Hoezo ‘allemaal inleveren’? Over profiteurs aan de top en een ‘radicale socialistische beweging’

Is het eigenlijk wel crisis? Dat zal menige werknemer, student en uitkeringsgerechtigde zich hebben afgevraagd bij de stroom aan berichten over hoe goed Nederlandse topbestuurders voor zichzelf zorgen. Eind april nog rekenden NRC Handelsblad en de Vereniging van Effectenbezitters uit hoe de bestuurders van de 25 belangrijkste beursgenoteerde bedrijven in 2010 maar liefst 30 procent meer beloning incasseerden.
4 mei 2011

Door Bart Griffioen

Volgens dit onderzoek (‘Altijd een truc klaar voor een hogere beloning’) vingen de bestuurders bijna 78 miljoen euro, gemiddeld 3,1 miljoen per persoon, met in de top vijf onder andere Peter Voser van Shell (12 miljoen) en Paul Polman van Unilever (5,6 miljoen).

Punchline: de beloningen zijn hiermee terug op het niveau van voor de kredietcrisis. Dit komt met name door de sterke stijging van de variabele extra beloningen, zoals de bonussen en optie- en aandelenplannen.

In dezelfde week bleek dat Nuon voor zijn topman Huib Morelisse een andere creatieve rekentruc hanteert. Doordat het bedrijf onderdeel is van het Zweedse Vattenfall mag Nuon volgens de Zweedse wet geen bonussen uitkeren. Om zijn loonsverhoging niet mis te lopen is daarom het vaste jaarsalaris van Morelisse met maar liefst 70 procent verhoogd, tot een slordige 750.000 euro.

‘Winstwaarschuwing’

Hier bovenop kwam het nieuws van KPN. Daar kondigde kersverse CEO Eelco Blok aan om 5000 werknemers te willen ontslaan, vooraf gegaan door een ‘winstwaarschuwing’. KPN verwacht namelijk dat de brutowinst dit jaar zal dalen van 5,5 naar ‘slechts’ 5,2 miljard euro.

Zelf krijgt Blok een basissalaris van een kleine 800.000 euro, plus een variabele beloning van 90 procent van dit basissalaris, plus 135 procent ervan in aandelen.

Vast of variabel: deze gelegaliseerde diefstal wordt meestal gerechtvaardigd met de ‘goede prestaties’ van de topmannen. Maar de werkelijke prestaties gaan over de rug van het personeel dat de bedrijfswinsten produceert tegen een minimaal loon. En die werknemers moeten nu, wat de grote graaiers en hun gedoogkabinet in Den Haag betreft, onder het mom van ‘allemaal inleveren’ de nullijn en bittere bezuinigingen slikken.

Rijk(er) en arm(er)

In tegenstelling tot de grenzeloze zelfverrijking van de bestuurselite hebben arbeiders in Nederland sinds het uitbreken van de kredietcrisis hun loon nauwelijks zien stijgen. Tegelijkertijd schoten de rekeningen de lucht in, en gingen veel banen verloren.

Volgens eigen berekeningen van de Socialist (zie de grafiek hieronder) kwam de gemiddelde loonsverhoging voor werknemers tussen 2007 en 2010 neer op 2,38 procent. Echter, door een officiële inflatie van 1,65 procent steeg de koopkracht op z’n hoogst met slechts 0,73 procent.

Neem het contrast bij Nuon, waar niet alleen topman Morelisse profiteerde maar de hele Raad van Bestuur gemiddeld 25,3 procent loonsverhoging in haar zak stak. Tegelijk kreeg een werknemer in dezelfde energiebranche gemiddeld slechts 2 procent loonsverhoging – of 0,35 procent met inflatiecorrectie.

Grimmige horizon

Aan de horizon verschijnt een nog grimmiger beeld. Dezelfde graaiende managers bij Nuon hebben laten weten hun prijzen per juli opnieuw te verhogen; de energiegigant denkt dat een gemiddeld huishouden hierdoor per jaar 110 euro duurder uit zal zijn.

Ondertussen wil minister Donner de sociale huur met maar liefst 120 euro per maand verhogen. Wanneer de huur dan boven de 652 euro uitkomt, kan de woning ‘geliberaliseerd’ worden – waardoor er geen maximale huurprijs meer bestaat.

