Interview: ‘Het kapitalisme zit op een ramkoers met de planeet’

De Occupy-beweging betrekt nieuwe mensen bij de politieke beweging en de discussies daarbinnen. Nieuwe ideeën worden gelanceerd, oude met een frisse blik bekeken. Een van de initiatieven die hierin een rol speelt is de website Modern activisme. Deze laat verschillende mensen aan het woord die binnen de beweging een rol spelen. Het meest recente interview, met Maina van der Zwan van de Internationale Socialisten, wordt deels ook hier gepubliceerd.
7 november 2011

Interview door Janneke Prins en Lotta Hermans

‘Ik wilde een nieuwe Jacques Cousteau worden … de Franse pionier van de oceanen. (…) Ik ben biologie gaan studeren, omdat ik dacht dat dat het nieuwe front zou worden van milieuactivisme. Op een gegeven moment kwam ik erachter dat de nadruk op die opleiding voornamelijk lag op het doen van onderzoek, terwijl ik zelf meer bewoog richting het maatschappelijke. Toen ben ik ook andere studies gaan doen en kwam ik in het vaarwater van de politiek terecht. (…)

Het had Greenpeace of Dwars (jongerenorganisatie van GroenLinks, JP&LH) kunnen worden, maar ik kwam een poster tegen van de Internationale Socialisten (IS), met daarop de aankondiging van een report-back meeting van de demonstraties tegen een top van de Wereldbank en het IMF in Praag.

Ik herinner me nog dat ik in mijn agenda had geschreven ‘meeting linkse rakkers – kraakpand’. Ik wilde alleen even gaan kijken, maar werd toen geraakt door de gedrevenheid van de organisatoren en hun visie op de wereld. Na afloop had ik zoiets van: ‘Deze mensen zijn serieus, zowel over ideeën als de praktijk. En ze zijn op meerdere fronten actief, ook al zijn ze klein. Het zijn vechters. Hier wil ik me wel bij aansluiten. Als het gaat om de achterliggende theorie, dan had ik nog nooit iets van Marx gelezen, Engels was gewoon een taal voor me en niet meer. Dat kwam allemaal later. Vanaf dat moment heb ik me volledig in het activisme gestort.’

De demonstratie tegen de G8 in het Italiaanse Genua in de zomer van 2001 hielp je radicalisering een handje. Vertel, wat maakten jullie daar mee?

‘Genua was mijn eerste demonstratie en daar gingen meteen mijn ogen open. De Italiaanse staat heeft geprobeerd de protesten met bruut geweld de kop in te drukken. Zo zijn we in elkaar geslagen, is er traangas op ons afgevuurd en is een van de demonstranten, Carlo Giuliani, doodgeschoten. Na die moord sloten nog eens 300.000 mensen uit heel Italië zich de volgende dag bij de massaprotesten aan.

Dat heeft mijn politieke bewustzijn in een stroomversnelling gebracht. Het was een waanzinnige ervaring, die heel bepalend is geweest. Het heeft me gehard … Tegelijkertijd was het in Genua een heel rijk en divers protest waar een enorme kracht vanuit ging. Er waren mensen van over de hele wereld bijeengekomen.’

Wat staat ons te wachten?

‘We staan aan de vooravond van een verdieping van wat een lange, uitgerekte systeemcrisis zal zijn. We zijn nu in een fase beland waarin niet langer bedrijven failliet gaan, maar hele landen. Het arsenaal van de reddingsmiddelen is vrijwel uitgeput. De druk op regeringen wordt groter. Hun oplossing voor de crisis is om hard te bezuinigen op publieke diensten, lonen te verlagen en dus het neoliberalisme van de afgelopen decennia verder door te voeren.

Het is ondenkbaar dat dat op den duur niet gaat leiden tot meer sociale explosies. In het jaar 2011 werden we elke maand weer verrast door een of andere opleving van massaal protest. Van Tunesië naar Egypte, van het Amerikaanse vakbondshart Wisconsin naar de pleinprotesten in Spanje, naar de rellen in Londen en de algemene stakingen in Chili … En dat nog maar als de hoogtepunten.

Waar er wat op welk moment gaat plaatsvinden weten we niet. We weten wel dat Nederland geen eiland zal blijven. Zowel qua impact van de volgende fase van de crisis, als het besef van wat ‘groeien door te snoeien’ daadwerkelijk zal betekenen voor de levens van gewone mensen. Denk aan: het wegvallen van buslijnen, verhoogde zorgkosten, het sluiten van bibliotheken en brandweerkazernes etcetera. Terwijl de meer welgestelden worden ontzien. De verbittering die dit zal creëren vormt de voedingsbodem voor radicalisering, die zowel naar links als naar rechts kan uitslaan.’

Demonstreren tegen bezuinigingen is in jullie optiek een startpunt van protest. Waarom is demonstreren niet voldoende?

