Honderd jaar geleden: Irans eerste revolutie
‘Het is het werk van de Engelsen!’, is in Iran nog steeds een grap die de ronde doet als er iets op onduidelijke wijze fout gaat. Dit verwijst naar de Engelse officieren en ambtenaren die met complotten, omkoping en spionage een eeuw geleden hun invloed in Iran uitbreidden. Achter de grap schuilt echter de traumatische
ervaring van de ontmoeting met westerse machten.
De ontmoeting was niet traumatisch door gebrek aan respect van de Iraniërs voor de ‘westerse cultuur’. In de eerste helft van de negentiende eeuw reisden veel Europeanen door Iran. Ze bezochten vrijelijk moskeeën en religieuze ceremonies. In de tweede helft van de negentiende eeuw begon deze houding te veranderen. De reden was de imperialistische expansie via militaire en economische macht. Vanaf 1800 veroverde Rusland vanuit het noorden een aantal provincies. In het zuiden vielen de Britten binnen. De Iraanse heersers deden concessies omdat ze zelf door
steun van de buitenlandse troepen aan de macht konden blijven.
Wat vooral kwaad bloed zette waren de handelsconcessies. Goedkope Engelse producten zoals textiel ruïneerden
de Iraanse markt. De woede kwam tot uitbarsting toen de sjah in 1890 alle rechten voor de productie,
verkoop en handel van tabak aan een Engels bedrijf gaf. Dit leidde tot massale protesten die de sjah
dwongen het verdrag in te trekken. Zowel moslims als christenen en joden deden mee. De beweging verenigde ook de religieuze leiders, de handelaren, handwerkslieden en intellectuelen. Deze eerste massabeweging van Iran vormde in wezen de generale repetitie voor de Constitutionele Revolutie.
De imperialistische expansie had de lokale handelaren en kleine producenten in Iran tot een nationale klasse
gesmeed.Een kleine groep die profiteerde van de handel met de Engelsen begon zich tot de moderne bourgeoisie
te ontwikkelen.
In diezelfde periode begon zich op kleine schaal ook de Iraanse arbeidersklasse te vormen, vooral doordat duizenden Iraniërs in de olie-industrie in het Russische Azerbeidzjan gingen werken. Contact met
het buitenland had ook een ander effect. Moderne ideeën over vrijheid, liberalisme en socialisme begonnen
een nieuwe generatie intellectuelen te inspireren. Moslimintellectuelen als Al-Afghani probeerden de
beste elementen van westerse stromingen te combineren met de islam en riepen op tot verzet.
Dat verzet groeide in december 1905 uit tot de Constitutionele Revolutie. Aanleiding was de economische
crisis, waardoor de prijzen enorm stegen. Ook vanuit het buitenland kwam er inspiratie. De tsaar verloor
de oorlog tegen Japan. Dat maakte velen duidelijk dat het mogelijk was voor een Aziatisch land om van
een sterk Europees land te winnen. Russische arbeiders en boeren kwamen in 1905 in opstand tegen de
tsaar. De belangrijkste eisen waren de instelling van een volksparlement, een grondwet die de rechten van de
burgers zou vastleggen en een einde aan buitenlandse overheersing. Na drie rondes van protesten werd de
sjah in augustus 1906 gedwongen om een parlement in te stellen. Tegelijk vormden zich in het hele land
honderden raden (anjomans) die mensen van een beroepsgroep of regio bij elkaar brachten om politieke
eisen te formuleren en de revolutie te verdedigen.
Vrouwen begonnen voor het eerst een rol te spelen op het politieke terrein. ‘De geest van verzet tegen
onderdrukking en alle autoriteit verspreidt zich door het land’, schreef de Britse gezant in Iran. Tientallen
kranten werden uitgegeven. En voor het eerst begonnen revolutionair-socialistische ideeën op grote schaal
aanhang te winnen.
Maar ondertussen zaten de Russen en Engelsen niet stil. In augustus 1907 tekenden ze een verdrag waarin ze Iran in drie regio’s verdeelden: het noorden voor Rusland, het zuiden voor Engeland en het midden
onder het bestuur van de Iraanse regering. Samen met de sjah begonnen ze met het aanwakkeren van strijd
tussen verschillende stammen, het bewapenen van reactionaire groepen en het organiseren van staatsgrepen.
Gematigde constitutionalisten probeerden de Engelsen te paaien door een grootgrondbezitter die
banden had met de sjah aan het hoofd van de regering te stellen. De druk van buitenlandse invasie en de
slappe knieën van de leiders van de revolutie leidden uiteindelijk in 1911 tot herstel van de oude orde.
Maar door de revolutie werden de droom om vrij te zijn van dictators, de strijd tegen buitenlandse overheersing
en de strijd tegen uitbuiting voor altijd met elkaar verbonden.