Het EU-aanvalspact tegen de vakbonden

‘Europese landen doen structurele ingrepen in de positie van de vakbeweging en die van werknemers’, zegt Saskia Boumans. Zij is onderzoeker voor Research for Organising van FNV Bondgenoten. In dit kader heeft ze een overzicht gemaakt van de verslechteringen die de Europese Unie doorvoert op het gebied van lonen, uitkeringen en pensioenen. ‘Het gaat hier om zaken waar we honderd jaar over hebben gedaan om die te bereiken.’
14 november 2012

Interview door Mark Kilian

Europese leiders zeggen dat we samen de crisis moeten doorkomen. Zo zei van Rompuy tijdens de European Business Summit: ‘We moeten onze sociaal-economische modellen aanpassen aan een snel veranderende wereld, terwijl we mensen en publieke opinies aan boord trekken.’ Waar gaat het over?

Over harder werken, de productiviteit moet omhoog. Dat kan met slimmere machines of door gewoon meer uren te maken of harder te werken – meer produceren per uur. Een hogere productiviteit in de concurrentie met de Aziatische en Zuid-Amerikaanse economieën. En meer werkgelegenheid.

In de praktijk betekent dat vooral dat meer mensen die vroeger ongeschikt werden gevonden, vanwege een arbeidshandicap of door sociale omstandigheden, wel aan het werk moeten. Niet dat er meer banen gecreëerd worden, maar de druk op mensen om te gaan werken wordt verhoogd.


Uit je onderzoek blijkt dat er in heel Europa sprake is van afbraak van sociale zekerheid, verregaande flexibilisering en inperking van vakbondsrechten. Hoe verkopen ze dit aan ons?

Ik vind het vooral shockerend dát het überhaupt gebeurt. En eigenlijk wordt het helemaal niet verkocht, in elk geval niet in Nederland. Mensen zijn zich er nauwelijks van bewust dat er op zo grote schaal en zo gedegen allerlei werknemersrechten, vakbondsrechten, sociale rechten worden aangepakt. Op het moment dat je er wel iets over hoort, vanuit Spanje, Griekenland en Italië, dan is het toch wel een beetje ‘hun eigen schuld’. Maar mensen zijn vrijwel niet op de hoogte, er is nog weinig boosheid over in Nederland, dus politici hoeven niks te verkopen.

In Zuid-Europa gaat het erg ver. Het gaat allemaal onder het mom van ‘samen de crisis door’ en ‘pijnlijk maar noodzakelijk’. Daar zie je enorme aanvallen. Het reële loon, dat mensen echt kunnen besteden, is in Griekenland in 2012 7,5 procent achteruit gegaan. Dat is heel veel. In Nederland is dat 0,5 procent, maar het gebeurt hier dus ook. Maar dat je meer moet werken, daar minder voor betaald krijgt, dat de landelijke cao’s op bedrijfsniveau ondermijnd kunnen worden, dat zijn allemaal maatregelen die je niet 1-2-3 weer teruggedraaid krijgt.

De lonen een paar jaar bevriezen, zoals in Nederland, is oneerlijk en contraproductief, omdat je daarmee de economie niet uit het slop haalt. Maar dat zijn geen structurele maatregelen, terwijl veel maatregelen die ze nu nemen wel echt structureel zijn. Dat gebeurt in Zuid-Europa, maar heel opvallend, ook Oost-Europa. Zo wordt in Hongarije de positie van de vakbond volstrekt ondermijnd. Stakingsrecht en sociaal overleg zijn afgeschaft.

Er is een langzame ondermijning van de cao: het niet meer algemeen verbindend verklaren, en bedrijven die zich eraan kunnen onttrekken. Is dit een centraal gecoördineerd project?

