Interventie verlengt Syrische burgeroorlog

Door Jeroen van der Starre
Het belegerde Oost-Aleppo is de afgelopen weken steeds zwaarder gebombardeerd. Het stadsdeel werd bestookt met giftige vatbommen, waarbij ook de campagne van het regime om ziekenhuizen te bombarderen werd voortgezet. Tijdens het staakt-het-vuren ging Assad door met het aandraaien van de duimschroeven: hulpgoederen werden niet doorgelaten en volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten vielen in die week 162 doden in Oost-Aleppo door bombardementen.
Toen deze krant gedrukt werd, hadden zich zo’n 6.000 voornamelijk buitenlandse strijders verzameld voor een grondoffensief dat de genadeklap moet toebrengen. Het gevaar is groot dat zij een slachting zullen aanrichten onder de 250.000 Syriërs die nog in Oost-Aleppo verblijven. Op andere plaatsen in Syrië heeft het regime de afgelopen weken overwinningen geboekt op de oppositie.
In de wijk Waer in Homs en de stad Daraya sloten opstandelingen een akkoord met het regime, waarin zij de gebieden overgaven aan Assad in ruil voor veilige doorgang naar bevrijde delen van Syrië voor de strijders en hun families. Het besluit om zich over te geven volgde in beide gevallen op een belegering door het Syrische leger. Deze nederlagen waren des te pijnlijker omdat beide plaatsen vanaf het begin bolwerken van de revolutie waren.
Staakt-het-vuren
De opmars van Assad is één reden waarom het staakt-het-vuren bij voorbaat kansloos was. Dat bestand was vooral in het belang van de VS, die het zagen als opstap naar gezamenlijk militair ingrijpen van de VS, Turkije, Rusland en het Syrische regime tegen Daesh en Jabhat Fatah al-Sham (JFS), het voormalige Nusra- front. De VS wil toewerken naar een herstel van de Syrische staat, het liefst zonder Assad en met vertegenwoordiging vanuit een deel van de oppositie. Maar dat is geen harde eis meer.
Rusland en Assad willen ook een herstel van de Syrische staat, maar wel onder leiding van Assad en op basis van een overwinning op zowel de reactionaire krachten zoals Daesh en JFS als op de progressieve verzetsgroepen. Hun inschatting is dat de tijd in hun voordeel werkt en dat het voortduren van de oorlog hen in staat stelt om hun macht uit te breiden en de onderhandelingspositie van de VS zal verzwakken. Deze twee factoren samen versterken hun positie in volgende onderhandelingen.
Voor de VS wordt de situatie ondertussen ingewikkelder. Vanaf het begin hebben de VS geprobeerd zich terughoudend op te stellen, om niet een nieuwe oorlog ingezogen te worden. Ze waren nooit geïnteresseerd in een overwinning voor de revolutie, maar hoopten dat de opstand zou helpen Assad tot een ‘ordelijke transitie’ dwingen. Dit verklaart waarom de VS in 2014 weigerden om de Syrische rebellen – die grotendeels weerloos zijn tegenover luchtaanvallen – beter te bewapenen. Deze opstelling versterkte de reactionaire milities als al-Nusra, die beter georganiseerd en bewapend waren. Nu zetten de VS rebellen onder druk om de strijd tegen Assad te staken.
De Turkse aanval op Daesh en de Syrisch-Koerdische YPG maakt de situatie er niet beter op. Tot nu toe was de YPG voor de VS een steunpilaar aan de grond in de strijd tegen Daesh, hoewel de VS zeker geen voorstander zijn van Koerdische autonomie in Syrië. De Turkse inval is bedoeld om deze positie van de Koerden over te nemen. De VS staken de Koerden daarop een mes in de rug en eisten dat zij zich zouden terugtrekken naar het oosten. Contrarevolutionaire ‘vrede’ Deze verschuivingen brengen, mede gezien de toenadering tussen Turkije en Rusland, gezamenlijke militaire coördinatie van de VS en Turkije met Assad, Rusland en andere bondgenoten van het regime dichterbij.
Als dat gebeurt, betekent dat op korte termijn alleen een verdere escalatie van de oorlog. De aanvallen op Daesh en JFS zullen toenemen, terwijl samenwerking het regime nog meer ruimte zal geven om elk verzet met de meest grove oorlogsmisdaden de kop in te drukken. Op langere termijn zou een dergelijk bondgenootschap het waarschijnlijker maken dat Assad zijn positie weet te behouden. Zo’n ‘vrede’ zal over de ruggen van de Syrische revolutie en de Syrische Koerden gaan.
Assad is natuurlijk direct verantwoordelijk voor de burgeroorlog in Syrië. Hij beantwoordde de vreedzame demonstraties tijdens de Syrische revolutie met militair geweld en bombardementen. Hij liet soennitische jihadisten vrij en droeg zo bij aan de opkomst van Daesh en alNusra. Zo kon hij zich als tegenstander van terrorisme en verdediger van de ‘orde’ presenteren. Maar zonder ingrijpen door Rusland, Iran en Hezbollah had Assad nooit kunnen overleven. De cynische machtspolitiek van de VS ten aanzien van de rebellen heeft de revolutie verzwakt en het regime versterkt.
Oplossing
Een echte oplossing kan alleen van een hernieuwde Syrische revolutie komen. De eerste voorwaarde hiervoor is een einde aan de burgeroorlog. Dat betekent dat elke ‘vrede’ waarin het regime van Assad overleeft, onacceptabel is. Zo’n contrarevolutionaire ‘vrede’ zal uitlopen op het uitroeien van de restanten van de revolutie.
Om een bijdrage te leveren moet links zich krachtig uitspreken voor terugtrekking van alle buitenlandse imperialistische machten uit Syrië. Ten tweede moeten we solidair zijn met het Syrische volk: de grenzen moeten geopend worden voor vluchtelingen en we moeten solidair zijn met de linkse krachten in Syrië en het Midden-Oosten als geheel.
Dat laatste is belangrijk: de heropleving van de revoluties elders in de Arabische wereld kan helpen om de impasse in Syrië te doorbreken. Dat betekent dat we ons ook moeten verzetten tegen de Saoedische bombardementen op Jemen. Alleen de strijd van onderaf tegen dictatuur en imperialistische inmenging kan de Arabische wereld bevrijden.