Klokkenluider in Bosnië: het ‘vuile geheim’ van VN-interventies
Door Angela Ettema
In 1998 solliciteert Bolkovac, dan als rechercheur werkzaam bij de politie in Nebraska, op de functie van waarnemer bij de Internationale Politietaskforce (IPTF) in Bosnië. Ze komt in dienst van DynCorp, een particulier bedrijf dat allerlei diensten levert aan het Amerikaanse ministerie van Defensie. Al tijdens een trainingsweek hoort ze een mederekruut zeggen dat hij weet ‘waar je lekkere twaalf- tot vijftienjarigen kan krijgen’. Er valt een pijnlijke stilte en Bolkovac hoopt dat ze het verkeerd verstaan heeft.
In Bosnië gaat Bolkovac aan de slag als mensenrechtenrechercheur. Al bij het eerste geval van corruptie dat ze aanpakt, blijkt dat DynCorp-medewerkers één front vormen om de schuldigen de hand boven het hoofd te houden. Als ze gaat werken voor een project om geweld tegen vrouwen te bestrijden, lukt het voor het eerst om in Bosnië een dader van huiselijk geweld te veroordelen. Hierop beginnen steeds meer mishandelde vrouwen de IPTF om hulp te vragen.
Vrouwenhandel
Dan komt ze in contact met een meisje dat op de vlucht is voor een vrouwenhandelaar. Het meisje, Victoria, vertelt dat ze is ontsnapt uit de nachtclub Florida. Bij een bezoek aan de inmiddels verlaten nachtclub vinden Bolkovac en haar collega een dikke stapel Amerikaanse dollars en de paspoorten van tien jonge meisjes uit Oekraïne, Moldavië en Roemenië. Ook treffen ze zeven meisjes aan, die daar zijn opgesloten. De vaak minderjarige meisjes zijn door vrouwenhandelaars naar Bosnië gebracht en tot prostitutie gedwongen. Hun paspoorten zijn afgepakt. De meisjes durven niet tegen hun onderdrukkers te getuigen. ‘We willen niet in de rivier aan ons einde komen’, verklaart één van hen.
Bolkovac ontdekt steeds meer hotels en cafés met Amerikaanse namen waar jonge meisjes gedwongen worden tot prostitutie. Ook vinden meer vrouwen de weg naar haar bureau om hun verhaal te vertellen. In het door oorlog ontwrichte land ruiken mensenhandelaars hun kans. ‘Het land was in een mum van tijd helemaal vergeven van de bordelen die, gemaskeerd als cafés, bars en hotels, hun diensten aanboden in de nabijheid van militaire bases, waar niet alleen soldaten waren, maar ook honderden DynCorp-werknemers’, schrijft Bolkovac.
Als particulier bedrijf dat uiterst lucratieve contracten afsluit met de Amerikaanse staat, heeft DynCorp er belang bij misstanden in de doofpot te stoppen omdat een missie ‘zonder incidenten’ forse bonussen oplevert. DynCorp-medewerkers worden dus door niemand gecontroleerd en staan in feite boven de wet. Velen grijpen deze kans aan om zich ongestraft schuldig te maken aan mishandeling en verkrachting. Een hoge Amerikaanse IPTF-functionaris geeft Bolkovac te kennen dat ze ‘haar tijd verspilt’ aan deze zaken, want ‘het zijn maar prostituees’.
Intimidatie
Als een groep van zestien slachtoffers van vrouwenhandel zich meldt om verklaringen af te leggen, begint Bolkovac haar grootste zaak tot dan toe. De meisjes geven gedetailleerde beschrijvingen van lokale en internationale politiefunctionarissen die klant bij hen waren. Bolkovac stelt een gedetailleerd rapport op, waarvan ze drie exemplaren aan haar superieuren geeft.
Maar al de volgende ochtend blijkt dat informatie uit het rapport gelekt wordt aan de verdachten zodat zij vast een alibi kunnen verzinnen. Rechercheurs worden onder druk gezet om de zaak te laten rusten. ‘Intimidatie was dus een tactiek die niet alleen door vrouwenhandelaars werd toegepast. Ook in de missie begon het een effectief instrument te worden om functionarissen op de werkvloer de mond te snoeren.’
Woedend dat er opnieuw een onderzoek getorpedeerd is, stuurt Bolkovac een mail aan haar collega’s met de titel ‘lees dit niet als je een zwakke maag of een slecht geweten hebt’. Hierin beschrijft ze het gruwelijke lot van de door criminelen tot prostitutie gedwongen meisjes en legt ze nogmaals het verschil uit tussen prostitutie uit vrije wil en vrouwenhandel.
Op deze mail krijgt ze van diverse collega’s positieve reacties. Een functionaris die zich altijd tegen het mensenrechtenwerk voor ‘prostituees’ had gekeerd, dreigt haar naar huis te sturen. Na een degradatie en een lange reeks pesterijen, wordt ze uiteindelijk onterecht beschuldigd van fraude en ontslagen.
Ook wordt haar te verstaan gegeven goed uit te kijken omdat ze anders wel eens een ‘ongeluk’ zou kunnen krijgen. Ondanks alle intimidaties zet Bolkovac door. Ze maakt bezwaar tegen haar ontslag en sleept DynCorp voor de rechter.
Moed
Bolkovac’ rol als klokkenluider heeft geleid tot veel media-aandacht, die met het uitkomen van het boek en de film over haar verhaal alleen nog maar toeneemt. Boek en film zijn een terecht eerbetoon aan de zeldzame mensen die de moed hebben om op te staan tegen de wantoestanden waarmee zogenaamde vredesoperaties maar al te vaak gepaard gaan.
Martina Vandenberg van Human Rights Watch noemt vrouwenhandel het ‘vuile geheim’ van VN-interventies overal ter wereld, en stelt dat de beschuldigingen eigenlijk geen verrassing zijn. Na de zaak-Bolkovac wist DynCorp het schandaal zo te spinnen dat het bedrijf een ‘nieuwe bedrijfscultuur’ had. Zo kreeg DynCorp opnieuw een contract met de Amerikaanse staat, nu voor politieactiviteiten in Irak. En hoewel ook hier sprake was van wangedrag, tot moord en verkrachting aan toe, werd het contract later moeiteloos verlengd.
Klokkenluider in Bosnië levert geen expliciete kritiek op het Amerikaanse militair ingrijpen in landen als Bosnië, Irak en Afghanistan, maar geeft wel een ontluisterend beeld van de gevolgen ervan voor de plaatselijke bevolking.