Is het te laat om klimaatverandering te stoppen?
Door John Sinha
Klimaatwetenschappers waarschuwen ons al bijna drie decennia dat de stijgende uitstoot van fossiele brandstoffen kan leiden tot gevaarlijke en destabiliserende klimaatverandering. Sinds betrouwbare metingen in de late negentiende eeuw begonnen, is de gemiddelde oppervlaktetemperatuur wereldwijd gestegen met minstens 1 graad Celsius (°C).
De regeringen van de wereld hebben het Raamwerk Inzake Klimaatverandering van de Verenigde Naties (UNFCC) ondertekend om te reageren op deze uitdaging. Er zijn meer dan twintig internationale bijeenkomsten geweest, de jaarlijkse conferentie van de partijen (COPs).
Maar desondanks hebben ze geen maatregelen doorgevoerd die de koolstofuitstoot zullen stabiliseren, laat staan verminderen. En volgens de IPCC, de officiële wetenschappelijke adviseurs van de UNFCC, zal in het jaar 2100 de gemiddelde temperatuur tussen de 3,7 en 4,8 °C gestegen zijn als de huidige koers wordt voortgezet.
De regeringen van de wereld hebben zich gecommitteerd aan een grens van twee graden. Maar veel wetenschappers zeggen dat zelfs een 2 °C-grens gevaarlijk is. Een stijging van 2 graden zal een verwoestende impact hebben op de Afrikaanse landbouw, op het bestaan van eilandnaties die worden bedreigd door de stijgende zeespiegel en op de verzuring van de oceaan die ’s werelds koraalriffen vernietigt. Het beperken van de opwarming tot 1,5 °C zou de zeespiegelstijging tot minder dan één meter kunnen beperken.
Verkeerde richting
Maar ondanks deze waarschuwingen brengt het beleid dat vele landen en bedrijven nastreven ons in de verkeerde richting. Australië wil de steenkoolproductie sterk uitbreiden en Canada wil de olieproductie verhogen van de zeer milieuvervuilende teerzanden. Ondanks de uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen is Duitsland sterk afhankelijk van zwaar vervuilende bruinkool.
De Nederlandse economie is sterk afhankelijk van fossiele brandstoffen voor zijn inkomsten. De havens van Rotterdam en Amsterdam blijven de grootste overslagpunten voor olie en steenkool in Europa. Ook werd onthuld dat Royal Dutch Shell, een van ’s werelds grootste oliebedrijven en het grootste bedrijf in Nederland, zwaar lobbyt bij de Europese Commissie om de steun voor hernieuwbare energie te ondermijnen.
En het neoliberale bezuinigingsbeleid dat de Europese elites ons opleggen zal de klimaatcrisis alleen maar erger te maken door oplossingen te blokkeren die het probleem het hoofd kunnen bieden. Steun voor handelsovereenkomsten zoals TTIP zal het makkelijker maken voor fossiele-brandstofbedrijven om te verhinderen dat regeringen zelfs maar maatregelen bespreken die de uitstoot kunnen verminderen.
Sinds de Spaanse economie in crisis raakte, zijn naar schatting meer dan 40.000 banen verloren gegaan in de ooit bloeiende sector duurzame energie. Tegelijk beperken regeringen bijna overal in Europa de steun voor hernieuwbare energie, terwijl ze belastingvoordelen geven aan de vervuilende fossiele-brandstofbedrijven en schadelijke praktijken als fracking bevorderen.
Parijs
Het is in deze context dat in november de COP in Parijs zal worden gehouden. Bij de laatste grote bijeenkomst (COP15) in Kopenhagen in 2009 werd ons verteld dat er een doorbraak zou worden bereikt, of op zijn minst iets dat de regeringen en de grote NGO’s konden spinnen als een overeenkomst. De COP15 mislukte vanwege de enorme invloed die fossiele-brandstofbedrijven hebben op het regeringsbeleid.
De mislukking in Kopenhagen heeft de internationale klimaatbeweging een aantal jaren gedesoriënteerd. De financiële crisis en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen hebben de grip van de fossiele-brandstoflobby op de regeringen sinds die tijd alleen maar versterkt.
Om deze reden zal de COP21 in Parijs niet tot een doorbraakovereenkomst leiden die de emissie naar een veilig niveau zal verminderen. Maar dit zou geen reden moeten zijn tot wanhoop. De potentie om de crisis op te lossen blijft bestaan. We hebben internationaal de groei gezien van een massale klimaatbeweging.
Het is waar dat de schade die al is aangericht niet ongedaan kan worden gemaakt, maar het is niet te laat om een gevaarlijke klimaatverandering te stoppen die de menselijke beschaving zou beëindigen.
In september vorig jaar demonstreerden meer dan 400.000 mensen in New York City in de grootste klimaatdemonstratie ooit. Deze beweging is ontstaan vanuit het falen op regeringsniveau. Nieuwe bewegingen tegen extreme energie, zoals teerzand en fracking, duiken overal op, zoals gedocumenteerd in Naomi Kleins uitstekende boek This Changes Everything.
Zelfs hier in Nederland heeft actie door klimaatactivisten, die aansloten bij de lokale bevolking getroffen door fracking, zoals in Noord-Brabant, de regering gedwongen om een moratorium in te stellen op deze schadelijke activiteit.
Op 29 november zullen mensen in hoofdsteden over de hele wereld demonstreren voor echte en effectieve oplossingen van de klimaatcrisis. Maar het is net zo belangrijk dat we in Parijs op 12 december samenkomen om de boodschap te brengen dat, als de internationale organisaties niet in staat zijn een akkoord te bereiken, we overal zullen mobiliseren om samen met anderen te vechten tegen neoliberalisme en bezuinigingen.
We kunnen onze methoden niet beperken tot lobbyen, we moeten beseffen dat de strijd voor klimaatgerechtigheid ook een politieke strijd is die moet worden gevoerd met alle middelen van een massabeweging.