‘Dat is nooit voldoende omdat het de machtspositie van de gevestigde orde niet bedreigt. De Egyptenaren hebben dat heel duidelijk laten zien. Er waren massaprotesten, maar daar lag Mubarak niet wakker van omdat het geen echte bedreiging vormt. Het doorslaggevende moment in Egypte was toen een hele snelle stakingsgolf van de Mahalla-textielindustrie oversloeg naar het Suezkanaal. Toen begonnen de economische belangen van de heersende klasse in gevaar te komen. Toen is de afweging gemaakt dat als de situatie verder zou escaleren, deze klasse meer zou gaan verliezen. Ze heeft Mubarak vervangen door een aantal vertrouwelingen in het leger.’

(…) ‘Maatschappelijke verandering is altijd een wisselwerking tussen politieke en economische strijd. Tegelijkertijd is demonstreren wel heel belangrijk voor het uiting geven aan gevoelens die leven. Mensen krijgen het gevoel dat ze er niet alleen voor staan, het geeft zelfvertrouwen. Het is een onmisbaar onderdeel in het opbouwen van een collectieve macht van onderaf.’

Terugkomend op de vorige vraag, wat is er aan te merken op de strategie om via de parlementaire politiek de wereld te veranderen?

‘Je zult binnen links een enorme overeenstemming vinden over wat voor wereld we eigenlijk willen, namelijk meer gelijkheid, sociale omgang met elkaar, een meer harmonieuze relatie met de natuur en er iets voor doen. Het verschil zit hem in hoe je daar komt en wat daar de obstakels voor zijn, met andere woorden, in strategie.

Een overgroot deel van links ziet de weg verandering als eentje die loopt via de bestaande instituten. Het parlement, een grotere stem voor links, aangevuld door sociale strijd, om vanuit het politieke bestel de ruwe kantjes van dit systeem eraf te schaven. De ruwe kantjes eraf vind ik niet genoeg. Ik denk dat de wortel van alle problemen het systeem zelf is, dat het kapitalisme op een ramkoers zit met de mensen en de planeet. Het economisch systeem is gebaseerd op blinde concurrentie en winstbejag. De klassentegenstellingen die dit systeem voortbrengt leggen deze concurrentie vast in machtsstructuren.

Om dat te veranderen, is het niet genoeg om de stemverhouding in het parlement te veranderen, maar gaat het om het veranderen van de economische machtsstructuren zelf. Dat is alleen maar mogelijk door een revolutionair proces. Wat we in Egypte en Griekenland zien, begint bij voor je eigen belangen opkomen en heeft het potentieel om een andere wereld te scheppen. Een waarin winst en concurrentie niet langer de uitgangspunten zijn.’

Wat is jullie rol in zo’n proces?

‘Het is belangrijk om te realiseren dat opstanden worden gemaakt door gewone mensen die een punt bereiken dat ze het niet meer pikken en in actie komen. Honderdduizenden mensen die nog nooit aan politiek of activisme hebben gedaan. Zulke momenten zijn niet te voorspellen en ook niet te forceren. We weten alleen dat in een systeem dat de ene na de andere crisis creëert, sociale explosies onvermijdelijk zijn.

Een revolutionaire organisatie past zich aan aan de omstandigheden en stemt zijn taken af op het niveau van bewustzijn en het niveau van strijd. Als er weinig gebeurt, dan proberen we er voor te zorgen dat er iets van zichtbaar protest is. Zijn die er, dan proberen we die groter te maken en beter te organiseren. In een situatie van massabewegingen, vechten we daarbinnen voor een richting die meer nadruk legt op zelfactiviteit, politieke eisen die breken met de logica van het kapitalisme en een grotere betrokkenheid van de arbeidersbeweging. Dat doen revolutionair-socialisten in Egypte en wij willen in Nederland een organisatie opbouwen die dat hier zou kunnen.’ (…)

Leg eens uit, hoe zit het met de sociale beweging in Nederland? Waarom zijn straatprotesten klein?

‘De afgelopen jaren is er sprake van een extreem laag niveau van sociale strijd. Na 2 oktober 2004 werd het massale vakbondsprotest uitgekocht door een poldercompromis van de FNV. Daarvoor was het ook al niet gelukt om met massaprotesten de oorlog tegen Irak te stoppen.

Er was sprake van desillusie en de blik van verwachtingen verschoof van de straat naar het parlement. De SP kwam in 2006 met 25 zetels in de Tweede Kamer. Het was een uiting daarvan. Zo van: ‘We hebben geprobeerd via massaprotest om de afbraak van de AOW en het prepensioen tegen te houden, maar het lukt niet. Dan moet het maar via het parlement.’ Het zijn niet alleen de politieke partijen zelf, maar het heeft ook te maken met de stemming in de arbeidersklasse. Welke kant kijken arbeiders op als ze verandering willen? Dat heeft ertoe geleid dat het niveau van sociale strijd een stuk lager lag in die periode.

