Ramadan is kapotgemaakt

Dinsdag 18 augustus ontsloeg het Rotterdamse college de moslimfilosoof Tariq Ramadan als gemeentelijke integratieadviseur. Zijn wekelijkse discussieprogramma 'Islam & Life' op het Iraanse Press TV vormde hiervoor de aanleiding. De gang van zaken had echter weinig te maken met een inhoudelijk oordeel over de programma’s van Ramadan – en veel met een politieke lynchpartij van een man die voor veel moslimjongeren een rolmodel is.
21 augustus 2009

Tariq Ramadan

Met toenemende verontwaardiging hebben we in de afgelopen weken moeten toezien hoe de democratische strijd in Iran gekaapt werd door precies die politici, intellectuelen en opiniemakers die de afgelopen jaren een angst- en haatcampagne tegen moslims hebben gevoerd. Sinds de electorale coup op 12 juni zetten wij ons samen met vele anderen via publicaties, petities en solidariteitsacties in om de protesten daartegen onder de aandacht van het publiek te brengen en het Iraanse onder druk te zetten. Wat ons betreft heeft het ontslag van Tariq Ramadan echter weinig te maken met de gebeurtenissen in Iran.

De druppel die klaarblijkelijk de emmer deed overlopen was Ramadans associatie met de Iraanse tv-zender Press TV. Het feit dat hij zijn medewerking aan de zender na de coup van 12 juni niet had opgezegd, zou inhouden dat hij het Iraanse bewind ook politiek steunt. Niets is minder waar, zo blijkt zowel uit de eigen woorden van Ramadan als zijn daden. Press TV is echter wel een van de weinige internationale Engelstalige tv-zenders die bericht vanuit het hart van de islamitische wereld en overal te ontvangen is: een aanlokkelijk podium voor een betrokken moslim-intellectueel die, in tegenstelling tot de Ellians en Hirsi Ali’s, niet ambieert om bij het Westen in goede smaak te vallen, maar werkelijk een dialoog wil bewerkstelligen tussen zijn achterban en het Westen. Naar onze mening was er alle reden voor Tariq Ramadan om na de recente gebeurtenissen in Iran een nieuwe afweging te maken over zijn betrekking bij Press TV. We hadden het toegejuicht als hierover, en over zijn denkbeelden in het algemeen, een inhoudelijke discussie was gevoerd. Maar wel alleen als die vrij zou zijn van de hysterie die het Nederlandse islamdebat op het moment kenmerkt.

De afgelopen jaren domineert een luidruchtige groep opiniemakers en politici het debat over de islam. Zij propageren een beeld van een ‘botsing der beschavingen’, waarin moslims en het Westen elkaars tegenpolen zouden zijn. Zij werpen zich op als de ‘verdedigers van het Westen’ en ‘als je niet vóór ons bent, ben je tegen ons’, dus wie kritiek durft te uiten heult met de vijand. Het is geen toeval dat slechts een paar maanden geleden islamofobe opinieleiders geprobeerd hebben om Ramadan weg te krijgen vanwege vermeende homofobe uitspraken – vermeend, omdat die na een uitgebreid onderzoek door de Rotterdamse gemeente helemaal niet bleken te zijn gedaan. Het enige, terugkerende bezwaar tegen Ramadan is dat hij met een ‘dubbele tong spreekt’. Inhoudelijke bewijzen dragen ze niet aan – maar dat hoeft ook niet, want in het huidige klimaat in Nederland is een mondige moslim al per definitie verdacht en daarmee een legitiem doel voor een haatcampagne. Overigens willen we benadrukken dat wij – atheïsten, agnosten en vrijzinnige moslims – op veel punten van mening verschillen met Tariq Ramadan, maar we prefereren een inhoudelijke discussie boven een hetze.

De islamofobe opiniemakers met hun scheldkanonnades en de door hun zo verfoeide conservatieve ayatollahs zijn twee kanten van dezelfde medaille. De ayatollahs houden de Iraniërs al drie decennia lang voor dat als ze trouw willen zijn aan ‘de’ islam, ze het repressieve systeem en de conservatieve opvattingen van de geestelijken moeten accepteren. In Nederland beweert een groep ayatollahs zonder tulband de afgelopen jaren in wezen hetzelfde, door te stellen dat ‘de’ islam democratie, vrouwenrechten en allerlei sociale vrijheden uitsluit. De islamofobe heren en dames zijn net zo geoefend in het uitroepen van fatwa’s als hun collega’s in Iran. Ook zij dulden geen moslims die zich moslim en democraat noemen. Voor de ayatollahs daar en hier, is niets gevaarlijker dan de aantasting van hun monopolie op de definitie van de ware islam.

De Iraanse protesten zijn zuiver en transparant en wie ze misbruikt voor een nieuwe hetze tegen moslims in Nederland, slaat de plank faliekant mis. De helden van de straten van Teheran zijn geen atheïsten, boeddhisten of christenen, maar overwegend moslims. Voor hen zijn de leuzen ‘Allah is groot’ en ‘weg met de dictator’ niet principieel met elkaar in conflict en hun strijd richt zich niet tegen de islam als zodanig, maar tegen deze islamitische staat. Zij zijn het levende bewijs dat ‘de’ islam als obstakel voor democratie niet bestaat, behalve in de hoofden van de ayatollahs – met en zonder tulband.

Halleh Ghorashi (Bijzonder Hoogleraar Management van Diversiteit en Integratie)
Shervin Nekuee (socioloog, auteur van de Perzisch paradox en mede-oprichter voteforiran.com)
Farhad Golyardi (publicist en redacteur Eutopia)
Behnam Taebi (docent TU Delft)
Peyman Jafari (politicoloog en auteur van Het Andere Iran)

Dit artikel is vandaag in een aangepaste vorm geplaatst als opiniestuk in Trouw