In memoriam – Jan Verhaegh (1946 – 2023)
Jan werd vlak na de oorlog geboren als oudste kind in een Noord- Limburgs gezin van negen kinderen. Vanwege ogenschijnlijke gedragsproblemen werd hij op zijn zevende naar een katholieke kostschool gestuurd om te leren gehoorzamen. Dit liet traumatische sporen achter, hij zou de rest van zijn leven een lastige relatie met de Kerk hebben. Waar het maar even kon (en soms ook als het niet logisch uit een gesprek voortvloeide) viel hij het patriarchaat aan.
Nadat hij de kweekschool had afgerond, werkte Jan een tijdje als onderwijzer en volgde eind jaren zestig een studie theologie in Nijmegen. Daar kwam hij in aanraking met het marxisme. Zijn vrouw Marietje en hij werden actief bij de CPN en waren betrokken bij de organisatie van de eerste Roze Zaterdag op 14 april 1979 in Roermond. Het protest richtte zich tegen bisschop Gijsen, een kerkelijke patriarch waartegen Jan altijd is blijven ageren.
Door de studie van zijn dochter Mirjam ontdekte Jan dat hij het syndroom van Asperger had. Eind jaren negentig begon hij zich sterk te maken voor de cliëntenbeweging. ‘Samen met lotgenoten wil ik collectieve belangen behartigen en werken aan een betere ggz’, legde hij uit in een indrukwekkende, persoonlijke bijdrage aan het tweede handboek psychiatrie en filosofie, dat in 2020 werd gepubliceerd. Hij zette zich in voor het European Network of Users and Survivors of Psychiatry en het World Network of Users and Survivors of Psychiatry. Op 65-jarige leeftijd behaalde hij een masterdiploma in de filosofie van de psychiatrie aan de University of Central Lancashire in Engeland. Ook verzorgde hij een kritische psychologiesessie met Multiloog op het Marxisme Festival van 2017, hij was sinds 2010 lid van de Internationale Socialisten.
Jan was een intellectueel: hij was een wandelende encyclopedie. Tijdens een overleg dat hij in coronatijd online had met onderzoekers aan de Universiteit Maastricht, citeerde hij de een na de andere relevante titel en vatte die samen.
Jan en Marietje kenden veel verdriet in hun leven. Ze verloren twee kinderen, in 1969 stierf Simone vlak na haar geboorte. En zes jaar geleden overleed Mirjam op 38-jarige leeftijd aan borstkanker. Om deze verliezen te verwerken, probeerde Jan meer contact te maken met zijn lichaam. Hij legde daarbij graag uit hoe in de jaren dertig Wilhelm Reich al waarschuwde voor de opkomst van fascisme, doordat jongemannen geen contact konden maken met de emoties in hun lichaam. Ook daarin kwam de strijder in Jan naar voren, tot op zijn oude dag bleef hij druk met De Socialist verkopen in zijn omgeving en het uitdelen van flyers – onder andere tegen het opkomende fascisme.
Het laatste gesprek dat we in het ziekenhuis hadden, voerden we deels geschreven op papier vanwege beademingsapparatuur om zijn hoofd. Hij was moe, hij had zware COPD. Maar nog altijd was hij vol belangstelling voor zijn medemens en sprak hij zich sterk uit tegen machomannen die emoties niet dulden.
Jan overleed op dezelfde dag als de Amerikaanse zanger en civil rights activist Harry Belafonte, zijn crematie is op 1 mei – de dag van de arbeid. Deze samenloop had hij mooi gevonden. Rust in kracht, lieve kameraad.