Hoe redden we onze aarde van een klimaatcatastrofe?

De klimaattop Rio+20 in Rio de Janeiro eindigde in juni, net als zijn voorgangers, in een totale mislukking. Terwijl er meer en meer alarmbellen gaan rinkelen voor een dreigende klimaatcatastrofe, blijven de wereldleiders doof. Ondertussen lijkt de brede maatschappelijke discussie en protestbeweging die opleefden in 2009 weer te hebben plaatsgemaakt voor het individualistische credo ‘een beter milieu begint bij jezelf’.
24 september 2012

Door Steven Blom

De waarschuwingen over klimaatverandering lijken soms slechts enkele jaren oud, maar de noodklok wordt al veel langer geluid. Eind jaren ’80 kwamen wetenschappers al tot de consensus dat er sprake is van opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen en dat ‘de mens’ hiervoor verantwoordelijk is, namelijk door verbranding van fossiele brandstoffen en ontbossing.

Wetenschappers voorspelden destijds al wat de gevolgen zouden zijn voor mens en natuur. De opwarming van de aarde zou leiden tot droogte, overstromingen, voedseltekort en epidemieën, met miljoenen doden tot gevolg en een zeer groot risico op een mondiale klimaatcatastrofe.

Toen was al duidelijk wat er moest gebeuren om dit tegen te gaan: wereldwijd de uitstoot van broeikasgassen drastisch terugdringen. Maar hier is niets van terechtgekomen. De uitstoot is sinds 1992 zelfs met 48 procent toegenomen. Duizenden diersoorten zijn uitgestorven en 31 miljoen hectare Braziliaans regenwoud is vernietigd. Het zomerijs rond de noordpool is met drie miljoen vierkante kilometer afgenomen. Deze processen versnellen de opwarming, waardoor zelfs de grimmige voorspellingen van decennia terug worden overtroffen, in negatieve zin.

Klimatoloog James Hansen, die in 1988 voor de Amerikaanse senaat al een pessimistische getuigenis aflegde over de gevolgen van klimaatverandering, zegt nu: ‘Ik was te optimistisch.’

Levensgroot

Het gevaar van ongecontroleerde klimaatverandering is ondertussen levensgroot, zegt ook de gerespecteerde klimaatwetenschapper Bob Watson: ‘Als we doorgaan zoals we nu bezig zijn, lopen we 50 procent risico op een opwarming van de aarde met 3 graden en is een toename met 5 graden helemaal niet uit te sluiten.’

Twintig jaar geleden, op de eerste Rio Earth Summit, leken de regeringsleiders de urgentie te begrijpen. Maar ook die bijeenkomst bleek al een farce. David Treece zei dat ‘de top liet zien dat we er niet op kunnen vertrouwen dat degenen die hypocriet spreken van “onze gemeenschappelijke toekomst” terwijl ze meewerken aan een marktsysteem van uitbuiting en vernietiging, de omstandigheden zullen aanpakken die ons welzijn en overleven bedreigen.’

De klimaattoppen die volgden waren in lijn met deze hypocrisie: de VS, de grootste vervuiler ter wereld, wisten het Kyoto-verdrag van 1997 in de onderhandelingen zodanig af te zwakken dat de uitvoering ervan een minimaal effect zou hebben. Bovendien weigerden de VS het te ondertekenen.

De klimaattop in Kopenhagen in 2009 werd omgeven door hooggespannen verwachtingen en ging gepaard met massademonstraties en nieuw maatschappelijk debat over klimaatverandering. Maar ook deze conferentie werd een mislukking, zonder een enkele bindende afspraak. Als de wereldleiders al een doel voor ogen hadden, dan was het niet het redden van de aarde, maar van de economie – de belangen van hun respectieve industrieën.

Schijnoplossingen

Ook veel milieu-organisaties beperken zich tot oplossingen die het bedrijfsleven ontzien. In plaats daarvan doen ze een beroep op ‘individuele verantwoordelijkheid’ en ‘duurzaam consumeren’.

Nu zal het stoppen van klimaatverandering inderdaad een inspanning vergen van iedereen. Maar hoe belangrijk een individuele bijdrage ook is, dit is slechts een druppel op een gloeiende plaat. Industrie, energie en transport zijn namelijk verantwoordelijk voor de grootste uitstoot. Milieuproblematiek is een maatschappelijk probleem dat collectieve actie vereist. Met het indraaien van een spaarlamp redden we de aarde niet. En voor de armsten op aarde is het ‘aanpassen van je consumptiepatroon’ zacht gezegd een wrange boodschap.

Een andere schijnoplossing is emissiehandel, een maatregel voortgekomen uit het Kyoto-protocol. Staten delen emissierechten kosteloos uit aan bedrijven. Deze bedrijven mogen dan een bepaalde hoeveelheid broeikasgassen uitstoten. Overschrijden ze deze hoeveelheid, dan kunnen ze rechten kopen van andere bedrijven die rechten overhouden. Dat klinkt goed, maar het bizarre is dat er een zacht plafond is, waardoor de absolute uitstoot gewoon kan toenemen. Het enige resultaat is dat er een nieuwe markt is ontstaan: er wordt gehandeld en geld verdiend met de doorverkoop van emissierechten.

