Hoe verder na 21 september?

Meer dan 5.000 mensen demonstreerden op 21 september in Amsterdam tegen de bezuinigingen. Ze gaven een krachtig signaal af dat we niet langer pikken dat er op ons wordt bezuinigd terwijl miljonairs en grote bedrijven buiten schot blijven.
27 september 2013

Door Jeroen van der Starre

De SP nam ook deel aan de demonstratie. Emile Roemer deed daar een belangrijke belofte: ‘Het wordt een lange, hete herfst, die desnoods duurt tot Kerstmis. Regering, maak je borst maar nat, wij blijven doorgaan!’

Toen een paar maanden terug een aantal linkse organisaties – waaronder de Internationale Socialisten – het initiatief namen voor de demonstratie, hadden we niet verwacht dat zoveel mensen op de been zouden komen. De demonstratie zorgde dat Wilders zichzelf niet kon neerzetten als de leider van het verzet tegen de bezuinigingen.

Daarbij was de linkse demonstratie ook veel groter dan de bijeenkomst van extreem-rechts in Den Haag. Dat kwam doordat we erin slaagden delen van gevestigd links, waaronder de SP en de FNV, tot actie te bewegen. Maar een goed begin is niet meer dan een goed begin. Om een beweging op te bouwen die werkelijk de bezuinigingen van tafel kan vegen, is veel meer nodig.

Het centrale richtpunt daarvoor is nu de komende FNV-demonstratie van 30 november. Ton Heerts kondigde deze aan als reactie op de extra bezuinigingen. Maar of de vakbondsbureaucratie mobiliseert, hangt niet af van de bezuinigingen maar van de druk van onderaf en de toekomst van het sociaal akkoord.

Uithollen

De PvdA staat nu onder druk van de VVD, delen van de oppositie en het bedrijfsleven om ook dit slechte akkoord nog verder uit te hollen. Omdat de PvdA geen enkele ruggengraat heeft, is het waarschijnlijk dat ze hiermee akkoord gaat. Dat zet de positie van Heerts onder druk.

Heerts zei na het afsluiten van het akkoord dat verdere bezuinigingen van tafel waren. Later stelde hij dat het kabinet ‘met vuur speelde’ door toch te bezuinigen. Maar het kabinet bezuinigt niet alleen toch, het dreigt ook nog eens het sociaal akkoord uit te hollen. Heerts moet dus wel iets doen als hij enigszins geloofwaardig wil blijven. Daarom wil Heerts 30 november de straat op.

Tegelijkertijd heeft hij zelf de angel uit het protest gehaald door aan te kondigen dat er niet wordt gestaakt. Grote vakbondsdemonstraties zijn alleen effectief wanneer er de dreiging is van steviger acties. Heerts doet het tegengestelde door al van tevoren de tegenstander gerust te stellen. Willen we dat 30 november meer wordt dan een symbolische actie die een ‘signaal’ afgeeft, dan moeten we druk van onderaf opbouwen.


Actiecomités

Allereerst zouden vakbondsleden moeten eisen dat op korte termijn regionale actiecomités worden opgericht. Vervolgens kunnen ze mobiliseren in de bedrijven, en in de aanloop naar 30 november regionale stakingsacties en demonstraties organiseren. SP-leden binnen de vakbond kunnen serieus werk maken van de belofte van Roemer door de druk op de vakbondstop op te voeren. Waar de PvdA een vakbondsstrategie van de top heeft, moet de SP een strategie van de basis daar tegenover zetten.

Om te voorkomen dat Heerts de boel opnieuw uitverkoopt, moeten er concrete eisen gekoppeld worden aan de acties. Daarbij is het cruciaal dat de regionale actiecomités moties aannemen dat de acties alleen mogen worden beëindigd nadat er binnen de comités over gestemd is.

Activisten kunnen daarnaast samen met lokale bonden, partijen en migrantenorganisaties het voortouw nemen door de krachten te bundelen in lokale actiecomités. Het comité Stop Bezuinigingen zal dit bijvoorbeeld doen in Amsterdam en ook in Leiden is er een lokaal actiecomité. Deze comités kunnen de krachten bundelen met bijvoorbeeld de zorg en het onderwijs. Zo kunnen we verder bouwen aan verzet tegen de bezuinigingen.