Keystone pijpleiding: dreigende klimaatcatastrofe

In de VS bestaan plannen voor een nieuwe oliepijpleiding, van de Canadese staat Alberta tot Texas en Illinois. Milieuactivisten en burgers uit de VS en daarbuiten voeren actie ertegen sinds de aankondiging. De pijpleiding zou een ramp betekenen.
20 april 2015

Door Thom van Laar

De Keystone-pijpleiding is een verlenging van een reeds operationele pijpleiding te Canada. De pijpleiding is er nog niet, maar de segmenten liggen wel klaar. Tegelijkertijd staken 6500 medewerkers van olieraffinaderijen op diverse locaties in de VS. Staker Dave in Whiting, Indiana, merkt op: ‘Het belang is enorm. Iedereen richt zijn ogen op ons. Als wij winnen, winnen alle werkers. Dit is enorm.’

Met afstand het grootste en breedst gedragen bezwaar is de verwoestende impact die de pijpleiding op het milieu zal hebben. Allereerst loopt de leiding, met een geschat transport van 830.000 vaten teerzand per dag, door een aantal kwetsbare gebieden van groot ecologisch belang. De route doorkruist onder andere het Ogallala-aquifer, een van de grootste bronnen van drinkwater in de wereld.

Deze bron levert drinkwater aan twee miljoen mensen in acht staten en irrigatiewater dat voor ongeveer twintig miljard dollar aan landbouwopbrengsten mogelijk maakt. Het gevaar van eventuele lekkages wordt vergroot doordat de pijp een seismisch actief gebied doorkruist waar in 2002 nog een aardbeving plaatsvond van 4.3 op de schaal van Richter.

Geen normale olie

De gevolgen voor het milieu beperken zich echter niet tot lokale of regionale schade aan de natuur in de VS. De aanleg van deze pijpleiding kan gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het broeikaseffect in de hele wereld. De leiding vervoert namelijk niet de ‘normale’ olie die traditioneel als de wereldwijde olievoorraad wordt gezien.

Door stijgende prijzen en schaarste hebben de olieproducenten zich tot andere bronnen moeten wenden, zoals teerzand. Teerzand is zand, vermengd met een zeer grove en stroperige vorm van petroleum die bitumen wordt genoemd. Bij het raffineren van dit zand komt tussen de 12 en 17 procent meer koolstofdioxide vrij dan bij normale olie.

James Hansen, vooraanstaand wetenschapper bij NASA, schreef zelfs in een opiniestuk in The New York Times dat het operationeel worden van deze pijpleiding het einde zou betekenen van een leefbare aarde. Hij laat zien dat de teerzanden in Canada ongeveer twee keer zoveel CO2 bevatten als de gehele uitstoot veroorzaakt door oliegebruik tot nu toe. Als exploitatie hiervan gangbaar wordt, is er volgens hem geen hoop meer voor de mens als soort.

Een van de argumenten die TransCanada, financier van het project, opvoert om draagvlak bij de gemiddelde Amerikaan te winnen is dat er 42.000 banen gecreëerd zouden worden. Wat vergeten wordt is dat de overgrote meerderheid van deze banen tijdelijk is en na de tweejarige bouwtermijn verdwijnt. Het aantal permanente banen komt neer op 35.

De aanleg van de pijpleiding is om verschillende redenen vertraagd. Zo zou de pijpleiding in de eerste instantie door het natuurgebied Sandhills in Nebraska lopen. Uiteindelijk werden een aantal alternatieve routes die de schade aan dit specifieke gebied zouden beperken voorgesteld. De Republikeinen, die sinds kort een meerderheid hebben in beide Huizen, waren grote voorstanders van de pijplijn. Maar Obama, die in zijn laatste termijn weinig meer te verliezen heeft, heeft mede onder druk van enorme protestacties zoals de People’s Climate March nu zijn veto over de leiding uitgesproken.

Oliestaking

Dat actie van onderaf de meest efficiënte manier is om de positie van werkende mensen te verbeteren wordt weer aangetoond door de behaalde overwinning van de stakende arbeiders op olieraffinaderijen in de VS. Shell ging na een maandenlange staking door de knieën voor ruim 6500 arbeiders, aangesloten bij de vakbond United Steelworkers (USW). Ze haalden de belangrijkste eisen binnen, zoals een loonsverhoging en het spreiden van de kosten van gezondheidszorg. De overwinning heeft effect op maar liefst 30.000 arbeiders in de Amerikaanse olie-industrie.

De strijd is echter nog niet voorbij als het aan USW ligt. De arbeiders in het complex van British Petroleum in Indiana staken nog steeds. Hun werkgevers willen de bescherming negeren die een contract een werknemer biedt. In traditionele industriestaten zoals Michigan, Indiana en Wisconsin wordt wetgeving doorgevoerd die bedoeld is om de vakbonden aan banden te leggen. Maar zelfs in deze omstandigheden, waar de staat de vakbond actief tegenwerkt, is verzet niet alleen mogelijk, maar ook effectief.