Klimaatvonnis: een historische overwinning

24 juni 2015 is een dag die de geschiedenis in zal gaan als een stap vooruit voor de rechtspraak over aansprakelijkheid voor een goed klimaatbeleid. De rechtbank in Den Haag deed uitspraak over de Nederlandse klimaatzaak aangespannen door Stichting Urgenda en 886 burgers die eisen dat de Nederlandse staat klimaatbeleid voert op basis van wetenschap in plaats van de grillen van de markt.
26 juni 2015

Door Chihiro Geuzebroek

De rechtszaal zit vol met pers en mede-eisers als de rechters binnenkomen en plaatsnemen. Dit is het grote moment. Velen hadden voorspeld dat het nooit zover zou komen, anderen menen dat het voorkomen van deze zaak in de rechtszaal al een overwinning was, enkele uitzonderingen durven slechts te hopen op een overwinning voor klimaatgerechtigheid.

Het voorgelezen, ingekorte, vonnis luidt dat de rechters Urgenda ontvankelijk stellen als klager en gelijkstellen in de eis dat de Staat de uitstoot van broeikasgassen minimaal met 25 procent moet reduceren voor het einde van 2020 (referentiejaar 1990) en dat de Staat derhalve verantwoordelijk wordt gesteld voor het betalen van de proceskosten binnen 2 weken. De emotie onder de toehoorders kan niet langer onderdrukt worden. Een luid applaus barst los in de zaal en na het vonnis wordt er geknuffeld en gefeliciteerd onder mede-eisers die elkaar nog niet eerder hebben ontmoet.

Marjan Minnesma, directeur van Urgenda, wordt weldra omringd door pers voor een eerste reactie: ’De rechter zegt “Ik mag hierop ingrijpen” er is een rechtsplicht. Klimaat verandering is zo ernstig. Ik ga als rechter zeggen: Staat gij zult uw burgers beschermen. Dat is nog nooit gebeurd.’

Dit is de eerste keer dat een rechtbank uitspraak doet en een regering beveelt klimaatbeleid af te stemmen op de zorgplicht en de randvoorwaarden die natuurwetenschappen stellen voor een leefbaar klimaat. Het vonnis berust met name op het vaststellen dat de staat een onrechtmatige daad pleegt – een rechtsfiguur in privaatrecht die partijen rechtelijk kan beschermen in het geval van dreigende schade door onbehoorlijk of onrechtmatig handelen.

De zaak opent deuren voor milieuorganisaties en burgers wereldwijd. De volgende klimaatzaak zal plaatsvinden in België, waar bijna 9000 burgers samen met bekende Belgen zich hebben verenigd en de Belgische Staat hebben gedagvaard voor schadelijke nalatigheid adequate reducties te maken in uitstoot van broeikasgassen.

Verweer van de staat

Deze zaak is ook bijzonder omdat de rechter een aantal drogredenen van de Staat aangedragen door de verdediging in deze zaak heeft verworpen. Allereerst: doen alsof Nederland maar een klein land is en het zinniger is de aandacht te verleggen naar China. Naast dat per hoofd van de bevolking Nederland in 2012 een voetafdruk had van 11,72 ton CO2-equivalent en China 9,04 ton, is er in de rechtszaak erkend dat Nederland als klein land nog steeds een proportionele verantwoordelijkheid heeft en die op dit moment niet nakomt. Nederland staat bijna onderaan de lijst van Europese landen wanneer het gaat over energietransitie, met 3,8 procent duurzame energie. De rechter stelt vast dat als Annex 1 land Nederland niet onder haar verantwoordelijkheid mag uitkomen en de Europese doelstelling om 25-40 procent te reduceren in uitstoot voor 2020 niet mag missen.

Ten tweede heeft de rechter aangegeven dat hoge kosten en negatieve effecten voor marktpositie niet als excuus opgevoerd kunnen worden om adequaat klimaat beleid na te laten. Er is geld, de kosten zijn niet te hoog en andere landen zoals Duitsland, Denemarken en Engeland stellen hun uitstoot reductie-doelstellingen zelfs naar boven toe bij omdat de noodzaak zo hoog is en het venster sluitende is om op hol geslagen klimaatverandering te voorkomen. Het herroepen van de retoriek dat zorgplicht voor publiek welzijn te duur is, is essentieel in strijd voor klimaat gerechtigheid.

Tenslotte het verweer van de Staat dat politiek enkel en alleen aan de politici overgelaten moet worden en dat de rechter zich er niet mee mag bemoeien. Wat wellicht klinkt als een nobel appel voor gescheiden machten in de trias politica, komt eigenlijk neer op een houding waarbij de staat boven de wetgeving wordt geplaatst. Betrokken burgerschap? ‘Dien maar een motie in’, oppert de advocaat van de staat op een bepaald moment oneerbiedig. De advocaten van Urgenda en mede-eisers stellen echter vast dat klimaat politiek op slot zit, observeren de mislukking van de politiek, uitblijven van verdeelsleutel in verantwoordelijkheden, kosten en deadlines voor natie staten en ziet dat we dankzij gevoerde beleid afstevenen op 4 graden Celsius opwarming: een totale crash van ecosystemen en de mensheid.

Tipping point

Het wordt nu spannend of het momentum van deze overwinning een tipping point kan zijn voor climate justice en aansprakelijkheid van de politiek. Vooral met het oog op de cruciale VN besprekingen over klimaat beleid in Parijs vanaf 30 november, waar niks minder dan 8-10 procent reductie per jaar wereldwijd volstaat. Deze ‘conference of parties’ van de VN worden echter gekenmerkt door steevast uitstel van uitvoering van reductie spelletje te spelen en lasten af te schuiven op de ander. En de vraag is of de Nederlandse staat, die niet wil luisteren naar de wetenschap, zich wel gaat schikken in dit vonnis of in hoger beroep gaat.

Cynisme en (valse) hoop zijn echter twee kanten van dezelfde munt: een afleiding van het daadwerkelijke speelveld. Wij zijn aan zet. De kracht van civil society vinden we in gezamelijke actie. Deze overwinning smaakt naar meer.

Zie ook de video van het vonnis.In Amsterdam vinden de op 4 juli de climate games plaats, en in augustus is in Rheinland een klimaatkamp.