Honger naar verandering
Interview door Donya Alinejad
De broden waarmee demonstranten van Tunis tot Caïro zwaaien getuigen van de gevolgen van onrecht en ongelijkheid die samenhangen met de voedselcrisis. Vandana Shiva erkent de kracht van de protesten en vindt dat degenen in de regio die de democratisering tegengaan, dezelfde heersers die de voedselongelijkheid in stand houden, uit hun macht moeten worden ontzet. ‘Grote bedrijven zijn de Mubaraks van het voedselsysteem’, verklaart ze, ‘en nu gewone burgers hebben laten zien dat ze in staat zijn om dictators fysiek omver te werpen, is het belangrijk dat ze zich organiseren om de dictators in het bedrijfsleven omver te werpen.’
Het principe van ‘voedselsoevereiniteit’ – het recht van mensen om controle uit te oefenen over hun eigen voedsel en landbouwsystemen – verenigt wereldwijd een grote basisbeweging van lokale bevolkingsgroepen, armen, boeren en milieuactivisten. Volgens Shiva vormen landen als Egypte een goed voorbeeld van hoe een onrechtvaardig systeem de voedselsoevereiniteit vernietigt.
‘Egypte produceerde genoeg graan voor zichzelf, maar vervolgens maakten structurele aanpassingsprogramma’s het land tot een graanimporteur. Je bent afhankelijk van graan, maar graan is ook een handelswaar waarmee gespeculeerd wordt. Natuurlijk zullen de prijzen dan stijgen.’ Shiva onderstreept de waanzin van het huidige systeem: ‘Zeventig procent van de maïs in de VS is voor veevoer. Dertig procent is voor de productie van ethanol. Men verbouwt er meer graan, maar niet voor menselijke consumptie. Ze stelen het water en het land van de mensen, ze stelen letterlijk omdat ze de prijzen laten stijgen, van graan maar ook van voedsel in het algemeen. Sinds 2008 zijn de prijzen verdubbeld.’
Ook nu nog wegen belangen in landbouwzaken zwaarder dan de rechten en behoeften van mensen. ‘We moeten daarom een andere visie op de wereld ontwikkelen, een andere politieke economie en een andere filosofie, waarin de aarde een familie vormt en waarin we allemaal recht hebben op een gelijk aandeel in haar geschenken.’
Gemeenschapsbanken
Shiva’s organisatie Navdanya is gevestigd in India en is verantwoordelijk voor het opstarten van gemeenschapsbanken voor zaden, als alternatief voor de genetisch gemodificeerde zaden die door multinationals worden bevorderd. Navdanya leidt ook boeren op en heeft het grootste biologische fairtradenetwerk in het land opgezet. ‘We zijn van het zaad bij de tafel uitgekomen’, zegt Shiva tijdens haar bezoek aan het Food Film Festival in Amsterdam, met een lach die zo stralend is als de doek die ze om heeft (haar handelsmerk), en de grote rode stip op haar voorhoofd.
Als ze aan het woord is, houdt haar voorkomen het midden tussen de kalmte van een grootmoeder en de passie van een geëngageerd expert. Haar door Gandhi geïnspireerde gewoonte om ‘onrechtvaardige wetten’ te negeren door zaden te redden is niet beperkt tot het Indiase platteland. Shiva is onlangs ingegaan op het aanbod om met boeren in Irak gemeenschappelijke zadenbanken te gaan opzetten.
‘Volgens mij is het redden van zaad dubbel zo belangrijk in de context van oorlog, omdat in oorlogsgebieden de landbouw gedestabiliseerd wordt en dan begint veel van het lokale erfgoed verloren te gaan. Het wordt alleen maar erger met het Irakese bevel nr. 81 dat door Paul Bremer is ingevoerd. Die regel maakt het illegaal voor boeren om hun eigen zaden op te slaan.’
Bevel 81 beschermt de commerciële belangen van grote zadenbedrijven die zakendoen in Irak, en maken het illegaal voor boeren om de zaden te gebruiken die in de loop der eeuwen in de Irakese landbouw zijn ontwikkeld: ‘Irak is een land dat de wereld de varianten van koren en graan heeft geschonken.
‘Dit is het centrum van waaruit de landbouw ontstaan is. Het is erg belangrijk voor boeren in Irak om de vrijheid te hebben zelf hun eigen zaden te kweken, omdat het gaat om zaden die aangepast zijn aan het klimaat van het gebied.’
