Karim Boulidam: ‘Marokko is een snelkookpan aan het worden’

De protesten in Marokko die begonnen in november na de moord op de visverkoper Mohsin Fikri gaan nog altijd door. Karim Boulidam is betrokken bij de solidariteitsacties in Nederland en nam deel aan verschillende demonstraties in Marokko. Ewout van den Berg sprak met hem over de situatie in Marokko en de noodzaak van solidariteit.

Eind oktober 2016 betekende de moord op visverkoper Mohsin Fikri het begin van een brede beweging. Nog steeds gaan mensen in groten getale de straat op, al zien we dit niet in Nederlandse media. Jij was de afgelopen tijd veel in Marokko en hebt ook meegedaan aan de protesten. Hoe gaat het nu met de beweging?
11 januari 2017

Ondanks de verschillende pogingen van de Makhzan (de heersende sociale en politieke elite in Marokko, red.) om de beweging te breken en de vreedzame demonstranten te criminaliseren als relschoppers en separatisten, gaat het nog steeds goed en blijven de demonstranten vreedzaam. Ook gooit de staatspropagandamachine het op ‘het onderzoek naar de dood van Mohsin Fikri loopt nog’ om de werkelijke beweegredenen van de demonstranten te maskeren en zo de massale protesten in het land te verlammen.

Zelf heb ik dagelijks contact met familie en vrienden en maak me toch wel zorgen sinds de grootschalige politiebelegering in Al Hoceima en het geweld jegens de demonstranten. De geluiden daar zijn gelijkluidend. De mensen zijn standvastig en zeggen geen stap achteruit te zullen doen. Zij zullen blijven strijden voor menswaardigheid, sociale gelijkheid en tegen de machtspositie van de elite en geïnstitutionaliseerde corruptie in het land.

De opstand begon in de Rif, maar werd een landelijke beweging. Hoe komt het dat mensen van buiten de Rif zich zo herkennen in de onderdrukking en de strijd van de Riffijnen?

Om te begrijpen waarom de protesten een grootschalig karakter kregen, verspreid over het land, moeten we teruggaan naar de stad waar de protesten begonnen, Al Hoceima. In die regio is geen industrie, geen werkgelegenheid, meer dan in andere stedelijke delen van het land. In Marokko is ook geen sociaal vangnet.

Zonder geld of de ‘juiste contacten’ krijg je geen vergunning om bijvoorbeeld als straatverkoper een inkomen te genereren. De mensen die dan geld proberen te verdienen door vis, groente en/of fruit te verkopen, moeten een deel van hun omzet afstaan aan de corrupte ambtenaren of hun goederen worden in beslag genomen.

Wat de burgers frustreert is dat regels alleen gelden voor de arme burger die probeert rond te komen, zoals ook Mohsin Fikri, maar niet voor de grote jongens. De welvaart van het land komt vooral in de zakken van de elite terecht door corruptie en nepotisme en niet bij de mensen die bikkelen voor een inkomen. Daar gaat de woede om. In de praktijk merk je dat deze lieden de beste banen onder elkaar verdelen.

Dat de Riffijnen emotioneler reageren en blijven demonstreren heeft te maken met de verwaarlozing van de regio en de geschiedenis. Er heerst hoge werkloosheid, omdat er simpelweg geen industrie is. De enige bedrijven waar mensen voorheen werkten zijn stuk voor stuk gesloten, alsook een deel van de vissershaven omdat die verkocht is aan een oliesjeik.

Alternatieven zijn er niet. Een goed zorgsysteem ontbreekt ook. Van alle Marokkanen die aan kanker lijden, komen de meeste uit de Rif door de Spaanse chemische aanvallen in de kolonie-jaren, maar alle kankerpatiënten uit die regio moeten honderden kilometers reizen naar Rabat of Fes.

In de Rif is er in 1958 en 1984 een bloedbad aangericht door het leger. Vooral in 58/59 zijn er een hoop mensen vermoord en werden vrouwen en kinderen verkracht. De jaren van lood, zoals deze periode bekend staat, werden het zwaarst gevoeld in deze regio. De Riffijnen zijn jarenlang sociaal-economisch achtergesteld en verwaarloosd.