Ook het voorstel van staatssecretaris Weekers (VVD) om het belastingstelsel te ‘hervormen’ is opvallend. In april stelde hij voor om het lage btw-tarief te verhogen van 6 naar 8 procent. ‘Op de langere termijn’ moeten alle producten, dus ook levensmiddelen, onder het hoge btw-tarief van 19 procent komen te vallen – een enorme sprong voorwaarts in het vergroten van de kloof tussen arm en rijk.

Het voorstel kwam niet door de Kamer, maar de toon is gezet waar het, wat Ruttes regering betreft, naar toe moet.

Neoliberale shocktherapie

Of het nou de nullijn betreft, of de ontslagen in het openbaar vervoer, of het snijden in cultuur, onderwijs, bibliotheken en brandweer, voor dit kabinet staan ze in het teken van hetzelfde politieke project: het beschermen van de belangen van de BV Nederland, door het uithollen van de sociale zekerheid en rechten van de rest.

Dat project is niet aan grenzen gebonden. In het zogenaamde ‘europact’ dat Europese leiders in maart hebben omarmd staan de richtlijnen waarmee lidstaten hun neoliberale shocktherapie dienen toe te passen. Daarin is niet alleen een all-out attack te herkennen op onze lonen, pensioenen, uitkeringen en op de vakbonden zelf.

Ook de cadeautjes voor multinationals, zoals het zo laag mogelijk houden van de vennootschapsbelasting en het opheffen van handelsbeperkingen, zijn erin terug te vinden. Terecht noemt het Europees Vakverbond dit ‘een frontale aanval op sociaal Europa’.

Oorlogsverklaring

Die oorlogsverklaring betekent dat we als links en vakbeweging in Nederland wakker moeten worden. Ja, er wordt in steeds meer sectoren actie gevoerd tegen de kabinetsplannen. Maar veel protest blijft nog symbolisch en eenmalig, en de ernst van het bazenoffensief wordt onderschat. ‘Natuurlijk is bezuinigen nodig, het moet alleen niet zo rigoreus’.

Blijkbaar is Ruttes riedel van ‘allemaal de broekriem aan’ al zo’n mantra dat we haast vergeten dat wij – de overgrote meerderheid die op de supermarkt na nog nooit ergens een ‘bonus’ van dichtbij heeft mogen zien – de economische malaise helemaal niet veroorzaakt hebben. Waarom zouden wij er dan voor moeten opdraaien?

Zodra de minister van Financiën een ‘tegenvaller van 2 miljard in de zorg’ meldt en als oplossing voorstelt ‘het verhogen van het eigen risico of de premies’, zou hij op een golf van maatschappelijk protest moeten stuiten: ‘De Jager, klop maar aan bij de grote graaiers!’

Hoe? Dwing ze hun bonussen en salarisverhogingen in te leveren, laat ze eindelijk eens belasting betalen over hun vermogens en winsten.
Dan vangen we zoveel miljarden dat niet alleen bezuinigingen overbodig zijn, maar we zelfs serieus kunnen investeren in de levensstandaard en toekomst van al diegenen die het echt nodig hebben.

Sociale confrontaties

Dat scenario mag gezien het polderen en parlementaire navelstaren misschien nog wat ver van ons verwijderd lijken. Maar in de landen om ons heen kunnen we al zien hoe zulke sociale confrontaties zich aan het ontvouwen zijn.

Volgens hoogleraar cultuursociologie Nico Wilterdink gaat dit proces ook aan de Lage Landen niet voorbij: ‘Als de verschillen tussen rijk en arm echt groter worden, kunnen de lager betaalden weer hun rechten gaan opeisen (…) Dat kan revolutionaire vormen aannemen. Ik sluit dan een heropleving van een radicale socialistische beweging niet uit. De SP is daar een klein beetje een belichaming van op een zeer gematigde manier.’

Echter: ‘Het kan ook de kant op gaan van een rechtse beweging, waarbij de spanningen en de inkomensongelijkheid zich niet richten tegen de rijken maar tegen buitenlanders en migranten (…) Sentimenten die je nu duidelijk bij de PVV ziet.’

De uitdagingen mogen duidelijk zijn. Laten we de strijd aanbinden met de profiteurs aan de top en een voorbeeld nemen aan onze broeders en zusters in de rest van Europa.