Vervolgens werd dat versterkt door linkse partijen die nog meer de nadruk legden op het in de regering willen komen. En een vakbondstop die de logica van neoliberalisme als onvermijdelijk heeft geaccepteerd en dus een soort strategie van gefaseerd inleveren hanteert.

De twee antiracismeprotesten in 2009 en november 2010 waren een dieptepunt. Terwijl het duidelijk is dat radicaal rechts de moslimhaat aan blijft wakkeren, zei parlementair links – inclusief SP en GroenLinks – dat ze niet deelnamen aan die protesten omdat ze een collega-parlementariër (Geert Wilders, JP&LH) niet buiten het parlement wilden aanvallen.’

Vind je radicaal rechts het grootste gevaar voor onze maatschappij?

‘De opkomst van radicaal rechts is een gevaar voor heel Europa. De Partij voor de Vrijheid (PVV) verspreidt racisme en haatzaaierij. Dit racisme wordt niet meer als zodanig herkend, omdat het een andere vorm heeft gekregen. Er wordt niet meer gezegd: ‘je bent een neger en je moet het land uit’, maar ‘je bent een moslim en een bedreiging voor onze maatschappij.’ Het is een meer culturele vorm van racisme, gebaseerd op afkomst, in plaats van gebaseerd op huidskleur, maar de sociale dynamiek is hetzelfde.

Tegelijkertijd gebruikt extreemrechts agressieve anti-establishmentretoriek, waarmee ze reële sociaal-economische problemen aanboren en kanaliseren tegen een ‘linkse elite’ die ‘samenzweert met de multicultisofties’. Dat geeft een dynamiek, waarbij een potentiële klassenstrijd wordt omgevormd tot het uitspelen van bevolkingsgroepen.

Dat is een hele gevaarlijke ontwikkeling. In Noorwegen liet Anders Breivik zien dat de uiterste consequenties daarvan gewelddadig zijn. Links in Nederland zei zelfs dat Wilders er niet verantwoordelijk voor is. Maar dit had juist het moment moeten zijn om te zeggen: ‘Dit is nou waar al zijn ideeën toe leiden. Dit is racisme in de praktijk.’ Het feit dat Wilders nooit openlijk een racist wordt genoemd is waanzin!

Het antwoord op de opkomst van radicaal rechts moet bestaan uit een klasse die terugvecht en een linkse vleugel die ook tegen racisme vecht en het gevaar ervan benoemt. De schoonmakerstaking is een heel goed voorbeeld van sociaaleconomische strijd. Mensen van allerlei culturen ontdekten dat ze meer met elkaar gemeen hebben dan met hun witte bazen of politici. De Groningse schoonmakers zijn overwegend wit en schoonmakers in de Randstad zijn overwegend gekleurd. Die stonden in het begin apart. Aan het eind van de staking waren veel vooroordelen afgebroken door de ervaring om samen te strijden. ’t Is een belangrijk voorbeeld om de strijd tegen racisme te winnen.’

We zien dat de schoonmakerstaking je blijft inspireren. Als we even met je mogen doordenken, hoe ziet je ideale wereld er dan uit? Hoe ziet socialisme er in de praktijk uit?

‘De draaiboeken liggen niet klaar voor een toekomstige socialistische maatschappij. Mijn uitgangspunten voor een ideale maatschappij is dat mensen collectief in hun behoefte voorzien en daar controle over hebben. Voor mij is socialisme een economische democratie, in plaats van dit losgeslagen systeem waar niemand controle over heeft – het is toch compleet irrationeel om je eigen leefomgeving te vernietigen omdat het winst oplevert?

Je produceert wat er nodig is en iedereen levert naar eigen vermogen. Dat betekent in de praktijk dat verspilling wordt afgeschaft. Geen reclame meer, geen wapenindustrie, wetenschappers werken samen om problemen op te lossen in plaats van dat ze met elkaar concurreren. De efficiëntie en sociale rechtvaardigheid zijn uitgangspunten van mijn ideale wereld. (…)

Er is meer dan genoeg voor iedereen, nu al, anno 2012. Er hoeft geen enkele schaarste te zijn.’

Wat als het ideale scenario niet plaats gaat vinden?

‘Ik denk dat het kapitalisme op een dusdanige ramkoers zit met de planeet, onze eigen leefomgeving, dat het in deze eeuw een kwestie is van socialisme of barbarij. In de vorm van klimaatverandering, een tekort aan water, oorlogen, kloof tussen rijk en arm die op een gegeven moment onhaalbaar is en leidt tot een enorme sociale explosies. De wereld is een snelkookpan. Dat brengt grote gevaren met zich mee, maar ook fantastische mogelijkheden. (…)

Wat we nu in de Arabische wereld en in Europa zien, is dat revolutie een reële optie is in de eenentwintigste eeuw. Dat zou het uitgangspunt moeten zijn. Denk groot, wees realistische en eis het onmogelijke. Het is niet: “Verbeter de wereld, begin bij jezelf” maar: “Verbeter jezelf, begin bij de wereld.”’

Voor het complete interview: zie de website van Modern activisme