Het kapitalisme ontrafeld
Door Joseph Choonara
Sinds het ontstaan van de antikapitalistische beweging rond de eeuwwisseling was er al een groeiende interesse voor de werken van Marx. Door de economische crisis is die behoefte sterk toegenomen. Mensen zoeken naar een uitleg van de diepere concepten die Marx beschrijft in Het Kapitaal, inclusief de onderwerpen die nu zeer relevant zijn zoals de analyse van de financiële en economische crisis.
Het eerste deel van mijn nieuwe boek bespreekt de theorie ‘arbeid als koopwaar’, een belangrijk uitgangspunt van Marx. Hij stelt dat goederen waarde hebben, niet door het idee van de ondernemer, maar doordat ze geproduceerd zijn door arbeid. Dit is al een revolutionaire gedachte. Marx gaat echter verder door te laten zien dat arbeid zelf een speciale vorm van een waar wordt onder het kapitalisme.
Wanneer kapitalisten op zoek zijn naar arbeid hoeven ze alleen maar de waarde te overhandigen, in de vorm van een salaris, die net genoeg is om de arbeider de volgende dag weer naar het werk te laten komen. De zogenaamde meerwaarde is het gat tussen de waarde die de arbeider produceert en de waarde die de arbeider ervoor krijgt. Het bestaan van deze meerwaarde, de bron van winst, laat volgens Marx zien dat er uitbuiting plaatsvindt.
Accumulatie
In het tweede deel ga ik in op de dynamiek in het kapitalistische systeem. Kapitalisten buiten niet alleen arbeiders uit. Ze zijn ook genoodzaakt om de concurrentie met elkaar aan te gaan. Ze doen dat door de meerwaarde die ze uit arbeiders verkrijgen te investeren in ‘dode arbeid’ (zoals machines), geproduceerd door andere arbeiders. Deze dode arbeid werkt de ‘levende arbeid’ van arbeiders echter tegen. Marx noemde dit proces ‘accumulatie’.
Een voorbeeld: waarschijnlijk kost de drukpers die mijn boek heeft geproduceerd ongeveer 2 miljoen euro. Hij kan bediend worden door één arbeider. Dertig jaar geleden zou het boek geproduceerd zijn door een drukpers van 250.000 euro en bediend worden door drie of vier arbeiders. Deze vorm van accumulatie heeft twee effecten. Aan de ene kant is de nieuwe drukpers veel productiever – deze kan veel sneller boeken produceren. De waarde van elk boek daalt doordat er minder arbeidskracht voor nodig is. Kapitalisten die op deze manier investeringen doen in nieuwe machines kunnen de concurrentie aangaan door de prijzen te verlagen.
Dat is waarom de drang naar accumulatie eindeloos is. Elke kapitalist die weigert arbeiders efficiënt uit te buiten zal snel achterblijven in de concurrentiestrijd. Dit maakt het kapitalisme enerzijds tot een zeer dynamisch systeem. Aan de andere kant zorgt accumulatie er juist voor dat het kapitalisme een chaotisch, vernietigend en tot crisis geneigd systeem is. Wanneer de accumulatie namelijk verder gaat zullen kapitalisten nog meer investeren in dode arbeid, zonder een gelijkwaardige groei van levende arbeid. Dit betekent dat er meer geïnvesteerd wordt zonder dat daar winst tegenover staat. Met andere woorden: de zogenaamde winstvoet heeft de neiging te dalen. Dat is voor kapitalisten een groot probleem omdat de winstvoet op zijn beurt bepaalt hoe snel accumulatie kan plaatsvinden.
Geen dogma
Mensen zeggen vaak: ‘Dat is allemaal wel waar, maar Marx beschreef dit anderhalf eeuw geleden en het systeem is veranderd.’ En ze hebben een punt – het marxisme is geen dogma dat we eindeloos kunnen herhalen. We moeten begrijpen hoe het kapitalisme verandert naarmate het ouder wordt.
In het derde deel van mijn boek beschrijf ik kort de geschiedenis van het systeem. Marx stelt dat naarmate het kapitalisme ouder wordt bedrijven groter worden, door accumulatie en doordat bedrijven in crisistijd instorten en met anderen fuseren. Hij beschouwde een crisis dan ook als een proces van ‘creatieve vernietiging’ dat ervoor kan zorgen dat het kapitalisme – voor een tijdje – weer een bepaalde ‘gezondheid’ krijgt. Maar als bedrijven groeien, wordt het een te groot risico voor het systeem dat multinationals failliet gaan. Je hoeft alleen maar te denken aan de chaos die ontstond door de instorting van Lehman Brothers, of het debat in het Amerikaanse Congres over het dreigende faillissement van Ford, Chrysler en General Motors.
Staten proberen te voorkomen dat zulke megabedrijven over de kop gaan. Maar die afhankelijkheid betekent tegelijk dat de problemen juist groter kunnen worden. Daarmee blijkt het systeem eigenlijk minder drastisch veranderd dan mensen soms beweren.
Potentiële macht
Een van de krankzinnige aspecten van het kapitalisme is dat nieuwe machines ervoor zorgen dat een groep arbeiders bij het grofvuil wordt gezet in plaats van het leven van alle mensen makkelijker te maken door de werktijd te verkorten. Maar de groep arbeiders die nog in een specifieke industrie werkzaam is krijgt wel meer potentiële macht in handen. Een staking bij Boeing op één locatie zorgde er in 2008 voor dat de multinational 100 miljoen dollar per dag verlies maakte en andere bedrijven in bijvoorbeeld Frankrijk en Japan ook de gevolgen hiervan ondervonden.
In sommige sectoren is er ook een groei geweest van de arbeidsmarkt, zoals in de publieke sector. Marx zag geen fundamenteel verschil tussen werkzaam zijn in de productieve sector of de dienstensector. Het maakt niet wezenlijk uit of je auto’s in elkaar zet voor Ford of hamburgers bakt bij McDonald’s. Zelfs de mensen die niet direct winst genereren, zoals werknemers in het openbaar vervoer, de gezondheidzorg of het onderwijs, zijn tegenwoordig essentieel voor het draaien van het hele systeem. Dat betekent ook dat ze veel macht hebben, zoals we kunnen zien wanneer ze het werk neer leggen om hun eisen binnen te halen.
Een belangrijk gegeven is bovendien dat de huidige crisis zorgt voor diepe barsten aan de top van de maatschappij. Deze barsten creëren ruimtes die door strijd van onderaf gebruikt kunnen worden om door te breken. Voor socialisten is het dan ook onvoldoende de werking en het failliet van het kapitalisme puur te analyseren. In de traditie van Marx is het juist de uitdaging om de strijd van arbeiders te verbinden met het streven naar socialisme en de confrontatie met het zieke systeem als geheel.