Herpublicatie: de verrechtsing van GroenLinks

De perikelen rond GroenLinks ogen als een kettingbotsing in slow motion. Na de soap rond de lijsttrekkerskandidatuur van Tofik Dibi volgde een krampachtige campagne. Na de dramatische verkiezingsuitslag volgde het aftreden van fractievoorzitter Jolande Sap en het partijbestuur. Veel analyses richten zich op individuele misstappen of mankementen van de (voormalige) partijtop, maar de hardnekkigheid van de interne crisis wijst op een veel fundamentelere oorzaak. Afgelopen februari schreven we al over hoe de sociaal-liberale koers het bestaansrecht van de partij ondermijnt. Het meest recente debacle vraagt om een herpublicatie.
9 oktober 2012

Door Peyman Jafari

GroenLinks ontstond eind 1990 uit de fusie tussen CPN, PSP, PPR en EVP. Dit was een defensieve reactie op vier ontwikkelingen: electorale achteruitgang, het neoliberale offensief in de jaren tachtig, de neergang van sociale bewegingen en de ‘val van het communisme.’ Die defensieve reactie werd door de oprichters verpakt als de ‘vernieuwing’ van links: de partij moest buitenparlementaire acties afzweren en de vrije markt accepteren als blijk van ‘realisme’.

Sinds haar oprichting heeft GroenLinks het echter electoraal niet veel beter gedaan dan haar voorgangers samen. Het neoliberale offensief is uitgemond in ongelijkheid, gegraai aan de top, de grootste crisis van het kapitalisme sinds de jaren dertig en een ecologische bedreiging. Als reactie hierop komen over de hele wereld protestbewegingen op die zich niet laten gijzelen door het cynische mantra ‘er is geen alternatief’ en eisen dat mens en milieu boven winst gaan.

Juist nu in Nederland het rechtse kabinet van VVD en CDA met de steun van de PVV de rekening van de crisis neerlegt bij degenen die haar niet veroorzaakt hebben, en de intolerantie tegen minderheden inzet als bliksemafleider, kiest GroenLinks voor de rechtse vrije marktpolitiek die de crisis in de eerste plaats heeft veroorzaakt.

‘Realisme’

Natuurlijk wordt de huidige koers van de partij niet als verrechtsing maar als ‘realisme’ gepresenteerd. ‘Realistisch’ betekent in dit geval zich conformeren aan wat de machtsstructuren toelaten, in plaats van te strijden om die machtsstructuren te veranderen. In concrete termen: GroenLinks wil laten zien dat het ook voor de rechtse partijen een betrouwbare regeringspartner is.

Het instemmen met de ‘politiemissie’ in Kunduz heeft alles daarmee te maken. Het is gênant dat de fractie bleef beweren dat het in Kunduz om een ‘civiele missie’ gaat, zelfs nadat minister Hillen vorig jaar september de waarheid verklapte: ‘De Kamer kan wel zeggen: het is een civiele missie, maar het is vooral militair. (…) Ik vind het nog steeds raar dat het geen militaire missie mag heten terwijl het bijna alleen maar militairen zijn.’

Vrije markt

Helaas is de steun van de GroenLinks-fractie voor de militaire missie in Kunduz slechts een symptoom van haar politieke koers naar rechts. De drijvende kracht achter die koers is een veel fundamentelere kwestie: de omarming van de vrijemarktpolitiek onder de noemer ‘sociaal-liberalisme.’ Hoewel dit al onder Paul Rosenmöller begon, kwam de verrechtsing van GroenLinks pas goed op gang onder Femke Halsema als fractievoorzitter (2002-2010). Samen met haar ideologische bondgenoot Bart Snels, die tussen 2004 en 2009 directeur was van het Wetenschappelijk Bureau en daarna politiek strateeg van de fractie, trok ze op om de linkse stemmen binnen GroenLinks te marginaliseren.

Halsema brandmerkte GroenLinks als ‘een ideeënpartij op zoek naar macht.’ De ideeën die zij introduceerde maakten duidelijk wat ze daarmee bedoelde. De versoepeling van het ontslagrecht en het verhogen van de pensioenleeftijd bijvoorbeeld zijn een middel om de macht aan de top te behagen in plaats van te bestrijden. Niet voor niets werd ze in 2006 door de jongeren van de VVD tot ‘de liberaal van het jaar’ uitgeroepen. De destructieve gevolgen van het kapitalisme worden nu ‘modernisering’ genoemd, en wie zich daartegen verzet wordt door de partijleiding weggezet als ‘conservatief’ en ‘oud links.’

Ook na het vertrek van Femke Halsema zijn er fractieleden die vinden dat de koers van GroenLinks niet rechts genoeg is. De ex-bankier Braakhuis, de ex-diplomaat Peters, de ex-CNV-bureaucraat Klaver en de ex-activist Dibi vinden dat Jolande Sap niet op een podium mag staan met Roemer (SP) en Cohen (PvdA), maar moet kiezen voor nauwe samenwerking met het liberale D66. Dibi heeft zelfs voorgesteld om het woord ‘links’ uit de naam van de partij te halen.

Marketing

Het ‘sociaal-liberale’ marktdenken van GroenLinks wordt ook weerspiegeld in hoe zij een eigen aanhang probeert te vormen. De ‘ouderwetse’ categorieën van sociale klasse zijn weggegooid en vervangen met hippe categorieën uit de marketingwereld. GroenLinks richt zich nu op ‘post-materialisten’ en ‘hedonisten.’ Dit zijn slechts andere termen om de hogere professionele middenklasse aan te duiden die genoeg geld, vrije tijd en flexibiliteit heeft om post-materialistisch en hedonistisch te zijn.

Het is ook deze hogere professionele middenklasse die het in toenemende mate binnen GroenLinks voor het zeggen heeft en niet wil opkomen voor de belangen van al die mensen die voor een loon werken (of werkloos zijn) en geen zeggenschap hebben over hun eigen arbeidsproces in bedrijven, kantoren, ziekenhuizen en onderwijsinstellingen. Daardoor is de kans steeds kleiner dat linkse leden van GroenLinks, die in de afgelopen jaren steeds meer gemarginaliseerd zijn door de partijtop, een koersverandering kunnen afdwingen.

Alternatief

De top van GroenLinks pleegt vaak te dwepen met ‘optimisme’, maar wie daadwerkelijk optimistisch wil zijn, beschouwt de 18 miljard bezuinigingen van het kabinet niet als onvermijdelijk. Deze bezuinigingen zouden nodig zijn om de staatsschuld af te lossen, maar we mogen niet vergeten dat die schuld ontstond toen de regering miljarden uitgaf om de winsten van banken en de bedrijven te redden.

Er is echter een alternatief voor de bezuinigingen. Zeven procent van de bevolking bezit de helft van al het vermogen in Nederland. Slechts een belasting verhoging van 3 procent bij deze groep zou al 18 miljard opleveren. De verhoging van de belasting op winst naar het niveau van vijf jaar terug, het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek voor huizen boven 500.000 euro en het schrappen van de JSF zouden verder miljarden opbrengen die geïnvesteerd kunnen worden in groene energie, beter openbaar vervoer, onderwijs, gezondheidszorg en de bestrijding van armoede in Nederland en de rest van de wereld.

Dit is mogelijk, maar alleen als de politieke prioriteiten veranderen. Nieuw optimisme betekent het bouwen aan een nieuw links dat die ambitie waarmaakt; een links met ideeën op zoek naar tegenmacht op de werkvloer en op de straat.