Interview Afghaanse asielzoekster: ‘De IND drijft ons tot wanhoop’

Sahar mag blijven en volgens minister Leers zijn er nog honderd ‘verwesterde meisjes’ zoals zij. Maar voor duizenden andere uitgeprocedeerde asielzoekers rest er niets anders dan uitzetting, voor velen met levensgevaar. Dat dit leidt tot hopeloze situaties liet de zelfverbranding van de Iraniër Kambiz Roustayi zien. Met zijn wanhoopsdaad legde hij het onmenselijke asielbeleid bloot. Tijdens de wake ter nagedachtenis van Roustayi vertelde Fatima, ongedocumenteerd asielzoekster, over haar eigen ervaringen.
7 mei 2011

Interview door Hans Lammers

‘Mijn moeder stond ook op het punt een zelfmoordpoging te doen, maar omdat ze mij had zette ze niet door.’ Net als Sahar komt ze uit Afghanistan en loopt ze ernstig gevaar mocht ze uitgezet worden naar Afghanistan.

Het verhaal van Fatima en haar moeder gaat over hoe twee vrouwen door de Immigratie en Naturalisatie Dienst, de IND, in een kwetsbare positie zijn gebracht waardoor ze een gemakkelijke prooi werden voor mannen uit het criminele circuit.

Sinds 2001 proberen ze een verblijfsvergunning te krijgen. ‘De IND zegt dat we onze Afghaanse identiteit moeten bewijzen maar de echtheid van de geboorteakte van mijn moeder is al erkend door de Afghaanse ambassade in Nederland. Ze verzinnen maar wat om van ons af te komen.’, vertelt Fatima. ‘Ze willen persé een bevestiging van de autoriteit in Afghanistan. Dan zouden we een verblijfsvergunning kunnen krijgen. Maar inmiddels denk ik dat als we de bevestiging krijgen ze weer met iets anders gaan komen.’

Procedures

Het wantrouwen van de IND heeft te maken met het feit dat Fatima en haar moeder gedwongen waren om andere namen op te geven in andere procedures in Frankrijk en België. Dat ze daar goede redenen voor hadden, lijkt de IND weinig te interesseren. ‘Iedere keer merkte ik dat ons dossier door iemand anders werd behandeld.’, verzucht Fatima.

Hun bestaan in Nederland begon in 2001 na een vlucht uit Moskou voor de problemen die haar familie ondervond door racisme tegen Afghanen. ‘We hadden niet genoeg geld om hierheen te vluchten met onze hele familie. Mijn vader wilde dat ik eerst met mijn moeder zou gaan. In Nederland kregen we ergere problemen dan die we hadden in Moskou.’

Op het moment dat Fatima’s moeder wanhopig probeerde in contact te treden met haar familie in Rusland omdat ze vernam dat haar man was overleden, ging het fout. Iemand uit het asielzoekerscentrum zei hen in contact te kunnen brengen met haar familie. Fatima en haar moeder werden echter door deze persoon bedreigd en ontvoerd naar Frankrijk. Daar werden ze gedwongen om mee te werken aan een verblijfsvergunning voor hem door een verzonnen verhaal op te houden.

Mishandeld

Fatima’s moeder werd mishandeld. Uiteindelijk werd de dader opgepakt door de Franse politie en lukte het Fatima en haar moeder om weer in Nederland te komen. In Zevenaar kregen ze te horen dat ze uitgeprocedeerd waren. Door hun vermissing had de IND het dossier gesloten.

Toen weken ze uit naar België in de hoop daar een veilig onderkomen te vinden. Ze gaven valse namen op om niet teruggestuurd te worden naar Nederland. Ondertussen probeerden ze in Nederland een advocaat te regelen. Uit angst om weer geweigerd te worden, besloten ze om niet te vermelden dat ze in België verbleven. Maar de advocaat kwam hier via de IND achter en wilde vervolgens niet meer met hen verder. De wanhoop groeide en de jonge Fatima ging zelf op zoek naar oplossingen waarmee ze in een ware hel belandde.

‘Ik probeerde om een sneller verblijf te krijgen. Een vriend van een vriendin hield een mooi verhaal over dat hij een verblijfsvergunning had en dat als ik met hem zou trouwen, ik kon blijven in Nederland. Ik was heel blij om dat te horen. We spraken af en ik legde mijn situatie uit. Hij zat in een slechte loverboy-wereld.’ Fatima werd ontvoerd omdat haar moeder niet akkoord ging met het huwelijk. Ze werd mishandeld en verkracht. Uiteindelijk lukte het om uit de macht te komen van haar verkrachter.

Ondergedoken

Tot op heden gaan Fatima en haar moeder nog steeds ondergedoken door het leven. Ze hebben geen vaste verblijfplaats. De werkvergunning die Fatima heeft blijkt een zinloos papiertje te zijn omdat zij geen sofinummer kan krijgen. ‘Ik heb nu een vriend, daar verblijf ik af en toe, of ik ben bij mijn moeder. Zij verblijft af en toe bij haar vriendinnen. Zo overleven we het, maar hoe lang moet dit duren? Ik voel me nooit op me gemak want ik heb nooit privacy. Als de IND ons terugstuurt naar Afghanistan dan ben ik bang voor steniging. Dat doen ze daar met alleenstaande en verkrachte vrouwen.

‘Als mensen zo onrechtvaardig worden behandeld raken ze hun zelfrespect kwijt, dan gaan we denken, “misschien zijn we ook wel geen mensen.” Dan gaan we dingen doen zonder van onszelf te houden. Ik snap dus waarom die Iraanse asielzoeker zichzelf in de brand stak. De IND dreef hem tot wanhoop.’

De naam Fatima is om veiligheidsredenen gefingeerd.