Het verlies van de Nederlandse natuur

Decennia aan stikstofvervuiling, droogteproblemen en versnippering van natuurgebieden hebben geleid tot een crisissituatie in de Nederlandse natuur. Ondertussen is het beleid van de overheid er vooral op gericht om de winsten van de vervuiler te beschermen.
10 juni 2021

Het gaat niet goed met de Nederlandse natuur: van de oorspronkelijke biodiversiteit is nog maar 15 procent over en hiervan wordt een derde met uitsterven bedreigd.

Een van de belangrijkste oorzaken hiervan is de hoge stikstofuitstoot, veroorzaakt door de extreem hoge dichtheid van veehouderijen in Nederland. De stikstof uit de mest slaat neer op de bodem. Hierdoor gaan soorten als gras en bramen heel hard groeien, terwijl zeldzame soorten worden verdreven en uitsterven. Insecten en vogels die afhankelijk zijn van deze planten zijn vervolgens ook de dupe. Daarnaast leidt de ophoping van stikstof tot het wegspoelen van andere mineralen, zoals kalk.

Zo schreef Nu.nl afgelopen maand dat het kalkgebrek op de Veluwe gigantische gevolgen heeft: eiken sterven af, slakken zijn niet meer in staat om een sterke schelp te vormen en mezenjongen gaan dood door een gebrek aan kalk in hun botten.

De schade van stikstofvervuiling blijft niet beperkt tot de natuur. De ammoniakgeur is op de Veluwe steeds vaker zó doordringend dat inwoners noodgedwongen binnen moeten blijven. De geur is ondragelijk en bovendien potentieel ongezond.

Volgens het RIVM zijn de tot dusver gemeten concentraties nog niet schadelijk voor de gezondheid, maar met steeds warmer wordende zomers is het aftellen tot een jaar waarin de concentraties wél de wettelijke grenzen overschrijden.

Verdroging en versnippering

Naast de stikstofvervuiling zijn er twee andere factoren die de natuur onder grote druk zetten: verdroging en versnippering. De uitzonderlijke droogtes van de afgelopen zomers (veroorzaakt door klimaatverandering) zorgen ervoor dat er weinig buffer meer over is in de natuur. Dit wordt verergerd door een afwateringssysteem dat er op gericht is om overvloedig water af te voeren in plaats van op te slaan. Dit heeft grote gevolgen: heide en bomen sterven af, weidevogels en hun kuikens hebben moeite voedsel te vinden in de uitgedroogde grond. En vennen, beken en poelen drogen op, wat problemen oplevert voor zeldzame amfibieën zoals vroedmeesterpad, geelbuikvuurpad en kamsalamander. Vissen kunnen moeilijker migreren en dreigen lokaal uit te sterven.

De totale versnippering van de natuur in Nederland, bijvoorbeeld door de aanleg van snelwegen dwars door natuurgebieden, maakt soorten kwetsbaar voor uitsterving. Insecten kunnen zich moeilijk verplaatsen tussen verschillende gebieden, waardoor de bestuiving van planten beperkt blijft tot soortgenoten uit hetzelfde stukje land. Dit zorgt voor een kleine genetische diversiteit binnen plantenpopulaties, waardoor deze vatbaarder worden voor ziektes als schimmels. Daarnaast leidt de versnippering tot een gebrek aan uitwijkmogelijkheden bij plotselinge gebeurtenissen (zoals een storm of overstroming), waardoor diverse soorten een dergelijke gebeurtenis niet meer kunnen overleven. Voor de recentelijk gevestigde wolf is deze versnippering ook een groot probleem, zoals blijkt uit de dodelijke aanrijding van een wolvin op de Veluwe afgelopen maart. Dergelijke incidenten kunnen desastreus zijn voor het voortbestaan van kwetsbare soorten.

Zorgwekkende situatie

Zoals Friedrich Engels al schreef in zijn boeken over historisch materialisme en de dialectiek van de natuur, is de mens onlosmakelijk verbonden met haar omgeving. De mens is niet alleen afhankelijk van de natuur, maar is er onderdeel van. Onder het kapitalisme is deze relatie sterk verstoord. De productie moet constant groeien ten behoeve van de winst. Daarmee wordt steeds meer natuur opgeslokt en verwoest, wat directe gevolgen heeft voor de mens. De zorgwekkende toestand van de Nederlandse natuur is hier een voorbeeld van. Luchtvervuiling tast onze gezondheid aan en het uitsterven van insecten en plantensoorten vormt een grote bedreiging voor de voedselproductie. Daarnaast leidt de verdroging van de grond ertoe dat bodems op de lange termijn geen water meer kunnen vasthouden, waardoor omliggende gebieden kwetsbaarder worden voor overstroming.

De in maart aangenomen stikstofwet, gesteund door onder andere de SP, zal niet in staat zijn om het tij te keren. Volgens een recent door het Wereld Natuur Fonds en Natuurmonumenten gepubliceerd onderzoek is het voor het behoud en herstel van de natuur noodzakelijk dat de stikstofuitstoot in 2035 met ten minste 70 procent afgenomen is, maar het wetsvoorstel gaat uit van slechts 50 procent. Daarnaast is het zeer de vraag of met de huidige maatregelen dit überhaupt gehaald gaat worden.

De opgelegde reductie is vrijblijvend en het is onduidelijk hoe dit bewerkstelligd gaat worden. Ondertussen komt de natuur steeds dichter bij het randje van de afgrond: op veel plekken lijkt het erop dat de komende jaren de stikstofuitstoot juist zal toenemen. Zo is de cacaofabriek Olam in Koog aan de Zaan (een van de grootste ammoniakuitstoters in Nederland) bezig met de aanleg van een nieuwe biomassacentrale, die grote hoeveelheden stikstof zal gaan uitstoten. De natuurvergunningen zijn nog niet verleend, maar de bouw is al in volle gang. Onder het toeziend oog van de lokale autoriteiten.

Het is duidelijk dat er voor een herstel van de Nederlandse natuur meer nodig is dan wat duwtjes in de goede richting. Alleen drastische maatregelen kunnen een weg vooruit bieden. Deze maatregelen moeten gericht zijn op herstel en uitbreiding van de nog resterende natuur: een directe stop op grote bouwprojecten in natuurgebieden, een beperking van het watergebruik door de grootindustrie en de verbetering van het watersysteem. Daarnaast moet er een stop komen op de uitstoot van stikstof in de omgeving van kwetsbare natuur door een minimalisering van de veestapel.