Het is natuurlijk geen complot. Maar Merkel en Sarkozy bedenken het niet allebei in hun eentje, zoals de boekdrukkunst op twee verschillende plekken tegelijk werd uitgevonden. Europa heeft nog steeds een relatief sterke vakbeweging. Die is wel verzwakt de afgelopen drie decennia, maar vergeleken met landen om ons heen hebben we hier nog veel sociale rechten en werknemersrechten. Een aantal Europese projecten zijn hierdoor ook geblokkeerd of afgezwakt.

Analoog aan het verhaal van Naomi Klein, in haar boek The Shock Doctrine: als je zo’n crisis hebt, kan die worden gebruikt als hefboom om de arbeidersbeweging te breken. In die zin is het wel gecoördineerd, het zijn geen idioten.

Begin dit jaar kwam Monti met een resolutie over het stakingsrecht. Hoewel de Europese Commissie zeer omzichtig formuleert, lijkt de resolutie dit recht in te perken. Hoe zit dat?

Monti heeft die resolutie teruggetrokken in september. Het werd politiek niet haalbaar geacht om hem door te zetten. Een stuk of twaalf nationale parlementen, waaronder Nederland, hebben zich uitgesproken tegen de resolutie: een aantal omdat ze voor het stakingsrecht zijn, en een aantal vanwege het eurosceptische argument dat de Europese Commissie niet de bevoegdheid heeft om zich hiermee te bemoeien. Maar ze zullen het wel op een andere manier proberen.

De resolutie was een vervolg op twee uitspraken van het Europees Hof, Laval en Viking, om deze in een richtlijn vast te leggen. Zo zijn ook elementen van de dienstenrichtlijn van Bolkestein van destijds later toch doorgevoerd.

Het Europees Vakverbond roept op tot een ‘sterk economisch herstelprogramma’, met een focus op banen, lonen, collectieve afspraken, pensioenen en publieke controle op de crisismaatregelen. Wat doen de vakbonden momenteel?

Op 14 november is een algemene staking in Spanje, Portugal, Italië en Griekenland. Het EVV probeert ook terecht Europese solidariteit te organiseren, het is per slot niet alleen het probleem van werknemers daar. Ook in Engeland en België hebben de grote bonden actie gevoerd. In andere landen, ook Nederland, gebeurt nog vrij weinig.

Maar de maatregelen die nu in Zuid-Europa worden genomen zijn ook de opmaat voor soortgelijke maatregelen in de andere landen. In sommige landen, zoals België, is er nog loonindexatie: je loon stijgt automatisch met de inflatie. Dat staat onder grote druk vanuit de Europese Commissie. De minimumlonen worden aangevallen, ook in Frankrijk en Hongarije. Ze willen lonen ook koppelen aan productiviteit, zodat je enorme loonmatiging krijgt. Dus de EVV volgt heel nauwkeurig wat er nu gaande is.

Of er iets bestaat als een sociaal Europa? Ik denk het niet. Dit is Europa.


Saskia Boumans legde dit interview af op persoonlijke titel.

__________________________________________________________________________________________________

Waar het offensief uit bestaat

De maatregelen waarmee landen binnen de Europese Unie de crisis te lijf gaan, vertonen grote parallellen. Dit blijkt uit een onderzoek dat Saskia Boumans verrichtte voor FNV Bondgenoten. Hier volgt een samenvatting.


Flexibilisering van de arbeidsmarkt

• De regels voor afwijkende contracten zijn veranderd, en nieuwe soorten contracten worden mogelijk, ook voor jongeren. Dit gebeurt in België, Bulgarije, Engeland, Estland,Frankrijk, Griekenland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Polen, Zweden en Nederland. De helft van de mensen met een afwijkend contract verdient minder dan de internationale standaard voor een minimumloon.

• De maximale duur van korte contracten is verlengd in Griekenland en Tsjechië. In Duitsland is het mogelijk om jarenlang tijdelijk werk te hebben, zolang er een ‘grond’ is voor een tijdelijk contract. Een medewerkster van de Keulse griffie mocht inpakken na 13 contracten in 11 jaar.

