Het beest Macedonië

In de verhalen over de onmenselijke situatie voor vluchtelingen die tegen fort Europa stoten, wordt niet veel gesproken over Macedonië. Het is ook maar een klein land (iets meer dan de helft van Nederland) en voor vluchtelingen theoretisch niet meer dan een transit. Toch is het land onder vluchtelingen een fenomeen.
14 juni 2016

Door een ooggetuige in Macedonië

Er wordt gesproken over ‘the beast Macedonia’. Dit heeft verschillende redenen. Voor 17.000 vluchtelingen die vast zaten rondom Idomeni, bij de grens in Griekenland, was de gesloten grens met Macedonië de visualisatie van Fort Europa. Voor de 50.000 vluchtelingen die momenteel over heel Giekenland klem zitten, is dit eveneens het geval, zij het minder direct.

In de afgelopen maanden vonden op frequente basis protesten plaats bij de grens tussen Griekenland en Macedonië. Hierin vragen mensen Macedonië om de grenzen te openen. Al sinds augustus 2015 gebruikt de Macedonische grenspolitie en leger schokgranaten en traangas. In februari en maart 2016, als Macedonië alleen nog maar gecontroleerd kleine groepjes mensen doorlaat, zijn er diverse protesten door de vluchtelingen.

Ooggetuigen vertellen hoe een van de leiderfiguren van het protest samen met iemand anders door de grenspolitie apart wordt genomen en met stokken geslagen. Ze worden meegenomen naar achter de containers waar ze ontkleed worden en twintig minuten gemarteld worden met stokken en elektroshocks, onder andere op het hoofd. Een van hen vertelt later dat hij zijn vriend meerdere malen de lucht in zag vliegen door de schokken. Hun papieren worden afgenomen en ze worden teruggestuurd naar Griekenland.

Turkijedeal

Na de Turkijedeal zit de grens nog meer op slot. In april 2016 is er een zware aanval met traangas en rubberkogels op het kamp, vanuit Macedonië. Zwangere vrouwen, kinderen en iedereen in het kamp die nabij de grens is (inclusief de mensen die in de rij staan voor eten) worden getroffen. Er zijn berichten van mensen die proberen door Macedonië heen te komen en teruggestuurd worden en opgewacht worden door een haag van politie waar ze doorheen moeten lopen en geslagen worden.

Door al deze incidenten heeft Macedonië een zeer slechte naam gekregen onder de vluchtelingen. Er moet natuurlijk bij gezegd worden dat de boodschapper vaak de schuld krijgt. Het Macedonische politiegeweld bij de grens staat niet op zich. Vanuit diverse landen in Europa wordt ‘versterking’ gestuurd naar de grens en regelmatig wordt politie uit andere landen bij deze incidenten waargenomen.

Ook de Griekse politie gebruikt geweld tegen de vluchtelingen: in de afgelopen tijd was er een enorme traangasaanval op het kamp in Idomeni, waar gezinnen met kinderen zich wanhopig een uitweg zochten en die velen dakloos maakte. Daarna werd de vluchtelingen eten en water onthouden, gevolgd door een ontruiming door Griekse autoriteiten. Maar boven alles is het natuurlijk het Europese beleid dat de vluchtelingen in deze positie brengt en het geweld tegen hen tolereert.

Maffia

Dus Macedonië als zondebok? Niet helemaal. Want er zijn veel meer redenen waar het land zijn bijnaam als beest aan overhoudt. Zo zijn er naar schatting zo’n 10.000 kinderen verdwenen in Macedonië. We kunnen slechts raden wat er met hen gebeurd is… Sommige dorpen in het noorden staan erom bekend beheerst te worden door de maffia.

Toen ik eens aan iemand vroeg: ‘Waar zijn jullie banger voor, voor de politie of de maffia?’, werd ik even zwijgend aangekeken. ‘Is er een verschil?’ was het uiteindelijke antwoord. Wat het antwoord op die wedervraag is, weet ik niet, maar er gaan veel verhalen over corrupte politie. Ook in het binnenland van Macedonië, ver weg van de grens, kan de politie gewelddadig zijn. Zo vertelde iemand dat ze op zijn benen sloegen, tot ze braken en zeiden: ‘Nu kun je ons land niet meer in lopen.’

