Kapitalisme: een systeem van ongelijkheid en armoede

Europese Commissievoorzitter Von der Leyen en Amerikaans president Trump in Davos, 21 januari 2020 (Foto: The White House / Flickr).
Jaarlijks publiceert Oxfam Novib in januari een rapport over ongelijkheid. De inhoud laat zich al jaren raden: de rijken der aarde bezitten net zo veel als een groot deel van de werkende wereldbevolking. Onder het kapitalisme neemt de ongelijkheid alsmaar toe.
7 februari 2020

In het rapport spreekt Oxfam van een diepgewortelde ongelijkheid die afgelopen jaar nauwelijks veranderde. 2153 miljardairs bezitten nu meer rijkdom dan 4,6 miljard mensen, oftewel zestig procent van de wereldbevolking. De rijkste 1% bezit meer dan twee keer zo veel als de armste negentig procent.

Dit jaar benadrukt Oxfam de rol van vrouwen in deze seksistische economie. Vaak verrichten arme vrouwen naast regulier werk ook onbetaalde huishoudelijke arbeid, waardoor ze extra lijden onder de ongelijkheid.

Oxfam berekent dat er 12,5 miljard uur aan onbetaald huishoudwerk wordt verricht. Dit staat gelijk aan 10,8 biljoen dollar, hetzelfde als drie keer de waarde van de hele technologiesector. Een belastingverhoging voor de komende tien jaar van slechts een half procent op het vermogen van de allerrijksten is genoeg om dit onbetaalde huishoudwerk te betalen.

Het vraagstuk van onbetaald huishoudelijk werk en sociale reproductie wordt op links steeds vaker besproken in debatten over feminisme en tijdens de vrouwenstakingen op Internationale Vrouwendag (8 maart). Verschillende socialistische feministen benadrukken dat het kapitalisme alleen mogelijk is door het ondergewaardeerde en onbetaalde huishoudelijk werk van vrouwen.

Het is treffend dat Oxfam het rapport publiceert aan de vooravond van het World Economic Forum in Davos. Elk jaar schudden politici en de top van het bedrijfsleven elkaar daar de handen met als doel de status quo te beschermen. Die status quo werk in het voordeel van de superrijken. Door lagere lonen, hogere winsten en scheve belastingpolitiek wordt de welvaart naar boven herverdeeld.

Dit systeem gaat niet alleen ten koste van werkende mensen – het overgrote deel van de bevolking – maar ook van de aarde zelf. Omdat politici en het bedrijfsleven er vanwege de protesten niet meer omheen kunnen, staat klimaatverandering dit jaar ook op de agenda. Al wordt er niet verwacht dat de vervuilers de hand in eigen boezem steken.

Vorig jaar waarschuwde klimaatstaker Greta Thunberg tijdens haar speech in Davos dat ‘ons huis in brand staat’.

Het afgelopen jaar hebben we kunnen zien hoe de Amazone en Australië getroffen zijn door ongekende bosbranden. Dit jaar riep Thunberg samen met andere schoolstakers op om de fossiele brandstofeconomie af te schaffen.

Vermogen en inkomen

Hoewel Nederland vaak wordt gepresenteerd als een land van tolerantie en gelijkheid, is ook hier de ongelijkheid groot. In 2018 bracht de Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking (OESO) een rapport over ongelijkheid uit. Wat vermogen betreft is Nederland van de aangesloten OESO-landen na de Verenigde Staten het meest ongelijke land: 10 procent van de bevolking bezit 64 procent van het vermogen. Dat is de afgelopen 10 jaar iets minder geworden, maar dat komt alleen omdat de huizenprijzen enorm zijn gestegen.

Wat betreft inkomensongelijkheid is Nederland volgens het rapport een middenmoter. Maar ook die verschillen worden groter door gematigde loonontwikkeling. De lonen stijgen niet in lijn met de inflatie, terwijl de winsten van bedrijven wel toenemen. De mogelijke oorzaken die door economen worden aangewezen zijn ook relevant: uitbesteden van arbeid aan lage lonen landen, automatisering, flexwerken en de dalende macht van de vakbonden.

