Isaac Hayes – bij de dood van een soullegende


13 augustus 2008

Op 11 augustus stierf Isaac Hayes. Hiermee verliest de soul een van z’n laatste grote ikonen. Zijn betekenis voor de zwarte muziek en cultuur in de jaren 70 en ver daarna was enorm.

Door Michiel Bakker

Isaac Hayes verloor op jonge leeftijd zijn ouders en groeide op in Memphis Tennessee, onder de hoede van zijn grootmoeder. Aan geld was altijd een gebrek. Toch lukte het de jonge Hayes om zich te bekwamen in het spelen van diverse instrumenten zoals de piano, gitaar en saxofoon. Na enkele pogingen om als zanger aan de bak te komen kon hij tijdelijk als organist aan de slag bij de Mar-Keys, de huisband van Stax Records, het label van o.a. Otis Redding, Sam & Dave, Eddie Floyd en Carla en Rufus Thomas.

Van organist promoveerde de getalenteerde Hayes tot componist. Alleen en samen met David Porter schreef hij vanaf 1964 talloze hits voor diverse artiesten op het label zoals ‘Soul Man’, ‘Hold On I’m Coming’ en ‘Soul Sister Brown Sugar’. Hayes vond dat het tijd werd om zelf op de voorgrond te treden. Hij deed dit en zwarte muziek werd nooit meer hetzelfde. In ’69 en ’70 nam hij twee platen op, waarvan de tweede een enorm succes werd.

Beide albums tellen vier nummers met voor soul- of popnummers een ongekende lengte van 7 tot 9 minuten. Soul was tot die tijd een single-markt. Soulalbums waren veelal niet meer dan een verzameling eerder uitgebrachte A- en B-kanten van singles. Hayes’ singles waren korte versies en teasers van ‘the real thing’, zijn albums. Hayes wilde succes op zijn eigen voorwaarden, als artiest en niet als lopende-band muzikant. Zo opende hij de weg voor Curtis Mayfield, Marvin Gaye, Stevie Wonder en Donny Hathaway die met luisteralbums als ‘What’s Goin’ On’, ‘Where I’m Coming From’, ‘Talking Book’ de betekenis en het geluid van soulmuziek veranderden.

Miste bij Hayes de sociale en politieke diepgang die andere tijdgenoten zo duidelijk naar voren brachten in teksten over Vietnam, armoede en kapitalisme? Geenszins. Hayes is terecht bekend als geile crooner, maar zijn soft soul had een keihard randje. Art Blakey, de legendarische jazz-drummer bracht in 1958 een album uit ‘Moanin’, geheel instrumentaal maar met een politieke impact door de cover. Daarop stond Blakey’s hoofd, krachtig, trots, kwaad zelfs, geaccentueerd door harde schaduwen. Hetzelfde deed Hayes. De titel van Hayes eerste album ‘Hot buttered soul’ staat in schril contrast met de cover met daarop zijn trotse kaal geschoren zwarte hoofd, zonnebril en enorme ketting. Hier is niets softs in te herkennen. Dit beeld was een reflectie van wat Hayes van binnen voelde na de dood van Martin Luther King in 1968: ‘I was so bitter and so angry. I thought, what can I do? Well, I can’t do a thing about it so let me become successful and powerful enough where I can have a voice to make a difference. So I went back to work and started writing again.’

Hayes werd niet alleen gevormd door de omstandigheden en gebeurtenissen waarin hij als artiest groeide. Hij hielp mee die omstandigheden te veranderen: Als we het nu zien dan fronsen we wellicht onze wenkbrouwen maar de impact van de intocht van Hayes als slotact van Wattstax, het soulfestival in 1972 in herinnering aan de Wattsriots in LA van 1965, was enorm. Hayes, grotesk uitgedost in gouden kettingen, een bontmantel, arriverend in een enorme slee liet aan het publiek zien wat hij was: een trotse zwarte man, someone you don’t fuck with, someone you can’t touch. Ergens tussen dat en zelfverheerlijking als popidool, maar de ultieme fuck you tegen de racistische politie van LA. Stax en Hayes lieten zien aan Amerika dat zwarten hun eigen show konden runnen en dat de terugweg was gesloten. De radicale dominee Jesse Jackson leverde de slogan voor het festival: ‘I might be black, but I am somebody!’. Hayes was hiervan de ultieme personificatie. Zijn verschijning was zijn boodschap en daarmee inspireerde hij velen. Zijn legendarische musicscore voor ‘Shaft’ de meest succesvolle blaxploitation film leverde hem in 1972 als eerste zwarte artiest een Oscar op voor beste filmmuziek, naast vele andere prijzen won hij datzelfde jaar een Grammy voor z’n follow-up album Black Moses.

Hayes artistieke hoogtepunt eindigde niet lang daarna. Barry White, gearresteerd tijdens de Watts Riots voor plunderen en diefstal van drie televisies, profiteerde in commercieel opzicht enorm van de soft soul revolutie van Hayes. Stevie Wonder en Curtis Mayfield waren z’n artistieke erfgenamen. De hip-hop generatie plunderde zijn muziek naar hartelust op zoek naar groovy samples en Hayes werd als inspirator erkend door rapper Guru van Gangstarr die hem meenam op tour met Jazzmatazz. Voor het grote publiek zal hij echter vooral bekend blijven als de stem van Chef in Southpark.