‘Het is tijd om single-use plastics en afvalcentrales uit te faseren’
Wat is jouw achtergrond?
Ik heb lang gewerkt voor onderzoeksinstituten in de energietechnologie. De informatie over afvalverbranding komt uit openbaar beschikbare bronnen zoals de energiedatabase van TNO en documentatie van Rijkswaterstaat. De informatie over de chemicaliën in plastics komt uit bronnen zoals het United Nations Environment Program (UNEP).
Wat zijn plastics en zijn ze veilig?
Mijn vraag is: is plastic een circulair materiaal? Elke plastic verpakking heeft een symbool met pijlen die een driehoekige cirkel vormen. Dat symbool zegt dat het recyclebaar is. Maar dat is misleidend. Er zijn zeven soorten harsen met dat symbool, maar slechts twee daarvan zijn recyclebaar. Dat zijn alleen de polymeerharsen en niet de chemicaliën die erin zitten.
Plastics komen uit een fossiele-brandstofraffinaderij. Harsen zijn de monomeren. Als je deze combineert krijg je lange ketenen van polymeren. Maar geen enkele chemische reactie is perfect. Dus er zijn vaak monomeren die op zichzelf staan. Dat is geen fijn materiaal.
De polymeren zijn de basis voor plastic. Dat moet hard of zacht zijn, niet ontvlambaar, met een specifieke kleur. Al deze eigenschappen worden bepaald door de additieven (toevoegingen, red.). De polymeren kunnen niet ontsnappen. Maar de additieven zijn niet gebonden: ze kunnen bewegen.
Er zijn additieven zoals smeermiddelen, antistatische middelen, en biociden. Meer dan 13.000 chemicaliën zijn geïdentificeerd die los in het plastic zitten. Van de 7.000 die geanalyseerd zijn, zijn er 3.200 gevaarlijk: minstens een kwart.
Sommige additieven zijn berucht. PFAS maakt alles waterbestendig en is een vlamvertrager, bisfenol-A zat in plastic babyflessen. Nu lees je vaak op babyflessen ‘bisfenol-A vrij’. Ftalaten maken plastic soepel, dat zijn weekmakers. Die verstoren je hormoonhuishouding. Ook vlamvertragers zijn problematisch. De additieven veroorzaken allerlei ziektes: verminderde vruchtbaarheid, beschadigd zenuwstelsel, hypertensie, hart- en vaatziektes, long- en leverkanker. Dat staat in het UNEP-rapport.
Er is consensus dat additieven niet gebonden zijn en kunnen migreren van de verpakking naar het product. Maar het idee bestaat dat de dosis het vergif maakt. Dus dan zeggen ze dat er niet genoeg blootstelling is om mensen ziek te maken. De plasticbedrijven zeggen dat plastic helemaal veilig is, maar dat is niet zo.
Meerdere studies geven aan dat de giftige stoffen onder de wettelijke limiet blijven. Maar die houden geen rekening met de impact van stoffen in lage dosis, en ook niet met de blootstelling aan gifmengsels van een ‘gemiddeld’ persoon. We hebben zóveel verschillende plastic voorwerpen, we krijgen een cocktail van verschillende chemicaliën.
De EU heeft plannen om alle PFAS en sommige hormoonverstoorders en vlamvertragers vanaf 2030 te verbieden. Dat beleid zit in de pijplijn, maar we zullen zien.
Hoe werkt plastic recycling?
Nederland is Europees koploper in recycling. Slechts vier Europese landen hebben een recyclepercentage van meer dan 40 procent. Maar plastic wordt niet echt gerecycled.
De helft van het plastic wordt ingezameld, 51 procent. Na sortering gaat 55 procent daarvan naar de afvalverbranding. Van de rest is nog eens 40 procent productverlies, wat ook wordt verbrand: in totaal dus 73 procent. Dit zijn gegevens van 2020.
Na verrekening van import en export is nog maar 9,8 procent van het plastic dat in Nederland gemaakt wordt afkomstig van recycling. Dat gebeurt mechanisch: alles wordt verdeeld in kleine stukjes van polymeren met additieven. Additieven kunnen ook onderling reageren en zich concentreren. Dus gerecycled plastic kan ook gevaarlijker zijn.