Sinds de economische crisis is ook het risico op armoede toegenomen. Eind 2019 publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek een tweejaarlijks rapport over armoede in Nederland. Hoewel in de rest van Europa de kans op armoede duidelijk afnam, bleef die in Nederland stabiel. Zo’n 17 procent van de huishoudens heeft risico op armoede.

Belastingparadijs voor de rijken

De ongelijkheid komt mede doordat Nederland een belastingparadijs is voor de rijken. Het is bekend dat multinationals hun brievenbus hier vestigen om belasting te ontwijken. Daarbij is Nederland een voorbeeld voor de regio. In 2019 stemde het Europees Parlement ervoor om Nederland op een lijst te zetten van belastingparadijzen.

Het kabinet heeft de laatste jaren geprobeerd het nog aantrekkelijker te maken voor multinationals. Vanwege de weerstand is het kabinet er niet in geslaagd om de dividendbelasting af te schaffen, maar de beoogde lastenverlaging voor bedrijven is op een andere manier doorgezet. Dit zou het vestigingsklimaat moeten verbeteren. Alles om het voor de superrijken makkelijker te maken om meer winsten op te strijken, terwijl de Belastingdienst mensen onterecht duizenden euro’s kinderopvangtoeslag liet terugbetalen.

In de laatste dertig jaar is het belastingstelsel onder het neoliberalisme al hervormd in het voordeel van de rijken. Het progressieve belastingstelsel waarbij de rijken meer betalen en winsten worden belast, is sterk afgezwakt.

Ook het verhogen van indirecte belastingen zoals de btw is nadeliger voor lagere inkomens. Deze geven namelijk een groter gedeelte van hun inkomen uit aan consumptie waarover deze belasting geheven wordt.

De vennootschapsbelasting, de belasting over winst, was in 1983 nog 48 procent. Sindsdien is deze steeds verder verlaagd. Nu is de vennootschapsbelasting nog 25 procent voor het deel van de winst boven de €200.000. Volgend jaar wordt dat al verlaagd naar 21,7 procent.

Dit oneerlijke belastingstelsel zou gemakkelijk hervormd kunnen worden door kapitaal en vermogen weer progressief te gaan belasten, indirecte belastingen en gemeentelijke heffingen af te schaffen en de hogere inkomens via de inkomstenbelasting meer te belasten.

Maar dat is nu net wat het kabinet niet van plan is. In 2020 verlaagt het kabinet niet alleen de vennootschapsbelasting, ze hervormt ook de inkomensbelasting naar een tweeschijvenstelsel. Hierdoor gaan de lage inkomens 0,7 procent meer inkomenstenbelasting betalen terwijl de hogere inkomens een verlaging van 2,25 procent krijgen. Hoge en middeninkomens betalen hierdoor minder belasting, terwijl lage inkomens meer gaan betalen.

Ongelijkheid en kapitalisme

Ongelijkheid zit diep ingebed in het kapitalisme. De multinationals en hun CEO’s verrijken zich ten koste van de werkenden. Niet alleen krijgen werkenden een mager loon voor het werk dat ze doen, ze moeten door de belastinghervormingen percentueel ook steeds meer belasting betalen. In tijden van klimaatverandering, onbetaald huishoudwerk en oorlogsdreiging is het des te belangrijker om ons hiertegen te wapenen.

Aan morele verontwaardiging over belastingontwijking hebben we echter niet genoeg. Nu het kapitaal een oorlog blijft voeren tegen klimaatrevolte en werkende mensen in het algemeen, is het hoog tijd om terug te vechten. Vakbondsacties voor een eerlijk klimaatbeleid, betere cao’s en een hoger minimumloon zijn de concrete zaken die nodig zijn om de groeiende ongelijkheid een antwoord te bieden. Stakingen in Frankrijk en India laten zien hoe de arbeidersklasse zich kan verenigen om te strijden tegen verdere aanvallen op de positie van werkenden.