Kabinet loog over burgerslachtoffers

In 2015 werden bij een Nederlandse luchtaanval op het Iraakse plaatsje Hawija zeker 70 burgers om het leven gebracht en mogelijk meer. De Tweede Kamer is hierover in de woorden van VVD-Tweede Kamerlid Bosman ‘suboptimaal’ ingelicht.

Dat is nogal een understatement. In juni 2015 beweerde toenmalig minister Hennis van Defensie in de Tweede Kamer dat er voor zover bekend geen burgerslachtoffers waren gevallen bij de Nederlandse bombardementen. Dat was een leugen: die informatie blijkt bij de minister bekend te zijn geweest.

Toenmalig minister Koenders en premier Rutte, die ontkenden op de hoogte te zijn geweest, blijken door Hennis te zijn geïnformeerd. Het aantal burgerslachtoffers kwam in dat gesprek niet ter sprake – wat duidt op een totale onverschilligheid over de onschuldige doden die zij op hun geweten hadden.

Volgens Rutte is het allemaal niet zo relevant. Het kabinet had de Tweede Kamer dan misschien verkeerd geïnformeerd, maar het was onmogelijk geweest om de Kamer goed te informeren, omdat informatie over burgerdoden de militairen ter plaatse in gevaar hadden kunnen brengen. Maar het is volstrekt onduidelijk hoe dat het geval had kunnen zijn.

Bovendien was het kabinet wél zeer geïnteresseerd om de missie in Irak te verlengen – en het was in het kader van de discussie over verlenging dat Hennis loog over de burgerdoden in Hawija. Het heeft er alle schijn van dat het kabinet willens en wetens heeft gelogen, omdat het wist dat de verlenging van de missie in gevaar was gekomen als de waarheid boven tafel zou komen.

Rutte ontkende dit in alle toonaarden: we wisten dat er burgerslachtoffers konden vallen, dus de informatie was irrelevant voor de verlenging van de missie. Dat Rutte niet wakker ligt van dode burgers is geen verrassing. Maar of de Nederlandse bevolking net zo onverschillig is, is maar zeer de vraag. Dat is precies waarom het kabinet loog.