Kabinet stimuleert beunhazerij

Eind mei bleek dat zorginstellingen nog altijd te weinig mondkapjes hebben, ruim twee maanden na het begin van de coronacrisis.
9 juni 2020

Het heeft veel te lang geduurd voordat de regering zich überhaupt ten doel stelde om de tekorten aan mondkapjes terug te dringen. Aanvankelijk zette de regering immers in op de ‘gecontroleerde verspreiding’ van het virus – een keuze die tot duizenden onnodige doden heeft geleid, met name in de verzorgingshuizen.

Sindsdien heeft de regering nagelaten om voor voldoende mondkapjes van goede kwaliteit te zorgen. De markt loste het wel op, was de gedachte. Daarmee heeft de regering de weg vrijgemaakt voor beunhazerij. Allerlei ondernemers begonnen ineens te handelen in mondkapjes, vaak van dubieuze kwaliteit en veel te duur.

De regering vond dat prima. Het besluit om mondkapjes verplicht te stellen, was pure symboolpolitiek om bezorgd OV-personeel tegemoet te komen, het hoefde helemaal niet te helpen. Daarom werd er geen enkele eis aan de mondkapjes gesteld, behalve dat het geen medische mondmaskers mochten zijn. Ondernemers kunnen het grote publiek daarom ongeveer alles verkopen. Zolang het voor je mond zit is het goed – tenzij je natuurlijk een moslima bent.

Het op grote schaal verkopen van te dure troep om er snel wat aan te verdienen, treft niet alleen gewone mensen die een mondkapje kopen om met het OV te mogen reizen, maar ook zorginstellingen. Uit onderzoek van het AD bleek dat de helft van de mondkapjes in zorginstellingen ‘volstrekt ondeugdelijk’ was en dat zorginstellingen worden belazerd waar ze bij staan. Deze blijk van de door de VVD zo geliefde frauduleuze ondernemersmentaliteit brengt zorgwerkers, patiënten en de samenleving als geheel in aanzienlijk gevaar. Als er één partij kon zien aankomen dat dit zou gebeuren, dan is het de VVD. Kennelijk wogen de snelle winsten ook in dit geval zwaarder dan de volksgezondheid en de veiligheid van de patiënten en zorgwerkers.