Kamerdebat gekleurd door racisme

Wilders kan tevreden achteroverleunen. Zijn 'analyse' dat criminaliteit een raciaal probleem is, wordt verheven tot de norm.
26 september 2008

Wachten op de bus in Oosterwei

Door Pepijn Brandon

Een jaar of tien geleden schreef ik in de Socialist een stukje over de vreemde declaraties die wethouders en gemeenteraden indienden voor ‘studiereizen’ uit de algemene kas. Een van de dieptepunten was een reisje door de wethouders van Gouda naar New York om te zien hoe daar de criminaliteit werd aangepakt. Maar als je de toon van de berichtgeving en de debatten in de Tweede Kamer van de afgelopen maand beluistert, was dat bezoekje helemaal nog niet zo vreemd. Terwijl veel geïnterviewde Gouwenaren beschikken over voldoende relativerend vermogen, hebben de politiek en de media Oosterwei omgedoopt in The Bronx.

Maar er is een verschil. Zelfs rechtse Republikeinen zouden ervoor terugschrikken om al te openlijk te beweren dat de problemen in die New Yorkse wijk worden veroorzaakt door een overschot aan zwarten. ‘Man en paard noemen’, heet deze vorm van racisme tegenwoordig in Nederland. Bijna niemand verbaast zich er meer over dat gisteravond een speciaal Kamerdebat werd gehouden over ‘de overlast van Marokkaanse jongeren’. Wilders liet het over aan zijn adjudant Hero Brinkman. Na zijn tirade over ‘Marokkaanse straatterroristen’ die ‘Nederland koloniseren’ was dit toch al zijn debat.

Eerder deze maand zette PvdA-minister Ter Horst al een beslissende stap in dezelfde richting. Haar pleidooi tot ‘etnische registratie’ van criminaliteit leidde niet tot noemenswaardige commotie. Alleen de NRC had een principieel en afkeurend redactioneel commentaar. ‘Het is de vraag wat de geboorteplaats van iemands (groot)ouders [aan de kennis over criminaliteit] toevoegt. Nog afgezien van het onwettelijke onderscheid naar herkomst en huidskleur. Sommige “taboes” zijn in werkelijkheid rechtsbeginselen waaraan niet getornd mag worden.’

De TelegraafDie constatering staat in schril contrast met de kop die de Volkskrant vandaag boven een artikel over het Kamerdebat plaatst: ‘Probleem heet “Marokkaanse jeugd”’. Geen stigmatisering natuurlijk, in de ogen van de nieuw-rechtse Volkskrantredactie. Gewoon een kwestie van de feiten benoemen. Maar veel wetenschappelijk onderzoek van de afgelopen jaren staat haaks op de presentatie van ‘de feiten’ die de media in navolging van Wilders geven.

Ten eerste zijn Marokkaanse jongeren niet alleen oververtegenwoordigd in de criminaliteitscijfers, maar ook in die over werkloosheid, opgroeien in armoede, onderwaardering in het onderwijs, slechte huisvestingssituatie, magere sociale voorzieningen in de buurt. Kortom, de redenen die traditioneel worden aangevoerd als blanke jongeren uit de bocht te vliegen. Maar als het gaat om Marokkanen, telt opeens vooral de etniciteit. De Rotterdamse burgemeester Opstelten illustreert dat nog eens door in de Volkskrant een ander voorbeeld aan te halen waar hij ‘man en paard noemt’: voetbalhooligans noemde hij ooit ‘klootzakken’. Indrukwekkend. Maar het equivalent van de huidige hype zou zijn om voetbalhooligans ‘autochtoon straattuig’ of ‘joods-christelijke probleemjongeren’ te noemen.

Een minder genoemde verklaring voor de oververtegenwoordiging van Marokkaanse jongeren in de gevangenissen is het racisme binnen het justitiële apparaat zelf. Criminologen Mieke Koomen en Erik van Schooten tonen in een artikel voor het Journal of Ethnicity in Criminal Justice aan dat vooroordelen bij jeugdwerkers, rechtbanken en ‘gedragsdeskundigen’ leiden tot structureel hogere straffen voor jongeren met een allochtone afkomst. En dankzij debatten als die van de afgelopen weken, helpen de hogere aantallen allochtone jongeren in de cel vervolgens de vooroordelen bij politie, justitie en hulpverleners en de politiek verder te legitimeren.

Deze vicieuze cirkel kennen we maar al te goed uit het Amerikaanse voorbeeld, waar de combinatie van sociale ongelijkheid en diepgeworteld institutioneel racisme leidt tot de bekende oververtegenwoordiging van zwarte Amerikanen in de gevangenissen. Maar waar veel progressieve Nederlanders de splinter in de Amerikaanse samenleving probleemloos zouden herkennen, overheerst de blindheid over de balk in ons eigen oog. Zelfs Agnes Kant gebruikte het Kamerdebat gisteravond niet om de rechtse golf te ontkrachten, maar om op hoge toon te pleiten voor meer blauw op straat. En zo helpen linkse partijen bij gebrek aan een serieus tegengeluid de rechterflank aan meer zetels. Want laten we wel wezen, iemand die de oplossing voor sociale problemen zoekt in meer blauw, stemt vervolgens niet op de SP.

Het debat van gisteravond in de Tweede Kamer heeft niets te maken met het oplossen van problemen in de grote steden. Het geschreeuw over onveiligheid en criminaliteit lijkt harder naarmate de criminaliteitscijfers dalen. De ophef rond Gouda heeft te maken met politiek gewin en sensatiezucht. Problemen in arme wijken worden niet opgelost door het leger erop af te sturen, extra politiebureaus te bouwen en bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. Ze worden opgelost door te zorgen dat die wijken niet langer arm zijn.