Hoe effectief zijn de algemene stakingen in Griekenland?

Sinds de parlementsverkiezingen van 2009 vonden in Griekenland maar liefst 17 algemene stakingen plaats tegen het regeringsbeleid. Maar ondertussen bleef de levensstandaard van Grieken achteruitgaan en ging het bezuinigingsoffensief door. Dit heeft zich in de verkiezingen inmiddels vertaald in een grote ruk naar links. Maar hoe effectief zijn de massastakingen zelf eigenlijk?
11 mei 2012
Demonstranten tegenover oproerpolitie voor het Griekse parlement tijdens een algemene staking, 7 februari 2012

Door Jeroen van der Starre

Griekenland is de afgelopen jaren het toneel geworden van een steeds scherpere strijd tussen de regering, die onder druk van de trojka ECB-IMF-EC een ongekend pakket aan bezuinigingen wil doorvoeren, en een arbeidersbeweging die deze plannen probeert te blokkeren door massale strijd, onder andere met een lange serie algemene stakingen.

De algemene staking wordt met name in de syndicalistische traditie gezien als een soort wondermiddel, als een opstap naar de machtsovername van de arbeidersklasse. De Griekse reeks laat echter zien dat het niet zo eenvoudig is. Hoewel de stakingsacties langer en harder zijn geworden blijft een overwinning, laat staan een revolutionaire machtsovername, vooralsnog uit.

Dit onderstreept de opmerking van de revolutionair Rosa Luxemburg in haar klassieke bespreking van de massastaking: ‘massastaking’ is een abstract begrip dat slechts ‘betekenis en inhoud krijgt in samenhang met heel bepaalde politieke situaties’. Wat bepalend is, is niet zozeer de algemene staking op zichzelf, maar de context waarin zij wordt ingezet.

Om het belang van de algemene stakingen in Griekenland te kunnen begrijpen, zullen we dus moeten vertrekken vanuit de concrete Griekse situatie. Door de schuldencrisis werd het land door de Europese elite gedwongen om een omvangrijk pakket aan bezuinigingen door te voeren.

Deze bezuinigingen hebben de bevolking keihard geraakt. Ambtenaren werden en masse ontslagen, lonen en pensioenen werden met tientallen procenten verlaagd en het zorgstelsel is de facto opgeheven, doordat de regering haar verplichtingen niet nakomt en ziekenhuizen en apothekers zelf laat betalen voor de zorg die ze verlenen.

Dit heeft een enorme invloed gehad op de crisis zelf: economische krimp en stijgende schulden versterken elkaar in een vicieuze cirkel. Vorig jaar kromp de Griekse economie met maar liefst 7 procent en economen verwachten dat de economie in 2012 opnieuw met dit percentage zal krimpen. Sinds vorig jaar zijn 350.000 banen verdwenen, waardoor de werkloosheid nu op 21,8 procent ligt. Onder jongeren tussen de 15 en 24 jaar liep de werkloosheid op van 37,1 procent vorig jaar naar 50,8 procent nu. In Athene alleen al slapen nu zo’n 25.000 mensen op straat.

Wanhoop en strijdlust

De enorme armoede en het totale gebrek aan zicht op een oplossing hebben de bevolking aangezet tot zowel wanhoop als strijdlust. Er is een frontale confrontatie gaande tussen de politieke machthebbers die – door druk vanuit Europa en de financiële markten, maar ook de eigen krimpende economie – weinig ruimte hebben om iets anders te doen dan het doordrukken van hun neoliberale bezuinigingen, en de arbeidersklasse die een verdere afbraak van haar levensstandaard niet accepteert.

Dit is klassenstrijd op het scherpst van de snede: geen van beide kanten heeft de ruimte om nog ‘water bij de wijn te doen’, ze lopen tegen fysieke grenzen op. Dit verklaart de moeilijkheid van de Griekse situatie: deze is zodanig gepolariseerd dat er op termijn geen tussenweg is tussen een overwinning voor de arbeidersbeweging of een pijnlijke nederlaag. Voor beide kanten staat zoveel op het spel dat gedeeltelijke overwinningen nauwelijks binnen te halen zijn.