• Wetgeving over arbeidstijden (en maximum overwerk) is aangepast in België, Duitsland, Engeland, Griekenland, Hongarije, Litouwen, Luxemburg, Polen, Portugal, Roemenië , Slowakije, Slovenië, Spanje, Tsjechië en Zweden.

• Regels voor individueel en collectief ontslag zijn veranderd in België, Cyprus, Engeland, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slowakije, Tsjechië. In Griekenland is de opzegperiode verlaagd van 5 naar 3 maanden; het percentage personeel waarmee een ontslag ‘collectief’ heet is opgeschroefd in Griekenland en Spanje. In Spanje is de termijn voor individuele ontslagen op objectieve gronden gehalveerd tot 15 dagen; bij onrechtmatig ontslag hebben arbeiders geen recht meer op het loon tijdens de procedure.

• Ontslagbescherming is verzwakt in Estland en Hongarije; in Letland zijn de procedures vereenvoudigd.

Lonen, pensioenen en uitkeringen

• Lonen in de dienstensector worden bevroren in Italië, Polen en Spanje; in Spanje ook het minimumloon in de privésector; ook staat de loonindexatie ter discussie en worden de lonen met maximaal 0,5 procent verhoogd. Griekenland schafte de 13de en 14de maand af in delen van dienstensector. In Portugal zijn 3,5 maand salaris in de dienstensector niet betaald.

• De lagelonensector is vergroot in Duitsland via het neoliberale Hartz IV-beleid: sinds 2008 zijn miljoenen één-euro-banen gecreëerd, waarmee uitkeringsgerechtigden 1 euro per uur verdienen boven hun uitkering. In Nederland zijn de mogelijkheden vergroot om onder het minimumloon te werken.

• Pensioenhervormingen staan op de agenda in België, Engeland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Polen en Zweden. In Italië, Nederland en Spanje gaat de pensioenleeftijd naar 67.

• Uitkeringen en toeslagen zijn verlaagd in Duitsland, Engeland, Griekenland, Spanje en Zweden.

• Werkloosheidsuitkeringen voor arbeiders in Tsjechië worden verminderd. Nooduitkering bij ontslag om economische reden is beperkt in Estland, Griekenland, Nederland en Portugal.

Collectiviteit en vakbonden

• Decentralisatie van collectieve onderhandelingen in Bulgarije, Estland, Finland, Frankrijk, Ierland, Nederland, Polen, Slowakije, Spanje; de trend is ook zichtbaar in Engeland en Zweden. In Italië mogen bedrijven zich (via wet 148) onttrekken aan sectorale overeenkomsten over lonen, arbeidstijd en ontslagprocedures.
Ook in Duitsland (metaal, chemie, diensten) en Griekenland kunnen collectieve overeenkomsten op bedrijfsniveau boven landelijke cao’s gaan. Verder zijn in Portugal en Roemenië de werkingssfeer van cao’s ook ingeperkt.

• Stakingsrecht. In België verzwakte het gerechtshof het recht op stakingsposten (2009 en 2011). In Frankrijk staat vanaf 2011 het stakingsrecht onder druk, en staking breken wordt norm. In Hongarije mag alleen nog gestaakt worden voor eisen aan het bedrijf, en zijn de rechten van vakbondsvertegenwoordigers beperkt.

• Sociaal overleg is afgeschaft in Hongarije en verzwakt in Roemenië. In Slowakije zijn de mogelijkheden om vakbonden te organiseren beperkt, die nu aantoonbaar 30 procent van het personeel in een bedrijf moeten vertegenwoordigen. In Roemenië, waar 90 procent van de bedrijven tot 9 personeelsleden heeft, is de eis ingevoerd dat een vakbond 15 leden op de werkvloer moet hebben.

Voor meer informatie zie de site van het Europees Vakverbond (EVV/ETUC)