Recycling maakt ook heel veel microplastics. Dat komt in ons bloed, in placenta’s die baby’s voeden, overal. Ik denk dat mensen dat moeten weten.
Zelfs als je twee PET-flessen hebt van verschillende kleuren kunnen ze soms niet samen gerecycled worden. Er zijn ook multilaag-plastics. Er is geen gangbare oplossing voor de recycling daarvan. Plasticproducenten doen aan greenwashing over chemische recycling, maar die techniek is nog onvoldoende ontwikkeld. Nieuwe plastic harsen zijn zo goedkoop omdat fossiele brandstoffen gesubsidieerd worden.
Een PET-fles wordt niet gerecycled als PET-fles. Een PET-fles wordt vezels en dat wordt bijvoorbeeld kleding. En de tweede keer een parkbank. Het zijn stappen naar beneden. Het plastic wordt van lagere kwaliteit na de recycling. Dus plastic is geen circulair materiaal.
De recycling van metalen, zoals staal en aluminium, is in vergelijking met plastics echt oneindig. Misschien zijn er kleine verliezen, maar het is echt circulair. Maar plastic kan slechts 1 tot 3 keer worden gerecycled. Ze moeten nieuw plastic toevoegen. Van het oude plastic zijn de polymeerketens verbroken en er is een grote degradatie.
Nederland is ook koploper in plasticexport. Er ging in 2020 211 kiloton of bijna 40.000 zeecontainers naar Indonesië, Maleisië, Vietnam en India. Nederland was in 2020 na de VS en Japan de derde grootste exporteur van plastic in de wereld naar niet-OECD landen. Dat vervuilt daar rivieren, stranden en de zee.
Afvalverbranding speelt een cruciale rol. Wat is die rol?
Driekwart van het plastic gaat naar de afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s). Van al ons restafval wordt 90 procent verbrand, waarvan 55 procent biomassa is. Biomassa mist de calorische waarde om de goede temperatuur te bereiken.
Dus AVI’s hebben plastic nodig. Als ze het niet hadden, moesten ze fossiele brandstoffen gebruiken. Dat noemen ze ‘feed the beast’: als je een AVI hebt, moet je die voeden met plastic. Papier is 13,5 megajoule per kilo, plastic 41. Plastic is in wezen fossiele brandstof. Zelfs steenkool heeft een lagere opbrengst dan plastic.
Je moet AVI’s vergelijken met andere installaties die ook warmte en stroom leveren. Een gasgestookte warmtekrachtkoppelingscentrale (WKK-c.) produceert elektriciteit en warmte. Dat doen de AVI’s ook.
Maar AVI’s zijn zes keer duurder en maar een kwart zo efficiënt als een WKK-centrale. Ze zijn zo duur omdat je allerlei installaties moet bouwen tegen luchtverontreiniging. Dat zijn data van TNO. Aardgas wordt verbrand. Je maakt CO2, maar verder is het weinig vervuilend.
Sinds 2011-2012 importeren ze afval om de AVI’s op volle capaciteit te laten draaien. Ondanks een heffing wordt 15 tot 24 procent van het afval geïmporteerd (twee miljoen ton per jaar, red.). Ze moeten deze dure installaties op vol vermogen laten draaien, anders raakt dat hun portemonnee.
Sommige mensen zien de opbrengst van afvalcentrales als nuttig. Klopt dat?
De 13 AVI’s leveren slechts 2,8 procent van de Nederlandse elektriciteit en 1,5 procent van de hernieuwbare elektriciteit. Omdat 55 procent van het afval biomassa is, krijgt dat een groen label. Maar biomassa is niet hernieuwbaar. Het groeit langzaam, maar wordt snel verbrand.