Het is daarom niet verwonderlijk dat de algemene stakingen oppervlakkig beschouwd geen successen hebben geboekt. De context waarin ze plaatsvinden zijn van een heel andere orde dan business as usual en ze moeten dan ook in een ander licht worden bekeken: dat van socialistische revolutie.

Als we op die manier naar de Griekse stakingen kijken wordt de situatie helderder. Van het grootste belang is dan niet meer het onmiddellijke effect van een staking op zich, maar – in de woorden van Luxemburg – het slib dat als het ware achterblijft na een stakingsgolf: de mate waarin arbeiders zichzelf organiseren, de politieke conclusies die worden getrokken en de verspreiding van revolutionaire ideeën.

In die termen zet de Griekse arbeidersbeweging zichtbare stappen vooruit. Om te beginnen zijn de stakingen meer gaan steunen op massabijeenkomsten en stakingscomités die op werkplekken in het hele land zijn opgezet. Dit stelt arbeiders meer in staat om beslissingen van onderop te nemen en minder afhankelijk te zijn van de vakbondsbureaucratie.

Dit heeft geleid tot radicalere leuzen tijdens demonstraties, maar ook tot vormen van arbeidersmacht op bedrijfsniveau. Op dit moment zijn een ziekenhuis, een krant en een tv-zender door actievoerende arbeiders overgenomen en worden economische eisen verbonden met politieke eisen over bijvoorbeeld het recht op zorg. Ook binnen de vakbeweging zijn belangrijke verschuivingen gaande: op verschillende plaatsen zijn sociaal-democratische vakbondsbestuurders vervangen door radicaal-linkse activisten.

Ruk naar links

Deze verschuiving is onderdeel van een bredere ruk naar links in Griekenland. In 2009 hadden de twee grote partijen (het sociaal-democratische PASOK en de liberaal-conservatieve Néa Dimokratía) samen meer dan 77 procent van de stemmen. Deze partijen haalden tijdens de verkiezingen van 6 mei slechts 32 procent van de stemmen, terwijl de linkse partij Syriza met 17 procent van de stemmen de tweede partij werd.

Dit zal de situatie in de komende tijd verder doen escaleren. Tot nog toe blijkt het niet mogelijk om een stabiele coalitie te vormen, zodat mogelijk opnieuw verkiezingen zullen volgen in de zomer. Maar de druk van onderaf, op elke mogelijke coalitie, is groot.

Dit weerspiegelt de radicalisering van de eisen die de stakingsbeweging naar voren schuift: de eisen voor het afwaarderen van de schuld en een uittrede uit de eurozone worden nu door grote groepen mensen omarmd. De uitdagingen voor de arbeidersbeweging en revolutionaire activisten hierbinnen zijn tweeledig.

Ten eerste is verdere verbreding nodig. Een meerderheid van de Griekse bevolking moet overtuigd worden van de eisen voor een antikapitalistische uittrede uit de eurozone en het nationaliseren van belangrijke delen van de economie (met name de banken), om te voorkomen dat kapitaalbezitters het land zullen leegroven.

Ten tweede zal de strijd zich moeten verdiepen: de beginnetjes van arbeidersmacht op bedrijven en in de vakbonden moeten verder worden uitgebouwd, om zich in staat te stellen om genationaliseerde delen van de economie van onderop te kunnen beheren. Hoewel de Griekse arbeidersbeweging op beide terreinen stappen vooruit zet is een goede afloop verre van zeker. Momenteel is geen van beide kanten in staat om een volledige overwinning te behalen, maar die situatie kan niet eeuwig standhouden.

______________________________________________________________________________________________________________

Het Marxisme Festival heeft aandacht voor de crisis en de strijd in Griekenland:

  • Op zaterdag 19 mei om 12.45 spreken Dimitris Pavlopoulos en Yiorgos Vassalos over ‘Greece: from revolt to revolution?’
  • Op zondag 20 mei om 15.00 bediscussiëren Yiorgos Vassalos en Mona Dohle de vraag ‘Is the end of the eurozone near?’