Informatieoorlog rond de genocide op Gaza

Direct na de aanval van Hamas op 7 oktober begon de Israëlische leugenmachine te draaien. Israëlische bronnen stelden dat Hamas zich op onschuldige burgers zou hebben gericht, er op grote schaal verkrachtingen zouden hebben plaatsgevonden en dat er bewust op kinderen werd geschoten. De Amerikaanse president Joe Biden stelde zelfs dat hij foto’s van onthoofde baby’s zou hebben gezien. Het Witte Huis moest deze claim later intrekken.
Twee weken later blijkt er van al deze Israëlische claims weinig waar te zijn. Bijna de helft van de Israëlische slachtoffers die nu zijn geïdentificeerd, dienden in het leger of bij de politie. Er zijn nog geen namen bekend van kinderen onder de drie jaar die vermoord zouden zijn. En meerdere verklaringen van overlevenden van de aanvallen in de nederzettingen, waaronder het dansfeest, weerspreken de claim dat Hamas als ‘menselijke dieren’ te keer ging.
Logica achter de aanval
De gewapende tak van Hamas, de Al-Qassam-brigade, lijkt verschillende doelen te hebben gehad met de aanval op Israël. In de eerste plaats probeerde ze legereenheden uit te schakelen rond de grenzen van de openluchtgevangenis die Gaza heet. Hiernaast probeerde zij Israëli’s gevangen te nemen om hen als ruilmiddel te gebruiken tegen Palestijnse gevangenen. Ongeveer 5.300 Palestijnen zitten in ‘administratieve detentie’, wat betekent dat zij zonder aanklacht vastzitten. Dit komt neer op geïnstitutionaliseerde ontvoeringen, maar over deze gijzelaars horen wij onze politieke leiders nooit.
Dat het dodental zo hoog lag, heeft ook te maken met de Israëlische reactie op de aanval. Zo werd de Israëlische Yasmin Porat een aantal dagen in de kibboets Be’eri vastgehouden. In een later door de Israëlische radio verwijderd interview stelde ze dat het niet de moordlust van de Hamasstrijders was die zorgde voor het bloedbad bij de kibboets op 9 oktober, maar de reactie van het Israëlische leger. Het leger probeert koste wat het kost Israëlische gijzelaars te voorkomen, zelfs wanneer dit hun dood betekent. In een gevangenenruil met Hamas in 2011 ruilde Israël één soldaat tegen 1.027 Palestijnen.
Naast de militaire doelen van de aanval van Hamas speelt de context ook een belangrijke rol. De extreemrechtse regering van Israël voerde het afgelopen jaar de etnische zuivering van de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever op. Tegelijkertijd onderhandelde de overheid met tal van regimes in de regio, zoals Turkije en Saudi-Arabië, over ‘normalisering’ van de betrekkingen. Met de aanval op Israël laten de Palestijnen zien dat ze niet slechts een subject van de geschiedenis zijn, maar deze ook kunnen maken.
Israël
Terwijl Nederlandse media en politici zich de afgelopen weken richten op het zogenaamde recht op zelfverdediging, maken Israëlische politici geen geheim van hun genocidale intenties. Niet alleen wordt de Gazastrook kapot gebombardeerd, maar de regering jaagt ook het kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever aan. Zo deelde de fascistische minister van veiligheid Itamar Ben-Gvir gratis wapens uit aan kolonisten. Ben-Gvir is een bewonderaar van Baruch Goldstein, een Israëlisch-Amerikaanse massamoordenaar die in 1994 bij een aanslag op een moskee 29 Palestijnen doodschoot.
De Israëlische minister van ‘Defensie’ Yoav Gallant rechtvaardigde de bombardementen van Gaza door te stellen dat ‘er geen onschuldige burgers wonen in Gaza’. In een interview uit 2018 stelde de minister van Financiën Bezalel Smotrich dat Palestijnen drie opties hebben: zich te onderwerpen aan Israël, te vluchten of zich te verzetten met de dood als gevolg. Toen een pogrom van kolonisten in maart het Palestijnse dorp Huwara in de as legde, riep hij op het dorp van de kaart te vegen. Etnische zuivering is eigen aan het Israëlische project. Het verschil van deze regering met de voorgaande is dat ze er geen doekjes om windt.
Perspectief
De Israëlische poging om een twee de Nakba tot stand te brengen, mag niet onbeantwoord blijven. Dit betekent dat we in Nederland alles op alles moeten zetten om een tegenwicht te bieden aan de trouwe steun aan apartheid door media en politici. De afgelopen maand vonden er al tal van massale demonstraties plaats, maar we zouden dit moment moeten gebruiken om mensen te integreren binnen de solidariteitsbeweging met de Palestijnen. Ook zijn er meer dwarsverbanden nodig met andere sociale bewegingen zoals de vakbeweging en de klimaatbeweging.
Hierbij zouden we inspiratie kunnen putten uit het massale verzet in het Midden-Oosten. In Jordanië gingen honderdduizenden mensen de straat op in solidariteit met de Palestijnen. In Ramallah, in de Westelijke Jordaanoever, werden grote protesten georganiseerd tegen de Palestijnse Autoriteit. In Egypte wisten activisten, ondanks de zware staatsrepressie, voor het eerst sinds 2013 het Tahrirplein te bereiken. Zij scandeerden ‘waar is het Arabische leger?’ als een verwijzing naar de medeplichtigheid van Egypte aan de genocide op de Palestijnen. De protesten herinneren alle autoritaire leiders in de regio eraan dat zij niet alles in de hand hebben.