Door haar verstrekkende activisme ziet Shiva de verbindingen tussen de problemen van de boeren in ontwikkelingslanden en de mogelijkheden tot actie in het Westen. ‘De reden waarom het leggen van het verband de sleutel is’, zegt ze, ‘is dat de wereld met elkaar verbonden is. De belangen die zorgen voor het zeer onrechtvaardige voedselsysteem zijn wereldwijde belangen.
‘Neem twee van de grootste mondiale landbouwconcerns, Monsanto en Cargill. Hetzelfde Monsanto promoot genetisch gemodificeerde zaden in Europa en in India. Hetzelfde Cargill dwingt niet alleen ons, maar ook onze dieren soja te eten, alleen omdat het buitengewoon winstgevend voor ze is. In zekere zin verenigen de spelers op het wereldtoneel ons zowel structureel als materieel. We krijgen te maken met dezelfde gevaren – in Egypte, India, Europa en wereldwijd.
‘Volgens mij gelden de principes die ten grondslag liggen aan de voedselbeweging overal: landbouwecologie, lokale productie en voedselsoevereiniteit. Op basis daarvan kan elk van deze landen meer werkgelegenheid scheppen. Voedsel en werkgelegenheid zijn twee onderwerpen die samenkomen in een alternatief systeem dat ten dienste staat van de mensen zelf, in plaats van tegen hun belangen in te gaan.’
Landbouwbedrijven
Shiva’s visie is geworteld in het behoud van de diversiteit in cultuur en biologische soorten. Het belangrijkste obstakel, in haar ogen, is de ongebreidelde macht van de grote landbouwbedrijven. Shiva: ‘Als de mensheid verzekerd wil zijn van een toekomst, moet ze af van het idee dat bedrijven zelf mensen zijn en recht hebben op vrije meningsuiting.
‘Dat idee ligt ten grondslag aan een recente uitspraak van het Hoog¬gerechtshof in de VS, waar bedrijven nu hun macht hebben opgeëist om verkiezingen te beïnvloeden. Ze beweren dat het geld dat ze bijdragen hun vrijheid van meningsuiting is. Maar als bedrijven verkiezingen kunnen controleren, controleren ze wie er verkozen wordt, en ze zullen alleen die mensen laten verkiezen die voor hen werken.
‘Het leidt dus onvermijdelijk tot een ondernemerssstaat, en zo’n staat is het fundament van fascisme. We weten dat als economische en politieke macht samengaan, de democratie het onderspit delft.’
Voor Shiva betekent een menselijke toekomst ook een duurzame relatie tussen het leven op het platteland en het leven in de stad. ‘Er woedt een oorlog tegen de boeren omdat de industrie geen onafhankelijke producenten duldt. In India wordt er bijvoorbeeld bewust op aangestuurd dat de huidige boerenbevolking van 65 procent teruggebracht moet worden tot 15 procent. Dat doel staat gelijk aan genocide. Ze zullen legers nodig hebben om dat te bereiken, vooral in het geval van India.’
Toekomstvisie
Shiva heeft een toekomstvisie van lokale voedselproductie, waarbij steden worden gevoed door omliggende boerderijen, aangevuld met stedelijke tuinen, zodat ook de uitstoot van kooldioxide door voedseltransporten drastisch zal verminderen. Ze is met Navdanya een intensieve campagne gestart, genaamd Tuinen van Hoop, waarin stedelijke landbouw een belangrijke rol speelt.
Haar optimisme over de mogelijkheden voor verandering is aanstekelijk. ‘Je kan de biologische beweging bagatelliseren als een liefhebberij van de elite, maar het gaat om een radicale verandering in de wijze waarop we ons voedsel kweken. Ik koester veel hoop door het feit dat steeds meer mensen de verbanden zien tussen honger en ziekten en het industriële landbouwsysteem. Ik zie ook hoop in het feit dat de VN onlangs een rapport hebben uitgegeven dat laat zien dat ecologische productie binnen tien jaar de voedselproductie kan verdubbelen.
‘Dus alle Monsanto’s die beweren dat er spoedig negen miljard mensen op aarde zullen zijn en dat er genetisch gemanipuleerd voedsel nodig is om hen te voeden, liegen dat ze barsten. Je hebt helemaal geen genetische manipulatie nodig. In tien jaar tijd kunnen we twee keer zoveel voedsel hebben voor de menselijke bevolking als vandaag de dag. En dan heb ik het over gezond en goed voedsel.’
Aanstaande zaterdag wordt tijdens het Marxisme Festival in de bijeenkomst ‘De voedselcrisis: honger in een wereld van overproductie’ dieper op dit onderwerp ingegaan.