De vreselijke gebeurtenissen uit het verleden zijn nog steeds niet verwerkt. De meeste mensen zijn dit nooit vergeten. Vooral omdat ze anno 2017 nog steeds het gevoel hebben van tweederangs burgerschap. Dit stukje geschiedenis en de gesteldheid van de regio, plaatst de huidige situatie niet alleen in de juiste context, maar verklaart ook waarom Al Hoceima en omgeving altijd al een bastion van verzet is geweest.

Geïnspireerd door het massale verzet in Tunesië en Egypte werd er zes jaar geleden ook in Marokko geprotesteerd, toen onder leiding van de 20-februaribeweging. Hebben mensen van deze eerste golf van verzet geleerd?

De protesten van de 20-februaribeweging in 2011 gingen, geïnspireerd door de buurlanden, vooral om de opheffing van de regering destijds. Het was een landelijk opererende beweging. Men eiste het vertrek van de regering, een nieuwe grondwet, meer rechten en een einde aan de corruptie.

Wat de staat destijds slim heeft gedaan, is het momentum van de 20-februaribeweging en de massale protesten te breken door een referendum te houden, een nieuwe grondwet in te voeren, nieuwe hervormingen beloven en een nieuwe regering aan te stellen. Hiermee werd aan de vraag van de demonstranten voldaan en viel de beweging, vooral ook door de tegenstellingen en ideologieën van de verschillende organisaties binnen de beweging, uit elkaar.

Wat we zien bij de huidige demonstraties, is dat het vooral de jongeren zijn, die enkel menswaardige leefomstandigheden eisen zoals werkgelegenheid, toegankelijke onderwijs, medische zorg, sociale gelijkheid en een einde aan de corruptie, nepotisme en oneerlijke welvaartsverdeling.

Deze jongeren hebben geleerd van het verleden en zijn goed opgeleid en op de hoogte van zaken. Zij zijn niet met een zoethoudertje tevreden te stellen of koest te houden door het welbekende riedeltje ‘dat Marokko tijd nodig heeft’. Deze jongeren hebben niets te verliezen, ze weten wat er te halen valt in de wereld en snappen hoe de elite werkt.

Mede door social media is men niet meer beperkt tot de staatszenders. Zelfs in de meest afgelegen dorpjes merk je dat de jongeren bewuster zijn van de wereld om zich heen. Waar de vorige generatie nog erg angstig was voor het regime, durven deze jongeren hun ongenoegen te uiten. Zij zijn goed op de hoogte van de rijkdommen van het land, waar het geld naartoe gaat en de scheve welvaartsverdeling.

(Tekst loopt door onder de foto)


Karim (midden) op het Martelarenplein in Al Hoceima, 10 december 2016

De afgelopen week werd er meer geweld tegen activisten gebruikt. Wat voor gevolgen heeft dit voor de beweging?

Het is treurig om te zien dat er geweld is gebruikt tegen vreedzame demonstranten. Dit laat eigenlijk zien dat er nog vrij weinig veranderd is in Marokko. Dit is een poging van de Makhzan om de demonstranten angst in te boezemen en de beweging uit te dunnen. De mensen daar zeggen dat ze vrezen voor opsluiting, maar dat ze standvastig en vreedzaam zullen blijven strijden voor hun rechten. Vooral omdat men inmiddels bekend is met de trukendoos van de Makhzan.

Men gaat vredig de straat op voor menswaardigheid, wordt twee maanden lang genegeerd om vervolgens met geweld bestreden te worden. Men gaat vaak pas massaal de straat op als ze geconfronteerd worden met een situatie waarin ze niet meer kunnen en willen leven. Die situatie is door het politiegeweld en de pogingen om hen de mond te snoeren nu bereikt. De overheid zou er goed aan doen nu met de burgers in gesprek te gaan in plaats van geweld te gebruiken, wat de boel alleen maar zal laten escaleren. Dit soort ontwikkelingen roepen ongerustheid op voor de toekomst.

Ik zie geen gevolgen voor de beweging, maar wel voor het land dat langzaamaan een borrelende snelkookpan aan het worden is. Als de druk nu niet van de ketel gehaald wordt, zal het in de toekomst alleen maar tot nog meer breed gedragen protesten leiden. Het ligt aan het regime en zijn reactie op de aanhoudende demonstraties waarbij geweld door laatstgenoemden niet de oplossing is.


