Het poldercompromis over de AOW moet de prullenbak in

Vlak voor de verkiezingen sloot de FNV-top een principeakkoord over de AOW-leeftijd. Waar de insteek vorig jaar nog was om deze op 65 jaar te houden, vindt de bond nu dat deze op termijn mag verhoogd worden naar 67, en mogelijk nog verder. De mogelijkheid blijft eerder te stoppen, maar dat kost wel 6,5 procent van de AOW-uitkering per jaar dat je eerder uittreedt. Voor de meesten zal dit niet te betalen zijn, en veel bondsleden spreken van verraad. We doen er goed aan dit poldercompromis van tafel te vegen.
17 juni 2010

Door Jeroen van der Starre

1. Een verhoging naar 66 jaar – en nog verder

In het principeakkoord is vastgelegd dat de leeftijd van uittreding per 2020 wordt verhoogd naar 66 jaar. Vanaf dat moment wordt iedere vijf jaar, aan de hand van de ontwikkeling van de levensverwachting, opnieuw gekeken of die leeftijd verder omhoog moet. Het is zeer waarschijnlijk dat hiermee de leeftijd in 2025 opnieuw wordt verhoogd naar 67 jaar. Dit is vooral goed nieuws voor de werkgevers. De EU heeft in 1999 in Lissabon uitgesproken dat de pensioenleeftijd naar 70 jaar moet worden opgerekt als deel van een pakket van neoliberale maatregelen – bekend als de Lissabon Agenda – om Europa ‘de meest concurrerende economie ter wereld’ te maken. Dit akkoord is belangrijke stap in het verwezenlijken van die agenda, en werknemers krijgen er niets voor terug behalve een toekomst van langer doorwerken. Maar het biedt ook nog andere voordelen voor het bedrijfsleven.

2. Een stap naar de privatisering van het pensioenstelsel

Dit akkoord zet de deur open naar een splitsing van de pensioensuitkering. Er wordt over gedacht om een deel van de pensioensuitkering te garanderen en een ander deel te laten afhangen van beleggingsresultaten van het pensioensfonds. Over dit tweede deel wordt dan niet de uitkering aan de werknemer, maar de inleg van de werkgever vastgelegd. Dit zorgt ervoor dat werkgevers minder verantwoordelijkheid dragen voor de pensioensuitkering en is daarmee een stap in de richting van het privatiseren van het pensioensstelsel. Hiermee zullen de grenzen tussen de pensioenfondsen en commerciële verzekeraars vervagen. Voor een deel zullen pensioenfondsen zelf meer als verzekeraar gaan opereren, voor een deel zullen pensioenpremies ook bij commerciële verzekeraars worden neergelegd. Zie hier een gevaarlijke neoliberale tendens waarin de pensioenen verschuiven naar wat nu levensverzekeringen zijn.

3. De illusie dat dit akkoord ‘beduidend minder pijn doet’

Henk van der Kolk (voorzitter FNV Bondgenoten) verdedigt zijn jongste poldergedrocht door te stellen dat het nieuwe plan ‘natuurlijk een verslechtering’ is. ‘Maar je moet het vergelijken met wat het kabinet van plan was. En dan doet ons plan beduidend minder pijn.’ Met andere woorden: als we door onze eigen vakbond een poot worden uitgedraaid zijn we beter af dan wanneer we dat laten doen door Rutte & Co. Maar is dat wel zo? Zogenaamd is nu afgesproken dat de uitkeringen meestijgen met de welvaartstijging. Deze koppeling wordt echter niet door de werkgevers, maar door de overheid bepaald. Deze ‘afspraak’ is daarmee niets meer dan een aanbeveling aan het komende kabinet-Rutte en bevat geen harde toezegging. Met deze poging om de politiek te temperen heeft de FNV-top ‘over het hoofd gezien’ dat werknemers en werkgevers helemaal geen gezamenlijk belang hebben.

4. De doodlopende weg van het poldermodel

De FNV-top heeft haar polderstrategie steeds verdedigd met de claim dat er ‘geen actiebereidheid is’. Ze heeft echter zelf nagelaten om leden in actie te roepen. Eerst werd ons voorgehouden dat we in de SER tot een alternatief voor de verhoging van de AOW-leeftijd zouden komen. Door kritische vakbondsleden werd toen al betoogd dat dit een doodlopende weg was en dat we de strijd aan moesten gaan. Toen deze koers faalde moesten we ineens wél de straat op. Dat hier aarzelend op gereageerd werd mag niet verbazen. Was er echter een geloofwaardig actietraject uitgestippeld dan hadden dingen anders kunnen lopen. In 2004 gingen honderdduizenden de straat op tegen de aanval op VUT en prepensioen – veel meer dan was verwacht. Dat liet zien dat mensen wel degelijk bereid zijn in actie te komen als ze geloven dat dit zin heeft. De recente stakingen van schoonmakers en gemeentepersoneel bevestigen dit.

Het is van belang dat bondsleden zich uitspreken tegen dit principeakkoord. Laten we daarbij niet vergeten dat een meerderheid van de bevolking nog altijd voor het handhaven van de 65 jaar is. Maar er is meer nodig: kritische leden moeten zich organiseren om te vechten voor een strijdbare vakbeweging. We moeten de vakbondstop dwingen te stoppen met polderen, en juist aan te haken bij het verzet zoals we dat elders in Europa zien opkomen langs dezelfde leus: laat de rijken de crisis betalen!

• Stem in het referendum tegen de verhoging van de AOW-leeftijd, laat je stem horen op de informatiebijeenkomsten op 21, 22 en 23 juni en deel het pamflet uit van de IS
• Download en verspreid de flyer (pdf).
• Kom naar de actievergadering ‘Wij gaan de crisis niet betalen!’ op donderdag 8 juli: zie http://rekeningretour.blogspot.com en mail rekeningretour@gmail.com
• Lees hier meer over de fabels en feiten over de AOW