Kiezers Turkije wijzen militair regime af in referendum

De kiezer moest zich uitspreken over 26 wijzigingen in de grondwet van 1982, die een product was van het militaire regime. Als gevolg van de ja-stem is het verbod op het vervolgen van de coupplegers van 1980 afgeschaft. Ook kunnen militairen voortaan vervolgd worden door civiele rechters, in plaats van door militaire tribunalen. Het parlement en de president krijgen meer zeggenschap over het benoemen van rechters. Algemene stakingen zijn niet langer verboden en ambtenaren krijgen het recht om te staken.
Het pakket werd aan de bevolking voorgelegd door de islamistisch georiënteerde regeringspartij AKP. Dat was voor de oppositiepartijen (de kemalistische CHP en de fascistische MHP) de belangrijkste reden om zich tegen de grondwetswijziging te keren. De oppositiepartijen probeerden de bevolking angst aan te jagen door te beweren dat een ja-stem zou leiden tot de invoering van de sharia. Een afdeling van de CHP liet zelfs een affiche maken dat suggereerde dat na een ja-stem moslimvrouwen ‘er zouden uitzien als nonnen’, waarmee ze zowel moslima’s als de christelijke minderheid wisten te schofferen.
Secularisme
Sinds de stichting van de Turkse republiek in 1923 door Mustafa Kemal Atatürk heeft het leger zichzelf altijd beschouwd als hoeder van het secularisme en de eenheid van de staat. Alles wat werd gezien als bedreiging daarvan werd met harde hand onderdrukt. De Koerden mochten jarenlang hun taal en cultuur niet uiten en werden gedwongen tot assimilatie. Het leger heeft de afgelopen decennia herhaaldelijk ingegrepen door middel van staatsgrepen.
De linkse beweging was een van de grootste slachtoffers van de staatsgreep van 1980. Vele activisten werden gemarteld en zaten jarenlang in de gevangenis. Maar de meeste groeperingen binnen links hebben nooit gebroken met de dominante ideeën van kemalisme en stalinisme. Daardoor gingen ze bij dit referendum mee in de nationalistische en islamofobe retoriek van de oppositie.
De zusterorganisatie van de IS, DSIP (Devrimci Sosyalist Isci Partisi, Revolutionair-socialistische arbeiderspartij) voerde daarentegen samen met andere activisten een dynamische campagne onder het motto ‘het is niet genoeg, maar wij zeggen ja’. Ze argumenteerden dat de grondwetswijzingen een stap vooruit waren, en een betere uitgangspositie boden om de strijd voor meer democratische rechten voort te zetten. In de Koerdische gebieden sloten ze zich aan bij de oproep van de grootste Koerdische partij, BDP, om het referendum te boycotten omdat er geen rekening was gehouden met de wensen van de Koerden.
In verschillende steden hielden ze flyeracties en bijeenkomsten om hun standpunt over het voetlicht te brengen. Hoezeer delen van links zijn afgegleden blijkt uit het feit dat ze in Istanbul en Izmir campagnebijeenkomsten verstoorden door sprekers met eieren en groene verf te bekogelen.
Meerderheid
In het westen van Turkije stemde een grote meerderheid voor de grondwetswijzigingen, terwijl in de Koerdische gebieden miljoenen Koerden het referendum boycotten. De gebieden waar de bevolking nee heeft gestemd bevinden zich voornamelijk in de welvarende westelijke kuststrook. Het was vooral de stedelijke hogere middenklasse die nee stemde om de status-quo te handhaven.
In de miljoenenstad Istanbul stemden de kiezers in de arme arbeiderswijken in grote meerderheid ja. De nee-stemmers kwamen vooral uit de buurten waarin hogere inkomensgroepen overheersen.
Het feit dat een meerderheid in Turkije de macht van het leger wil beperken is een klap in het gezicht van de Ergenekon-organisatie, een schimmig netwerk dat terechtstaat vanwege diverse staatsgreeppogingen in de afgelopen jaren. Het is een nederlaag voor de fascistische MHP, die zelfs in de gebieden waar ze traditioneel sterk is geen meerderheid voor een nee-stem wist te bewerkstelligen. Het is ook een afgang voor de kemalistische CHP, wier leider Kemal Kilicdaroglu er door zijn eigen schuld niet eens in slaagde zijn eigen nee-stem uit te brengen.
De campagne ‘het is niet genoeg, maar wij zeggen ja’, waarbinnen DSIP op straat, op bijeenkomsten en in de media een bepalende rol speelde, heeft laten zien dat er potentieel is voor een massale oppositiebeweging ter linkerzijde van de AKP. Activisten verloren dan ook geen tijd en kwamen meteen op de ochtend van 13 september in actie om vervolging van de coupplegers van 1980 af te dwingen. In Istanbul, Izmir, Ankara, Samsun, Balikesir, Van en Bursa vervoegden ze zich bij plaatselijke rechtbanken om een klacht in te dienen tegen couppleger generaal Kenan Evren en zijn medeplichtigen.