Door heel Europa wonen honderdduizenden mensen met wortels in Marokko. Hoe kijken zij naar de ontwikkelingen in Marokko en hoe probeert het regime hen te beïnvloeden?

Eerlijk gezegd hecht ik ook vrij weinig waarde aan wat de mooipraters hier verkondigen. Vanuit de Makhzan wordt de mensen voorgehouden dat het tijd nodig heeft en dat de demonstranten uit zijn op onrust. Alle binnenlandse mediakanalen zijn in handen van de staat, zij kunnen het sturen zoals ze willen.

Ik ga zelf vaak naar Marokko en weet hoe hard het leven daar is voor de doorsnee burger. Men heeft totaal geen idee hoe Marokko echt is voor de inwoners daar, maar schijnt enkel het Marokko van de zomervakantie te kennen. Het is pijnlijk om de afkeurende reacties te lezen, nota bene van mensen die zelf wel genieten van een menswaardig bestaan. In Nederland komt men in opstand bij onrecht, en terecht, maar wanneer men daar opstaat voor menswaardigheid, dan schreeuwt men hier dat ze ‘chaos’ willen en dat ‘Marokko al hartstikke goed bezig is’.

Internet, nieuwe wegen, moderne gebouwen en florerend toerisme in de zomervakantie zijn leuk, maar wat heeft de burger die dagelijks moet rondkomen daar allemaal aan? Niets. Dan kan je met statistieken aankomen dat het economisch goed gaat, maar in de zorg, het onderwijs en op het gebied van werkgelegenheid gaat het al jaren niet goed. Het zijn vooral jongeren die geen weet van de politiek daar hebben, ze gaan er alleen op vakantie en om familie te bezoeken. Daar word ik treurig van. Men is niet echt verbonden met de bevolking daar en schijnt het dagelijkse leven, de misstanden en corruptie geaccepteerd te hebben als iets dat nu eenmaal bij het land hoort.

Wat voor gevolgen heeft het racisme en de islamofobie van politici zoals Wilders voor de manier waarop Marokkaanse Nederlanders naar Marokko kijken?

Als we kijken naar het racisme van Wilders en wat voor gevolgen dat heeft voor Marokkaanse Nederlanders, zoals discriminatie op de arbeidsmarkt en hoeveel Marokkaanse Nederlanders zich ongewenst of onveilig voelen, zou je eigenlijk verwachten dat men zich hier solidair zou opstellen jegens het volk daar. Je zou verwachten dat men hoopt op verbetering in het land van hun ouders. Maar men klopt zich op de borst over hoe geweldig het wel niet is in het land van herkomst. Maar in werkelijkheid zou men het daar nog geen twee maanden uithouden.

Mijn vader en de meesten van zijn generatiegenoten zouden dolgraag terug willen, maar kunnen niet terug omdat het leven daar te zwaar voor ze is, het ontbreekt aan voorzieningen en zorg. Ik zou me dolgraag in Marokko willen vestigen, maar daar moet nog een hoop voor veranderen. Dan nog liever hier continu bezig zijn met jezelf invechten en jezelf bewijzen als ‘een van de goederikken’ in het huidige klimaat.

Wat kunnen we in Nederland doen om mensen in Marokko te steunen die de straat op gaan?

Wat we kunnen doen is de mensen steunen en druk uitoefenen op de regering om in gesprek te gaan met de demonstranten. Menswaardige leefomstandigheden, sociale gelijkheid en een einde aan de corruptie. Dat is waar ze om vragen. Vreedzaam. Vooral de Marokkanen in Nederland hebben een grote invloed die ze kunnen uitoefenen op de regering. Stilzwijgend de andere kant opkijken houdt de repressie en de misstanden alleen in stand.

We moeten beseffen dat het volk ontevreden is. Het onderdrukken van demonstraties op korte termijn zal misschien wel lukken, maar op langere termijn zal er een explosie van woede ontstaan met een nog grotere impact. Het is niet meer van deze tijd, vooral door de toegang tot het internet waardoor veel jongeren zien wat er te halen valt in de wereld.