Hoe BuZa zwarte mensen ‘per ongeluk’ een visum ontzegt
Rutte II is eind 2012 op zoek naar bezuinigingsmogelijkheden en richt zijn blik op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Nederland zou een meer bescheiden plek op het wereldtoneel passen en daarom zou het allemaal wel goedkoper moeten kunnen met de ambassades en het daar gestationeerde personeel. Tegelijkertijd stijgt het aantal visumaanvragen gestaag.
Om hieraan tegemoet te komen, zet Buitenlandse Zaken in op automatisering. Aanvragen zouden voortaan digitaal en centraal ingezameld en verwerkt moeten worden, terwijl ‘slimme’ software helpt bij de beoordeling.
Het ministerie heeft ervoor gekozen om VFS Global, een multinational uit Dubai die in handen is van investeringsfonds Blackstone, in te schakelen. Het bedrijf moet alle visumaanvragen voor Nederland vanuit de hele wereld, behalve China, bijhouden.
De volgende stap is dat ‘beslismedewerkers’ in Den Haag beoordelen of aanvragers een risico vormen. Zij worden hierbij ondersteund door een computerprogramma genaamd Informatie Ondersteunend Beslissen, dat met behulp van een algoritme visumaanvragers van een risicoscore voorziet.
Dit zou handenvol werk schelen, maar het levert een hoop ellende op, zo blijkt uit onderzoek van NRC: de dienstverlening van VFS Global is erg slecht, waardoor er lange wachttijden ontstaan. Dubieuze tussenhandelaren spelen daarop in door afspraken op te kopen. Vaak krijgen mensen na een aanvraag een standaardafwijzing. Alleen door een advocaat in de arm te nemen kunnen ze erachter komen waarom.
Profilering
Volgens de functionaris gegevensbescherming op het ministerie is de privacy niet goed geregeld: het is onduidelijk of data veilig wordt opgeslagen en wie er precies kunnen meekijken. Ook blijkt dat de algoritmen – net als bij de Belastingdienst – gebruikmaken van discriminerende profielen: nationaliteit en geslacht zijn van invloed op je kans op een visum. Een visumaanvraag vanuit Paramaribo voor een Surinaamse man van middelbare leeftijd zal altijd tot een hoge risicoscore leiden. De functionaris adviseerde het ministerie dan ook per direct te stoppen met het profileren van visumaanvragers. Wopke Hoekstra liet een juridische toets uitvoeren en besloot dat de racistische praktijk kon worden voortgezet.
Volgens het ministerie zou de situatie rondom de dienstverlening en doorverkoop inmiddels verbeterd zijn. Het algoritme draait echter nog altijd door, waardoor de kans op een visum voor mensen uit bijvoorbeeld Suriname klein blijft. Ook advocaat Michael Yap merkt nog geen verbetering. Volgens hem laat de Nederlandse regering zich door twee zaken leiden: geld en een diep wantrouwen tegen bepaalde reizigers. Het gaat hierbij om het ontmoedigen van mensen uit bepaalde landen vanuit de angst dat ze zouden kunnen blijven.
Zicht op verbetering is er nog altijd niet en het lijkt er sterk op dat de regering het wel prima vindt. Op typisch ruttiaanse wijze probeert het ministerie met georganiseerde onkunde onder onwelgevallige wettelijke verplichtingen uit te komen.