Macedonië (formeel FYROM – Former Yugoslavian Republic of Macedonia) is weliswaar een klein land, maar heeft een complexe geschiedenis. Het huidige politieke klimaat is eveneens complex. Met een groot afluisterschandaal als druppel, is de bevolking de straat op gegaan onder de naam ‘colourful revolution’. Het centrum van Skopje en diverse andere steden is het toneel van dagelijkse of wekelijkse protesten. Zelfs de onwetende toerist zal het niet ontgaan dat de meeste staatsgebouwen of standbeelden die naar de staat refereren onder de verf zitten.

De demonstranten eisen onder andere het terugdraaien van het afzien van vervolging van de betrokkenen in het afluisterschandaal, uitstel en democratisering van verkiezingen en het aftreden van de president. Het bijwonen van zo’n protest was voor mij een interessante gebeurtenis. Linkse oppositiepartijen met kleurige ballonnen, oude communisten, nationalisten en verdwaalde onafhankelijke bezorgde burgers en anarchisten gingen hand in hand. Een rechtspopulist gebruikt de revolutie als propaganda. Pogingen van links om rechts buiten de revolutie te krijgen, konden rekenen op beschuldigende vingers voor het breken van het protest en de eenheid.

In dit tumult van openbaar protest, zou je verwachten dat de bevolking mondig is en de angst voor de staat voorbij is. Niets is echter minder waar. De protesten zetten de situatie op scherp en velen vrezen dat er een moment komt dat er wordt teruggeslagen. Er is veel angst voor repressie en terug naar het thema vluchtelingen, zijn er zeer restrictieve wetten van kracht.

Op 4 april jongstleden voert het parlement een wijziging in de asielwet door. Verschillende mensenrechtenrechtenorganisaties en UNHCR spreken hun zorgen uit omdat deze het recht op asiel en gezinshereniging ondermijnt.

Maar ook zonder deze aanpassing was de wet al zeer ongunstig voor vluchtelingen. Het is in Macedonië verboden om vluchtelingen te helpen. Alleen in de formele kampen is hulp toegestaan. Wie toevallig vluchtelingen tegenkomt mag hen wel eten geven, maar zodra er enige sprake is van een structuur, is dit verboden. Hen de weg wijzen mag niet en een plattegrond geven evenmin. Er staat een gevangenisstraf van vier jaar op het helpen van vluchtelingen. Ik zwijg maar over het onderdak bieden of transporteren van vluchtelingen.

Doodsbang

Veel mensen zijn doodsbang om mensen te helpen. Een boer kwam eens een gezin met acht kinderen dat onderweg was eten brengen. ‘Normaal doe ik dit nooit, dat is veel te gevaarlijk’, zei hij, ‘maar ik hoorde de kinderen, het is echt schrijnend.’ Daarnaast weet je als vluchteling nooit wie je tegenkomt; een deel van de mensen is bang om te helpen, een ander deel zal actief de politie bellen. Als je het nog slechter treft, word je gewelddadig overvallen en beroofd; bijvoorbeeld van je telefoon, die je enige gids is tijdens het lopen. Uit angst voor de politie lopen vluchtelingen vaak ’s nachts. Maar maffia is dan juist actief. Ook smokkelaars hebben weinig op met vluchtelingen die op eigen houtje proberen te reizen. Veel vluchtelingen worden tijdens hun reis meerdere malen overvallen door gewapende bendes. Sommigen worden ook gekidnapt.

Al met al is er voor vluchtelingen reden genoeg om Macedonië te vrezen. Maar waarom is dit relevant? De Balkanroute is toch al maanden gesloten? Formeel wel, maar dat betekent niet dat mensen het niet proberen. Geruime tijd werden er dagelijks honderden pushbacks vanuit Macedonië gerapporteerd. Dat betekent dat veel mensen de grens overgaan. Sommigen worden vlak bij de grens al gepakt, anderen lopen dagen door bossen en velden voor ze in de fuik lopen. Weer anderen komen aan in Servië of Hongarije. Sinds de ontruiming van Idomeni zijn de mensen nog verder verwijderd van de grens. Maar naar schatting 3500 mensen zijn niet in de bussen gestapt die de vluchtelingen naar militaire kampen deporteerden.

Zolang er oorlog en bezetting is, zolang wij dictators blijven steunen en wapens blijven verhandelen, zullen er mensen moeten vluchten. En zolang wij de grenzen voor hen blijven sluiten, zullen zij naar wegen zoeken om deze ongemerkt te passeren. Als het moet via het beest Macedonië.

Op verzoek van de auteur is dit verslag anoniem.