Koerden gevangen in imperialistische intriges

De bomaanslagen in Ankara lieten zien dat de moeizame relatie tussen de Koerden en de Turkse staat een centrale kwestie is in de snel verdiepende crisis in het Midden-Oosten.
30 oktober 2015

Door Alex Callinicos

De Koerden hoorden bij de belangrijkste verliezers van de imperialistische opdeling van het Osmaanse Rijk aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. Ze kregen niet het recht op zelfbeschikking en werden verdeeld tussen Iran, Irak, Syrië en Turkije.

Het belang van de Koerden in Turkije is deels het gevolg van hun sociale gewicht. Het World Fact Book van de CIA schat dat ze achttien procent van de bevolking vormen, waarvan er twee tot vier miljoen in Istanbul wonen. Maar het is ook het resultaat van het hardnekkige gewapende verzet dat de Koerdische Arbeiders Partij (PKK) voert sinds midden jaren tachtig in Zuidoost-Anatolië, waar de meeste Koerden geconcentreerd zijn.

Na de overwinning van de islamistische AKP onder Recep Tayyip Erdoğan in 2003, bewogen de Turkse regering en de PKK lange tijd, heel langzaam, in de richting van een vredesovereenkomst. Hierdoor zou Koerdistan beperkte autonomie krijgen en de Koerdische taal en cultuur zouden niet langer vervolgd worden.

In het laatste jaar staat het vredesproces onder toenemende druk, om twee redenen. Allereerst verliet het regime van Bashar al-Assad de Koerdische gebieden aan de andere kant van de grens in Syrië, en kon de Syrische tegenhanger van de PKK deze onder controle krijgen. Assad probeerde waarschijnlijk problemen te veroorzaken voor Erdoğan, die tot overeenstemming wilde komen met de PKK, maar niet als dat betekende dat hun invloed zich uitbreidde.

Ten tweede won de aan de PKK gelieerde Democratische Volkspartij (HDP) 13,12 procent van de stemmen in de Turkse algemene verkiezingen van afgelopen juni. Dit was genoeg om de AKP een parlementaire meerderheid te ontzeggen. Wat nog erger is, vanuit Erdoğan’s oogpunt, is dat dit resultaat de AKP ervan weerhoudt de grondwet te veranderen om de president – de post die hij nu bezet – meer uitvoerende bevoegdheden te geven.

Antagonisme

Het resultaat is een toenemend antagonisme tussen de Turkse staat en het Koerdische volk. Het staakt-het-vuren tussen het leger en de PKK is geschonden en in de tweede ronde van de parlementaire verkiezingen slaat Erdoğan de trom van Turks nationalisme.

Dit is verschrikkelijk nieuws voor de Koerden, maar het betekent ook moeilijkheden voor de westerse imperialistische machten.

Allereerst zijn er lopen de doelen omtrent Syrië uiteen. Erdoğan wil, zoals de heersers van Saudi-Arabië en Qatar, Assad geheel omverwerpen, terwijl hij verschillende Jihadistische groepen in Syrië adviseert en financieel ondersteunt.

De VS willen nog steeds af van Assad, maar is bezorgder over ISIS. De Koerdische strijders in Syrië hebben bewezen dat ze de meest effectieve militaire bondgenoten zijn die de VS heeft gevonden tegen ISIS. Dus toen de oorlogsvliegtuigen van Turkije hen in de zomer op de korrel begonnen te nemen, klaagden zijn westerse NAVO-bondgenoten.

De Europese vluchtelingencrisis is een andere complicerende factor. De aanvraag van Turkije voor lidmaatschap van de Europese Unie bevindt zich al jaren op een dood spoor. Ogenschijnlijk was dit vanwege de recente autoritaire draai van Erdoğan. De echte reden was racistische oppositie in lidstaten als Frankrijk, Duitsland en Oostenrijk tegen het EU-burgerschap van tachtig miljoen moslims.

Nu huisvest Turkije twee miljoen Syrische vluchtelingen. De EU-leiders hopen dat Erdoğan de toestroom via Turkije naar Europa kan stoppen. Maar hij heeft duidelijk gemaakt dat dat niet voor niks kan.

Afgelopen week beloofde een top een EU-actieplan – een subsidie van drie miljard euro, zonder visum reizen in Europa voor Turkse burgers en hernieuwde onderhandelingen over toetreding van Turkije tot de EU. Een ambtenaar zei: ‘Ik heb de EU nog nooit zo toeschietelijk gezien naar Turkije, nog nooit… Het is alsof Sinterklaas is aangekomen.’

De Financial Times rapporteerde dat Brussel een rapport achterhoudt met kritiek op het schenden van de mensenrechten door Erdogan, tot na de verkiezingen in november.

De ironie is dat de EU Turkije de nek toekeerde toen Erdoğan op zijn meest liberaal was. Ze vallen nu over elkaar heen om hem te coöpteren, terwijl hij er alles aan lijkt te doen om de oorlog met de Koerden nieuw leven in te blazen. Het lijkt erop dat de Koerden, net als een eeuw geleden, weer het slachtoffers worden van manoeuvres tussen de imperialistische machten en lokale heersers.

Dit is een vertaling van Socialist Worker.