Islamitische Staat: product van westers bloedvergieten

De snelle en gewelddadige opmars van de ‘Islamitische Staat’ (IS) moet gestopt worden. Maar de oorzaak is niet ‘de’ islam. Westerse militaire interventie is als het benoemen van een pyromaan tot brandweercommandant, legt Peyman Jafari uit.
29 september 2014

Uiteraard gebruikte Wilders de opkomst van de ‘Islamitische Staat’ in zijn hetze tegen moslims. Zorgwekkender is dat hij wordt nagepraat door ‘nette’ politici en opiniemakers die negeren dat het overgrote deel van de moslims de IS afwijst. De IS gebruikt juist geweld om zijn impopulaire versie aan andere soennieten op te leggen en erkent de sjiieten überhaupt niet.

‘De’ islam bestaat niet, er bestaat dus geen ‘essentie’ van die moslims aanzet tot geweld. Terroristen, ook staatsterroristen, zoeken altijd rechtvaardiging in religieuze of seculiere ideeën, maar de vraag is in welke sociale, economische en politieke omstandigheden zij groeien. De islamofoben kunnen niet verklaren waarom de IS juist nu in Irak en Syrië is opgekomen in zo’n gewelddadige vorm.

Politici die bovendien de barbaarsheden veroordelen van de IS, maar die van henzelf of hun bondgenoten rechtvaardigen, meten met twee maten. De onthoofding van de Amerikaanse journalist James Foley is afschuwelijk, maar de Israëlische en Amerikaanse bommen die de lichamen van tienduizenden Palestijnen, Irakezen en Afghanen uiteenrijten, hun botten verpulveren en hun huid en vlees verbranden zijn niet minder barbaars. Dit als collateral damage afdoen onthult slechts het racisme achter imperialistische oorlogen.

De Amerikaanse boemerang

Niet toevallig waren degenen die de opkomst van de IS aan ‘de’ islam wijten, in 2001 en 2003 de grootste voorstanders van de oorlogen tegen Afghanistan en Irak. De Socialist voerde toen een felle campagne tegen de war on terror: we zeiden dat oorlog niet minder maar meer terrorisme zou creëren en helaas klopte dat.

Bin Ladens Al-Qaida en de Taliban waren gegroeid toen de VS en hun bondgenoot Saudi-Arabië in de jaren tachtig geld en wapens stuurden om tegen de Russen in Afghanistan te vechten. We zeiden dat er in Irak geen Al-Qaida bestond, maar dat de VS met Nederlandse steun in Irak een moeras zou creëren waaruit nieuwe monsters zouden kruipen, en nu hebben we de IS.

The New York Times (10 augustus) geeft dit toe: ‘Elke stap in de opkomst van Baghdadi [leider van IS] is mogelijk gemaakt door de Amerikaanse betrokkenheid in Irak – de meeste politieke veranderingen die zijn strijd voedden, of tot zijn promotie leidden, werden direct geboren door Amerikaanse acties.’ Stap 1: verdeel en heers Toen de Amerikanen Irak binnenvielen, legde hun verdeel-en-heersstrategie de basis voor de sektarische conflicten die het nu uiteen scheuren.

Toen de Britten na de Eerste Wereldoorlog het huidige Irak overheersten gaven ze machtsposities aan de minderheid van soennieten, wat tot veel onvrede onder sjiieten leidde. De Amerikanen zuiverden de bureaucratie en het leger die onder Saddam Hussein door soennieten gedomineerd werden en gaven sjiieten de belangrijkste posities en de Koerden in het noorden enige mate van autonomie. De soennieten voelden zich steeds meer gemarginaliseerd en gefrustreerd.

Zo creëerden de VS niet alleen de politieke en sociale voorwaarden, maar ze zaaiden ook de haat en woede die de IS heeft gevoed. De ‘beschaafde’ hightech-oorlog op onze tv-schermen was er een van barbaars geweld voor de Irakezen.

Stap 2: Fallujah

Toen Amerikaanse troepen op 28 april 2003 voor het eerst Fallujah binnentrokken en een school bezetten, protesteerden 200 inwoners. De Amerikaanse troepen openden het vuur en doodden 17 mensen. Sindsdien groeide het gewapende verzet in Fallujah en een maand later doodden rebellen vier Amerikaanse soldaten van de beruchte firma Blackwater.

Amerikaanse troepen voerden een gruwelijke wraakactie uit. Fallujah werd omsingeld en binnen een maand werden meer dan 1200 Irakezen vermoord. Die actie dreef nog meer Irakezen in de armen van het gewapende verzet. In november begonnen de Amerikanen een nog gewelddadiger offensief, waarbij ze tegen het oorlogsrecht in wit fosfor inzetten – een poeder dat de huid verbrandt. Die strijd kostte aan meer dan duizend rebellen en burgers het leven, terwijl 200.000 bewoners op de vlucht sloegen.

De huidige leider van IS, Baghdadi, werd begin 2004 vlakbij Fallujah gearresteerd en radicaliseerde in gevangenschap van de Amerikanen. Hij voegde zich bij Al-Qaida-aanhangers en nam de leiding over toen in 2006 Al-Zarqawi werd vermoord. Baghdadi’s groep werd steeds extremer doordat de Amerikaanse bezetting doorging en de VS premier Al-Maliki steunden die met zijn sektarische politiek nog meer soennieten vervreemdde.

Stap 3: Syrië

Toen in 2011 in Syrië grote protesten uitbraken, werden die door president Assad met veel geweld neergeslagen. Voor de Amerikaanse bondgenoten Saudi-Arabië, Qatar en Koeweit was dat een uitgelezen kans om Irans bondgenoot Assad te verzwakken.

Ze lieten toe dat er veel wapens en geld naar Syrië toestroomde en ook bij groepen als de IS terecht kwamen. Bovendien vreesden deze dictaturen de Arabische revoluties die hun bondgenoten in Egypte en Tunesië ten val hadden gebracht. Ze wilden voorkomen dat die ook hen bereikten en begonnen soennieten op te zetten tegen sjiieten.

De hele geschiedenis van de opkomst van de IS laat zien dat westerse interventie onderdeel is van het probleem, en dus niet van de oplossing. De IS kan alleen gestopt worden als de Irakezen teruggrijpen op hun geschiedenis van solidariteit die in het verleden soennieten, sjiieten, Koerden en Joden verenigde in het verzet tegen binnenlandse en buitenlandse tirannie.