‘Islamofobie heeft overeenkomsten met vooroorlogs antisemitisme’
‘Racisme in zijn algemeenheid is al een complex verschijnsel’, zegt Ineke van der Valk. ‘Het wordt vaak in de sfeer getrokken van beschuldigingen alsof het een soort individuele eigenschap is die bepaalde mensen wel hebben en anderen niet en waar je dan moreel tegen kan zijn. Maar het is een maatschappelijk mechanisme dat ongelijkheid vormgeeft, een mechanisme van uitsluiting. Islamofobie heb ik geanalyseerd als een specifieke vorm daarvan, zoals ook antisemitisme een specifieke vorm daarvan is.’
Het trekken van parallellen tussen islamofobie nu en antisemitisme in de jaren dertig is een soort taboe geworden. ‘Je kunt wel degelijk zeggen dat er bepaalde overeenkomsten zijn met het vooroorlogse antisemitisme’, vindt Van der Valk. ‘Van beide groepen werd gezegd dat ze zich afscheidden en zich niet konden aanpassen.
Ook in de maatschappelijke context is een overeenkomst te zien. In het begin van de vorige eeuw werden aanslagen gepleegd door anarchisten. Joden werden vaak geassocieerd met communisme en anarchisme en dus ook in verband gebracht met die aanslagen. Ook nu worden door bepaalde moslims gepleegde aanslagen gebruikt om een hele groep in een kwaad daglicht te stellen.’
Samenzweringstheorieën
Het gebruik van samenzweringstheorieën is een andere overeenkomst. Zoals in De protocollen van de wijzen van Sion de joden worden beschuldigd van streven naar wereldheerschappij, gebeurt in Eurabië van Bat Ye’or iets soortgelijks ten aanzien van moslims. ‘In de jaren zeventig zou er een uitruil hebben plaatsgevonden. Europese politici, met name sociaaldemocraten, zouden ermee ingestemd hebben Europa uit te leveren aan de islam in ruil voor olie.
Critici van de islamofobe ideologie noemen dat boek van Bat Ye’or dan ook wel ‘De protocollen van de wijzen van Mekka’. Die aanval van Breivik in Noorwegen richtte zich ook tegen de sociaal-democratie. Breiviks ideologie is kenmerkend voor veel extremistische bewegingen, ook in Nederland. In de optiek van dit soort extremisme heeft de sociaal-democratie het land uitgeleverd aan de moslims.’
De positie van de vrouw is een belangrijk thema. ‘De hoofddoek is als het ware een symbool waarmee vrouwen worden afgeschilderd als niet onafhankelijk en niet mondig. Hun eigen beleving wordt daarin niet meegenomen, alsof het onmogelijk is dat vrouwen zelf kunnen kiezen voor een hoofddoek. Zeggenschap over hun eigen leven wordt hun ontzegd. Impliciet is de boodschap dat het hier allemaal op orde zou zijn. Dat is verre van het geval.’
Politici
Er wordt in het buitenland tegenwoordig met verbazing gekeken naar wat er is geworden van dat tolerante Nederland. Van der Valk benadrukt de rol die politici hebben gespeeld in het veranderen van het opinieklimaat in Nederland. ‘De politieke organisatie van discriminatie is heel belangrijk. Als je alsmaar bepaalde boodschappen voor het voetlicht brengt, dringt dat door.
‘Als je woorden als “kopvoddentaks” en “haatpaleizen” maar vaak genoeg herhaalt, en er is een zekere voedingsbodem in de maatschappij, kun je kennelijk succes hebben. Allerlei dingen die vroeger vanzelfsprekend waren, zoals dat je stond voor waarden van gelijkheid en antidiscriminatie, die worden op zijn kop gezet.
‘Daar is natuurlijk een bepaalde geschiedenis aan voorafgegaan. Ik heb eerder voor mijn proefschrift een studie gemaakt van het politieke discours in de jaren negentig. Je ziet dat men daar toen al aan begon te tornen. Bolkestein heeft bijvoorbeeld een belangrijke rol gespeeld, en later Fortuyn en Hirsi Ali en uiteindelijk Wilders. Dus het is natuurlijk een bepaald proces, maar op den duur gaan die dingen werken.’
Op de vraag hoe islamofobie en discriminatie aangepakt moeten worden, zegt Van der Valk: ‘We moeten alert zijn. Iedereen kan op zijn eigen terrein dingen doen, en we moeten op een meer collectief niveau vanuit organisaties in de gaten houden wat er rond discriminatie gebeurt. ‘Daarnaast moet je ook op een positieve manier invulling geven aan burgerschap en solidariteit organiseren.
Je moet een beleid voorstaan waar echt sprake is van gelijke kansen, en mensen inspireren om hun talenten te ontwikkelen. Mensen moeten zich inzetten om te proberen die sociale ongelijkheid tegen te gaan en bij te dragen aan een samenleving die leefbaar is voor iedereen, niet alleen in Nederland, maar wereldwijd.’