Hypocrisie en moslimhaat overspoelen Europa

De aanslag in Parijs werd breed veroordeeld. Dat is terecht, wij zijn ook tegen terreur. Maar we weigeren daarbij aan de kant te staan van westerse regeringsleiders. Zij zijn onderdeel van het probleem, niet van de oplossing.
23 januari 2015

Door Ewout van den Berg

Het enthousiasme waarmee extreem-rechts reageerde op de aanslag was voorspelbaar. Wilders liet weten dat het ‘nu oorlog is’ tussen het Westen en de islam. Uit meer gematigde hoek werden moslims opgeroepen afstand te nemen van de daders, zoals bijvoorbeeld door de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb. Maar als er een verband is tussen terreur en islam, waarom werden dit soort aanslagen 25 jaar geleden dan niet gepleegd?

Voedingsbodem voor aanslagen

De aanslagen van 11 september werden gepleegd door een groep die eerder door het Westen getraind werd in de strijd tegen de Sovjet- Unie. Sindsdien voert het Westen echter een ‘oorlog tegen terreur’ en is islamofobie in opkomst.

De afgelopen weken is deze hetze geïntensiveerd. Moskeeën worden beklad of in brand gestoken. Moslima’s beschrijven op internet hoe ze op straat worden uitgescholden. Mohamed El Makouli, een Marokkaans-Franse man, werd zelfs voor zijn deur doodgestoken.

Landen als Irak en Libië werden de afgelopen vijftien jaar aan puin gebombardeerd voor geopolitieke belangen. Deze vernietiging heeft geleid tot de opkomst van reactionaire en gewelddadige groepen zoals Islamitische Staat. De aantrekkingskracht van deze groepen wordt versterkt door de onvoorwaardelijke westerse steun voor criminele regimes in Israël, Saudi-Arabië en Egypte.

Tel hierbij op: de lange koloniale en imperialistische geschiedenis van een land zoals Frankrijk. Ongeveer een miljoen Algerijnen werden vermoord tijdens een bloedige bevrijdingsoorlog die ook op de straten van Parijs werd uitgevochten. Tijdens een pro-onafhankelijkheidsprotest in 1961 vielen 200 doden. Onder Hollande voert het Franse leger oorlog in Mali, Somalië, Ivoorkust en de Centraal- Afrikaanse Republiek om de toevoer van grondstoffen zeker te stellen.

Reactie

Het is dus geen verrassing dat juist Frankrijk in januari het toneel werd van een aanslag. Wel een verrassing was dat dezelfde Europese regeringsleiders die vier jaar geleden nog zeiden dat het multiculturalisme ‘mislukt’ was, nu stellen dat de islam niet het probleem is. Zo liep Merkel zelfs mee in een protest tegen Pegida. Deze opportunistische opstelling laat zien dat een gedeelte van de heersende klasse bang is voor de krachten die ze zelf heeft losgemaakt.

Tijdens het protest op de Dam zei Mark Rutte: ‘De stem van Charlie Hebdo klinkt massaler en krachtiger dan ooit. Dat is het beste antwoord dat we kunnen geven.’ Maar dit is alleen het beste antwoord als we de haat verder willen aanwakkeren. Talloze media namen de islamofobe cartoons van Charlie Hebdo over.

Dat het hier niet gaat om de ‘vrijheid van meningsuiting’, maar om een racistische dubbele standaard, liet het voorbeeld van de Berliner Zeitung zien. Toen bleek dat zij per ongeluk een antisemitische cartoon had gepubliceerd, trok zij deze direct in en bood haar excuses aan.

Talloze regeringsleiders die zelf oorlogen voeren en journalisten opsluiten kwamen samen in Parijs voor een fotomoment tijdens de demonstratie. De Israëlische president Netanyahu, afgelopen zomer nog verantwoordelijk voor de dood van meer dan 2100 Palestijnen en 17 journalisten, gebruikt de aanslag om Europese Joden naar Israël te lokken.

Antiracisme en links

Juist in deze tijden van verwarring en crisis is het belangrijk dat links een politiek van hoop biedt. De SP sloeg in de Tweede Kamer de plank mis. De partij vroeg tijdens het debat aan Rutte: ‘Hoe kijkt de premier terug op de bezuinigingen op inlichtingendienst AIVD, waarbij veel kennis en ervaring verloren is gegaan. Kan hij verzekeren dat nu alles in het werk wordt gesteld om weer voldoende capaciteit en kundeop te bouwen?’ Hiermee lijkt de partij de Franse staat achterna te willen gaan, die bijna een half miljard euro extra investeerde in haar ‘veiligheidsdiensten’.

Het repressieve apparaat van de staat – politie, inlichtingendiensten en het leger – is juist een belangrijke oorzaak voor de vervreemding van jongeren die opgroeien in buitenwijken van de grote steden. Bovendien worden dezelfde diensten ingezet om op grote schaal mensen af te luisteren en demonstraties te criminaliseren.

Onlangs vertelde klokkenluider Edward Snowden in een interview met Nieuwsuur nog dat inlichtingendiensten AIVD en MIVD zich ‘ondergeschikt’ opstellen ten opzichte van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA.

De taak voor links is niet om dit apparaat uit te bouwen, maar om te wijzen op de achtergrond van de terreur door individuen en hoe deze voortkomt uit de staatsterreur van het Westen. Om deze geweldscyclus te kunnen doorbreken, moet links de onderdrukten een stem geven en schouder aan schouder staan in de strijd tegen armoede, racisme en oorlog.

Vorig jaar gingen duizenden mensen de straat op in solidariteit met de Palestijnen en tegen Wilders’ oproep tot etnische zuivering. Om de giftige verdeel-en-heerspolitiek te gaan stoppen, moeten we opnieuw de krachten bundelen om het protest op de internationale dag tegen racisme 21 maart zo groot mogelijk te maken.