Het neoliberale aanvalsplan van de EU

Europese regeringsleiders hebben eind maart tijdens hun top in Brussel het zogenaamde ‘competitiviteitspact’ omarmd. De dag daarvoor liep een vakbondsdemonstratie met tienduizenden deelnemers, tegen de aan dit pact verbonden bezuinigingen, uit op confrontaties met de politie. Het is terecht dat vakbondsleden zich met hand en tand verzetten tegen dit nieuwe akkoord. De crisis in de eurozone is voor regeringen en bedrijfsleven vooral een aanleiding om hun neoliberale agenda nieuw leven in te blazen.
19 april 2011



Foto: Voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy (rechts) en president van de Europese Commissie Jose Manuel Barroso (links) tijdens de EU-top in Brussels, 25 maart, 2011.

Door John van Mullem

Volgens rechts zijn de opgeschroefde bezuinigingsmaatregelen nodig om de EU uit de crisis te halen en in de toekomst ‘crisisbestendig’ te maken. De Duitse bondskanselier Merkel en Franse president Sarkozy wilden als initiatiefnemers van het competitiviteitspact een grotere regie voor Europa. Maar omdat de kleinere lidstaten zich hier niet in konden vinden, kwamen EU-president Van Rompuy en Commissievoorzitter Barosso met een aanpassing. In de reguliere media wordt er gesproken over een ‘milder’ en ‘opener’ akkoord. In werkelijkheid echter blijkt deze nieuwe exit strategy om uit de crisis te komen een nog grotere neoliberale vlucht vooruit – vanuit precies dezelfde marktideologie die aan de basis lag van de crisis.

Alleen al de aanval op de lonen wordt van meerdere kanten ingezet. Volgens het pact dat nu is aangenomen zal de loonstijging voortaan niet meer gekoppeld worden aan de inflatie maar aan de productiviteit. Hierbij mogen de lonen niet sneller stijgen dan de productiviteit. Volgens Ronald Janssen, economisch adviseur van het Europees Vakverbond (EVV), is deze maatregel in 1999 al in Duitsland ingevoerd en kan er na 12 jaar worden geconcludeerd dat dit een desastreuze uitwerking heeft gehad op de koopkracht van de Duitse arbeidersklasse: ‘Het gaat hier dus over de nominale lonen en niet over de reële lonen. Hierdoor wordt er geen rekening gehouden met de vermindering van de koopkracht.’

Funest

Ook de decentralisatie van het loonoverleg tussen vakbonden en overheid naar een loonoverleg op sectoraal en bedrijfsniveau baart Janssen grote zorgen: ‘Dit zou funest zijn voor sectoren en bedrijven waar de vakbond zwak staat.’ De Oostenrijkse vakbondsleider Oliver Röpke spuugde afgelopen maand ook zijn gal over deze maatregel: ‘De enige keer sinds 1918 dat het collectief loonoverleg is afgeschaft, was tijdens de bezetting van de nazi’s.’

Achter het gebruik van allerlei op het eerste oog neutrale termen en passages gaan in het pact dan ook botte aanvalsplannen schuil. De retoriek over het ‘aanzwengelen van de werkgelegenheid’ bijvoorbeeld moet verhullen dat het ontslagrecht verder wordt versoepeld. Het ‘make work pay’ principe betekent het verlagen van de werkeloosheidsuitkeringen, zodat arbeiders meer met elkaar zullen moeten concurreren, en dus voor lager loon werk zullen aannemen. ‘Het is in lijn met de Hartz-plannen,’ aldus Janssen, die in veel deelterreinen van het akkoord vooral een neoliberale geest uit Duitsland ziet rondwaren.

Terwijl in Nederland de discussie over het pensioenakkoord een nieuw hoofdstuk ingaat, blijkt uit dit pact dat verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar voor de regeringsleiders nog lang niet genoeg is. Door de koppeling van de pensioenleeftijd aan de demografische ontwikkelingen in een land betekent dit dat er geen garantie meer bestaat over met welke leeftijd er met pensioen kan worden gegaan. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen mensen met laagopgeleide handarbeid die eerder beginnen met werken en gemiddeld minder jaren leven, en hoogopgeleide mensen die over het algemeen hun laatste jaren in een betere gezondheid uitzingen. Het prepensioen wordt helemaal afgeschaft als het aan de regeringsleiders ligt.

Deze uitholling van lonen, uitkeringen en pensioenen zal een nieuwe en grove aanslag betekenen op de levensstandaard van arbeiders in Europa. De grootverdieners krijgen echter voor de zoveelste maal cadeau’s, onder andere door een verlaging van de loonheffingen, die juist zouden kunnen zorgen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Ook de ‘harmonisering’ van de vennootschapsbelasting – in gewoon Nederlands een verlaging van de winstbelasting voor grote bedrijven – en het opheffen van beperkingen in de handelssector zijn een paar maatregelen waarmee de fundamenten van de vrije markt worden verstevigd.

Lidstaten

Als klap op de vuurpijl krijgen Europese werknemers niet alleen te maken met de maatregelen van het competitiviteitspact. De ‘economic government proposals’ en de ‘annual growth survey’ zijn andere akkoorden die lidstaten dwingen om de staatsschulden en de begrotingstekorten terug te dringen. Concreet komt dit neer op nog meer drastische bezuinigingsmaatregelen in de afzonderlijke lidstaten, met voorop de interventies in landen met de grootste financiële problemen zoals Griekenland en Ierland.

Jan Willem Goudriaan, voorzitter van de afdeling publieke diensten van het EVV vindt het wrang dat de rekening van de crisis bij de gewone man en vrouw wordt neergelegd. Hij ziet ook geen logica in de neoliberale gedachte dat ‘het bevriezen van de lonen van een verpleger goed is voor de economie, terwijl aan de andere kant de excessieve bonussen van CEO’s van banken en andere bedrijven die duizenden mensen ontslaan en miljarden euro verkwisten, nodig zouden zijn om Europa te helpen door de crisis te komen.’

Het competitiviteitspact is er dan ook niet simpelweg ‘om de crisis te bezweren’ – het misbruikt de crisis voor een herschikking van de arbeidsverhoudingen, door uitbreiding en aanscherping van het neoliberale project dat sinds de Agenda van Lissabon uit 2000 hoogtijdagen viert. Janssen: ‘Dit is veel erger dan de Bolkesteinrichtlijn. Hier gaat men naar het hart van de vakbonden. Dit is een frontale aanval op sociaal Europa en dit zou in elke krant voorpaginanieuws moeten zijn.’

Dat Rutte zich na de EU-top met de aanname van dit pact ‘gerustgesteld voelt’ zou de vakbeweging en links in Nederland net zo wakker moeten schudden als in de rest van Europa. Het antwoord op deze oorlogsverklaring ligt niet in de nationalistische vinger wijzen naar ‘Brussel’ of naar de ‘zwakke landen’ die nu vooraan in de vuurlinie liggen.

De enige weg vooruit is het tot stand brengen van een breed front dat zowel op Europees als op nationaal niveau de strijd aanbindt, met als centrale boodschap: tegen het Europa van de multinationals, voor een sociaal Europa – laat de rijken de crisis betalen.

Lees ook:
Griekenland: ‘Van onderaf de bondstop dwingen algemene stakingen af te kondigen’

Ierland: ‘Meer banen in de publieke sector, in plaats van geld in de banken’

Nederland: ‘Werknemers, kaderleden en vakbondsbestuurders moeten hun collega’s in Europa opzoeken’