Dit zijn echter precies de illusies waarop een partij als GroenLinks zich baseert. ‘Marktwerking en milieu hoeven elkaar niet altijd te bijten’, staat op de site van GroenLinks. De partij haalt daarbij de handel in emissierechten aan als succesvol voorbeeld om ‘de klimaatcrisis tegen te gaan’.

Ontkolen

Wat is het alternatief van socialisten? Ons uitgangspunt is wat wetenschappelijk noodzakelijk is, namelijk het drastisch terugbrengen van de uitstoot van broeikasgassen. Niets meer en niets minder. Dat vereist het ontkolen van de economie. Kolencentrales moeten worden vervangen door zonnecel- en windturbinefabrieken, brandstofauto’s door elektrische auto’s, en gebouwen moeten veel beter geïsoleerd worden. Alleen voor de luchtvaart is geen praktisch broeikasgasvrij alternatief voor handen.

De oplossingen zijn dus binnen handbereik, maar botsen op de belangen van het bedrijfsleven en daarmee de staten waarmee ze verbonden zijn. Zo zijn negen van de tien grootste bedrijven ter wereld direct of indirect verbonden met de auto- of olie-industrie. Het is dus niet vreemd dat oplossingen die haaks staan op de belangen van de centra van kapitalistische productie worden tegengewerkt.

Wie de strijd tegen klimaatverandering serieus neemt, moet verder kijken dan individuele oplossingen, voorlichtingscampagnes of lobbygroepen. Die werken niet, en we hebben geen tijd te verliezen. Dat geluid was hoorbaar op de demonstraties in Kopenhagen in 2009, met leuzen als ‘System change, not climate change’ en ‘People and planet before profit’.

De sleutel ligt in het verbinden van een programma voor een ontkoling van de economie met de sociale krachten die dit kunnen realiseren: de massa’s mensen die dit systeem dagelijks draaiende houden. Tijdens de klimaattop kwamen ruim 15.000 activisten van over de hele wereld samen voor de Volksconferentie (People’s Summit). Ze namen deel aan honderden bijeenkomsten en debatten over een alternatief. Tijdens de conferentie was er een enorme demonstratie die opriep tot echte actie voor duurzaamheid, waaraan 50.000 mensen deelnamen. De demonstratie bestond vooral uit vakbondsactivisten en landloze boeren.

Een probleem was echter dat deze groepen die in groten getale demonstreerden niet op de Volksconferentie vertegenwoordigd waren. De conferentie had juist deze bewegingen moeten samenbrengen. Hier ligt het grootste probleem, en daarmee de meest concrete uitdaging voor links: het verbinden van de verschillende campagnes tegen klimaatvernietiging met de strijd tegen het kapitalisme.

Winstbejag

De wereld bevindt zich door de waanzin van de markt in een diepe economische crisis, en het milieu wordt bedreigd door hetzelfde winstbejag. Maar opkomende bewegingen tegen bezuinigingen en nieuw arbeidersverzet bieden belangrijke kansen. Eisen voor het creëren van klimaatbanen, die zowel werkloosheid als milieuproblemen tegengaan, zouden veel weerklank kunnen vinden.

Een concreet voorbeeld van hoe arbeiders in staat zijn om zowel crisisbeleid als milieuproblematiek aan te pakken, was te zien in de bezetting van Vestas, de enige windmolenfabriek van Engeland, die enkele jaren geleden dreigde te sluiten. Het personeel ging over tot een bezetting van de fabriek om ‘onze banen te redden en om de planeet te redden’. Daarmee openden ze ook het debat over wat voor soort alternatieve economie we nodig hebben, en hoe we die kunnen bereiken.

Als socialisten het dus hebben over ‘een betere wereld’, wordt daar niet alleen een betere wereld voor mensen mee bedoeld, maar ook een planeet waarop zij in een fundamenteel andere relatie tot hun leefomgeving staan: een wereld waarin niet winst en concurrentie, maar het bevredigen van menselijke behoeften door het democratisch besturen van de economie het uitgangspunt is.

Alleen op deze wijze kunnen we garanderen dat iedereen kan profiteren van dat wat de aarde ons biedt aan grondstoffen, en dat zij beschermd blijft tegen vernietiging en uitputting.

De brochure Stop klimaatverandering: verander de wereld, door Maina van der Zwan, is te koop bij LeesLinks.

  • Wil je reageren op dit artikel? Stuur ons een mail.
  • Met socialisme.nu en De Socialist proberen we socialistische ideeën toegankelijk te maken voor iedereen. Om dit te blijven doen kunnen we alle hulp gebruiken. Wil jij ons ook steunen? Neem dan een abonnement op De Socialist of word donateur: vul hier het formulier in.