Hoe kolonialisme en apartheid nog altijd doorwerken

In de tentoonstelling Tell Freedom verdiepen vijftien jonge Zuid-Afrikaanse kunstenaars zich in de historie, het heden en de toekomst van hun land. De kunstwerken confronteren bezoekers met maatschappelijke ongelijkheid die bestaat in Zuid-Afrika, maar ook in Nederland.
17 april 2018

Door Kees Hoogendijk

De artiesten werden grotendeels volwassen na het einde van de wettelijke apartheid. Ze proberen hun eigen positie in het veranderende Zuid-Afrika te begrijpen, terwijl ze zich tegelijkertijd een toekomst proberen voor te stellen. Dat de kunstenaars willen confronteren wordt buiten al duidelijk. Op de Kunsthal wappert een VOC-vlag, wat de suggestie wekt dat het een groot schip is uit de koloniale periode.

De sporen van het kolonialisme en de rol die Nederland daarin speelde komt regelmatig terug in de kunstwerken. Zo hangt in een van de ruimtes een schilderij van VOC- schip De Amersfoort. Kunstenaars Haroon Gunn-Salie en Aline Xavier ontdekten tijdens hun onderzoek dat De Amersfoort het eerste schip was dat met slaven in Zuid-Afrika arriveerde.

De Amersfoort enterde in 1658 een Portugees schip. De bemanning roofde de helft van de vijfhonderd tot slaaf gemaakte mensen daar aan boord. Een deel van hen werd in zee gedumpt en de rest bij de Tafelbaai aan land gebracht.

Geconfronteerd

Als bezoeker word je door videobeelden, historische objecten en brieven geconfronteerd met deze geschiedenis. Uit een box klinkt steeds een bijna zakelijke stem die de gruweldaden opsomt: ‘den 23 dito (dag, red.) twee negers overboord’, etc.

Een andere kunstenaar werkte samen met de patiënten van Altrecht in Den Dolder, een instituut voor geestelijke gezondheidszorg. Op een antieke tafel is de vorm zichtbaar van Kasteel de Goede Hoop, gebouwd in Kaapstad door Nederlandse kolonisten in de 17de eeuw. Delfts Blauwe borden, bedekt met tekeningen die de kunstenaar met de patiënten maakte, liggen op de tafel. Het werk verwijst naar de psychische aandoeningen die Nederlandse kolonisten meebrachten naar Zuid-Afrika.

Ook de apartheidsgeschiedenis wordt belicht. Voor het kunstproject ‘Zonnebloem renamed’ plakte de kunstenaar stickers met ‘District Six’ over straatnaamborden van de nieuwe wijk Zonnebloem. Zo heette de wijk die bekend werd door de tragische ‘forced removals’, de gedwongen verhuizingen van meer dan 60.000 inwoners in de jaren zeventig, de hoogtijdagen van de Apartheid.

Andere werken laten duidelijk zien hoe de geschiedenis van kolonialisme en apartheid nog steeds doorwerkt in de maatschappij van vandaag de dag. Ze stellen de vraag of er een toekomst denkbaar is waarin menselijkheid en gelijkheid de basis vormen, in plaats van uitsluiting en verdeeldheid.

Gevoelig

Een van de kunstenaars waagt zich aan een gevoelig experiment. Op drie witte muren in een ruimte staan met zwart namen geschreven van invloedrijke vrouwen van kleur die van de wereldgeschiedenis zijn uitgesloten of eruit geschrapt. Het publiek wordt uitgenodigd om een naam te kiezen en de gekozen naam met witte verf over te schilderen.

Door het wissen van de namen wordt de tentoonstellingsruimte weer helemaal wit. Er wordt geen informatie verstrekt over wie de vrouwen op de muur zijn. Het wordt daardoor de verantwoordelijkheid van degene die de naam uitwist om informatie over de persoon in kwestie op te zoeken.

Het schilderij ‘White’ bestaat uit een tekst die afkomstig is van een essay van Amy Edgington over de rol van witte mensen en hun verantwoordelijkheid in de strijd tegen racisme. Edgington werd beschreven als een ‘dichter, een bibliotheekassistent en een kunstenaar-activist die vocht tegen racisme en voor de rechten van gehandicapten en lesbiennes’. Ze was betrokken bij de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.

Het essay was getiteld ‘Moving Beyond White Guilt’. Het schilderij citeert een gedicht van de auteur met de titel ‘White’: ‘My guilt is individual. What coats my throat like red clay dust is collective privilege. Silence pledges allegiance; sisterhood demands proof of the treason underneath my skin.’ Vertaald: ‘Mijn schuld is individueel. Wat mijn keel als rood stof bedekt is een collectief voorrecht. Stilte belooft trouw; zusterschap eist bewijs van het verraad onder mijn huid.’

De kunstenaars zijn strijdbaar, maar hun kunst is niet altijd optimistisch. Het werk Cape Mongo laat kleurrijke fantasiefiguren zien, gemaakt van hergebruikte materialen zoals gebroken glas en plastic flessen. In zes korte films laat hij ze door Kaapstad lopen. Het is enerzijds heel grappig om te zien. Voorbijgangers reageren verbaasd. Anderzijds is het een commentaar op de consumptiecultuur en de plastic soep in de zee, maar ook een aanklacht omdat het onmogelijk lijkt iets écht te veranderen. Sociale ongelijkheid komt steeds weer terug, als gerecycled materiaal.

Door de vorm en de scherpe toon van de tentoonstelling, word je als bezoeker alleen maar nieuwsgieriger naar het huidige en vroegere Zuid- Afrika. Bovendien is Tell Freedom een verfrissende aanvulling in de hernieuwde aandacht voor ons koloniale verleden en hoe dat ons, ook hier, nog altijd vormt.

De tentoonstelling Tell Freedom is tot en met 5 mei te zien in Kunsthal KadE Amersfoort.