Jongeren hebben wél grotere idealen
Rutger Bregman en ik zijn van dezelfde generatie, maar hij heeft blijkbaar niet opgelet als hij schrijft dat onze generatie de ‘last draagt van verwendheid’ en enkel in staat is tot ‘kleine idealen.’ Dit soort generalisaties die de sociale verschillen verbloemen, bevestigen de onkritische consensus die Bregman ter discussie wil stellen.
Ten eerste is 15 procent van de jongeren tot 25 jaar werkloos en veel jongeren worden geconfronteerd met stijgende studieschulden, lage lonen en flexcontracten. Ten tweede zijn veel jongeren geëngageerd en hebben grote idealen. Toen tien jaar terug de gevestigde politiek de neoliberale globalisering bejubelde en met leugens de oorlog tegen Irak rechtvaardigde, waren het jongeren die massaal de straat opgingen. Tijdens de Occupy-protesten riepen veel jongeren ‘wij dromen omdat de werkelijkheid onverdraaglijk is,’ verwijzend naar de mantra dat er geen alternatief is voor het huidige economische systeem waarin winst boven mens en milieu gaat.
Bregman herkent het groeiende onbehagen onder onze generatie, maar blijft steken in de dwangbuis van het ‘praktisch’ idealisme dat beperkt is tot ‘consumenten die samen zonnepanelen aanschaffen’ en ander ‘do-it-your-selves.’ Zijn roep om een nieuwe idealisme kan niet zonder het stellen van de grote vragen, zoals waarom grote bedrijven als Starbucks en Apple miljarden euro’s aan belastingen ontwijken en banken gered worden terwijl zorg en publieke diensten worden afgebroken. Of: wie zijn die ‘financiële markten’ naar wiens pijpen de regeringen dansen en waarom hebben ze zoveel macht? Dit soort vragen staan bijvoorbeeld centraal op het Marxisme Festival dat jaarlijks door honderden jongeren bezocht wordt. Ik hoop dat dit jaar ook Bregman langs komt.
Ewout van den Berg, student Internationale Betrekkingen en organisator Marxisme Festival