Nederland doet het de afgelopen jaren redelijk goed met zonne-energie. In 2022 hebben ze 4,2 gigawatt aan zonne-energie geïnstalleerd. Dit levert 3,7 terawatturen aan het stroomnet, zelfs als je er rekening mee houdt dat er ’s nachts of in de winter geen zon is. Dat is meer dan de 3,3 terawatturen die alle 13 AVI’s bij elkaar hebben geleverd in 2020.
De AVI’s maken heel veel as, vol met zware metalen en andere gevaarlijke stoffen. Er is een grote asberg in Amsterdam van de grote afvalverwerker AEB en één in Twente. Ze dekken de ondergrond af met een dikke plastic laag en storten dan de as. Ze gebruiken het ook als bouwmateriaal voor wegen.
De uitstoot van AVI’s is één ton CO2 per ton afval. Ze zeggen dat de CO2 van biomassa niet uitmaakt: ‘Die zien we niet’. Maar de CO2-productie van de 45 procent die geen biomassa is, ligt boven het gemiddelde van het EU-elektriciteitsnet. Dat draait op een mix van brandstoffen zoals ook kernenergie en aardgas. De AVI’s zijn bijna twee keer zo vervuilend als dat gemiddelde elektriciteitsnet. Wij ademen de lucht van de AVI’s van ons afval en dat van Italië.
Afvalverwerkers zeggen dat ze hele moderne reinigingsapparatuur hebben, toch?
In de omgeving rond de centrales zijn PFAS en diverse carcinogenen gevonden. We hebben AVI’s van verschillende leeftijden. Tien van de dertien AVI’s zijn tussen de 27 en 51 jaar oud. Harlingen is één van de nieuwste. Een Nederlandse onderzoeker heeft metingen gedaan rond Harlingen en in andere landen. Hij vond veel PFAS en dioxines in de nabijheid van deze AVI’s, in kippeneieren en op mossen.
Europese regels schrijven voor dat uitstootmetingen worden gedaan als een centrale in bedrijf is. Ze meten niet als een AVI opstart of afsluit. Maar precies dan wordt de apparatuur voor beheersing van de luchtverontreiniging losgekoppeld. Dan is de emissie juist heel hoog. Maar de EU neemt dat niet waar.
Dus de regels zijn niet genoeg. Mijn conclusie is dat AVI’s moeten worden uitgefaseerd.
Er is veel biomassa die de AVI’s in gaat. Dat moet je verwerken op andere manieren. Het is niet zinvol om bodemvoedingssstoffen in het biogene afval te verbranden. Als je het niet kunt composteren, kan je het fermenteren of biovergisten.
Er wordt ook metaal en glas verbrand. Dat heeft geen enkele zin. Het biomassa-afval zou al verwerkt kunnen worden in bestaande bioafvalfaciliteiten. Die capaciteit bestaat al.
Snelle-modetextiel, dat een hoog plasticgehalte heeft, en plastic voor eenmalig gebruik (die samen ongeveer 50 procent van de productie uitmaken) moeten worden uitgefaseerd. Er zijn al wat wetten aangenomen tegen ‘single-use plastic’. Als je nu koffie koopt, krijg je geen plastic roerstaafje maar één van hout. Maar de term moet breder worden genomen.
Zijn er ook alternatieven voor plastic?
Ja, die zijn er. Zo maakt het Duitse onderzoeksinstituut Fraunhofer papieren verpakkingen met een plantaardige coating. Er worden ook verpakkingen gemaakt van zeewier en schimmels.
Deze staan op het punt dat vergelijkbaar is met die van zonnecellen twintig jaar geleden. In Duitsland zijn ze toen begonnen met een subsidie. In het begin waren panelen heel duur, toen was er veel subsidie. Die werd lager naarmate zonnepanelen meer opleverden.
Mensen zijn niet bewust. Ze zetten hun plastic in de recyclebak en dat wordt ingezameld. Ze weten niet dat bijna driekwart verbrand wordt. Dat is choquerend. Als je naar de Alkmaarse Huisvuilcentrale gaat, krijg je ook een sprookjesverhaal over hoe netjes het allemaal is. Maar iedereen kan het ruiken.
Fleurtje Modder is een pseudoniem.