en nauwelijks of geen huiswerk mee krijgen. In Slovenië heeft niemand een studieschuld omdat studeren gratis is. In Duitsland wordt voor een werkweek van 36 uur uitbetaald voor 40 uur, als je last heb van stress kun je drie weken lang gratis gebruikmaken van een kuuroord en een werkgever mag je niet in vrije tijd of op vakantie lastigvallen.

Stomverbaasd hoort Moore in Portugal van politieagenten dat drugs niet verboden zijn en dat daardoor overlast en criminaliteit minimaal zijn. In Noorwegen bezoekt hij een gevangenis waar de gedetineerden vrij leven en zelfs nog steeds stemrecht hebben. In IJsland bekleden veel vrouwen een topfunctie en in Tunesië is de gezondheidszorg gratis.

Ondanks dat hij in zijn film zegt ‘Ik kom de bloemen plukken en niet het onkruid’, negeert hij zodanig de structurele problemen van deze landen dat de kern van het verhaal niet echt geloofwaardig overkomt. Zo zegt hij bijvoorbeeld niets over de anti-islamhouding van Duitsland, de opkomst van rechts extremisme in Frankrijk en de jeugdwerkloosheid van 44 procent in Italië. De film is dan ook eerder een komische dan een informatieve documentaire geworden. Toch is het al met al een leuke comeback van Michael Moore.