Hoe kunnen de Griekse arbeiders winnen?

Vandaag wordt in Griekenland de vijfde algemene staking van dit jaar gehouden. De arbeiders staan niet bepaald voor een kleine opgave. Ze dienen niet alleen af te rekenen met hun eigen regeringsplannen, maar ook met die van de elites uit geheel Europa, die allemaal baat hebben bij de crisismaatregelen. Een nederlaag van de Griekse opstand zou de weg effenen voor ongekende bezuinigingspakketten in heel Europa. Een overwinning zou echter openingen bieden voor een totaal ander Europa.
29 juni 2010

Door Bram Wanrooij

Tot zover zagen we dat arbeiders het land tot stilstand konden brengen. Vliegtuigen bleven aan de grond, bussen reden niet, scholen bleven dicht en ambtenaren legden het werk neer. Eind mei kondigen arbeiders uit de energiesector aan het werk te zullen neerleggen. Als dit gebeurt, zou het land compleet lamgelegd kunnen worden.

Deze stakingen dwingen de staat te reageren. We zagen tot dusver de mobiele eenheid en het leger hard optreden, in een proces waarin de staat en de bevolking steeds scherper tegenover elkaar komen te staan. De vraag die daarbij rijst is: wie controleert het land nu eigenlijk?
Als arbeiders de controle over hun eigen werkplekken in handen nemen, ontstaan nieuwe vormen van bestuur en democratie. Een proces van empowerment begint. Maar om dergelijke processen succesvol te laten zijn moet worden voldaan aan een aantal voorwaarden. Allereerst moeten de arbeiders zichzelf strak organiseren. Stakingscomités van arbeiders, maar ook comités van studenten en werklozen, zullen bij elkaar moeten komen om te discussiëren over strategie en tactiek. Maar ook om de meest praktische zaken, zoals het regelen van vervoer, voedsel, medische zorg en kinderopvang te organiseren.

Zo kan een situatie ontstaan waarin arbeiders hun eigen organen creëren, onafhankelijk van de staat of van commerciële bedrijven. De Russische revolutionair Leon Trotski noemde dit ‘dubbele macht’. Niemand kan dit echter alleen afdwingen, het moet samen, als collectief. Ideeën die ons normaliter verdelen, zoals racisme, seksisme en homofobie hebben in deze strijd geen plaats en kunnen juist verdwijnen wanneer arbeiders gezamenlijk het gevecht aangaan. Daarom is het in stelling brengen van socialistische ideeën een belangrijk tegengif.

We moeten niet denken dat onze leiders dit zomaar laten gebeuren. Een revolutionair proces duurt meestal lang en het zelfvertrouwen van de arbeiders speelt een sleutelrol. Accepteren de Griekse arbeiders uiteindelijk een gedeelte van de verslechteringen in ruil voor het schrappen van een ander deel?

Zo kan de Griekse staat bijvoorbeeld besluiten om wel de ambtenarensalarissen te bevriezen en tegelijkertijd de pensioensleeftijd op hetzelfde niveau te houden, bij wijze van tegemoetkoming aan het protest. Hebben de Grieken genoeg vechtlust en zelfvertrouwen om alle aanvallen af te slaan, of nemen ze genoegen met hetgeen ze op dat moment hebben gewonnen? Op al deze momenten draait het om leiding en organisatie. De geschiedenis leert ons dat er zich vaak genoeg situaties hebben voorgedaan waarin volkswoede het potentieel had om te slaan in revolutie, maar op het cruciale moment ontbrak er de heldere leiding en verdampte het protest – of slaagde de heersende klasse erin de opstand neer te slaan.

In 2001 slaagde het protest van Argentijnse demonstranten erin om een grote schuld aan het IMF te laten kwijtschelden. Ze wierpen daarbij meerdere presidenten omver binnen enkele weken. Waar ze echter helaas niet toe in staat bleken, was het omverwerpen van het systeem dat deze schulden en ellende had veroorzaakt. Vakbonden riepen op tot het steunen van de nieuwe president in plaats van het voortzetten en uitbreiden van het protest.

Hadden de Argentijnse arbeiders hun eigen onafhankelijke organen gehad, dan hadden ze kunnen doorzetten en de conservatieve vakbondsleiding kunnen dwingen hardere eisen te stellen. Juist omdat de organisatie van de protesten onvoldoende geworteld was op de werkvloer – daar waar het bewind door stakingen op de knieën kan worden gedwongen – was de arbeidersklasse niet in staat haar volledige potentieel te benutten.

Maar als de arbeidersklasse niet met zelfvertrouwen opereert, krijgt de heersende klasse het initiatief terug. Juist nu zijn we door de crisis op een moment aangeland dat er onder de Europese heersers vertwijfeling is. Zelfverzekerde actie kan op zulke momenten een hoop bereiken. De Griekse arbeidersklasse neemt hierin nu het voortouw. Hun overwinning kan het Europese bezuinigingsoffensief terugslaan en de hele arbeidersklasse het geloof in eigen kunnen teruggeven.