Hebben we de prikkel van concurrentie nodig?

Zonder concurrentie zou niemand werken. Alle creativiteit en vooruitgang zouden stoppen.’ Dit is waarschijnlijk een van de oudste argumenten tegen socialisme. Het achterliggende idee is dat concurrentie zorgt dat mensen creatief zijn en hard en efficiënt werken.
18 september 2013

Door Willemijn Wilgenhof

Tegenstanders van socialisme claimen vaak dat als concurrentie tussen mensen wegvalt, iedereen ‘gewoon een uitkering zou gaan trekken’. Toegegeven, het is een aantrekkelijk idee om niet elke ochtend vroeg op te moeten staan en compleet vrij te kunnen zijn. Toch blijven we niet massaal in ons bed liggen.

Werken is voor mensen niet alleen een noodzaak, maar ook een vorm van zelfvervulling. Mensen voelen zich prettig als ze zich nuttig kunnen maken en iets kunnen betekenen. Kijk naar hoeveel mensen voor hun plezier hun huis opknappen, of een oldtimer, zonder dat ze daar concurrenten bij nodig hebben. Als iemand gaat verhuizen, is het daadwerkelijk de concurrentie die ervoor zorgt dat je gaat meehelpen al die dozen naar boven te sjouwen?

Het probleem is dus niet zozeer werk op zich, maar de vorm van werk in het huidige systeem. In het kapitalisme controleren we niet hoe we werken, voor wie we werken en waarom we werken. Werken is op deze manier slechts een middel om andere behoeftes te kunnen vervullen: het betalen van de huur en de boodschappen.

Creatief

Het tweede deel van het argument is dat mensen zonder concurrentie niet creatief zouden kunnen zijn, en hierdoor bijvoorbeeld nooit grote uitvindingen zouden doen. Nu kun je je natuurlijk afvragen met wie de uitvinder(s) van het wiel aan het concurreren waren (en waar ze het patent wilden claimen), maar laten we het argument omdraaien: waarom zouden mensen door concurrentie creatiever worden?

Als we kijken naar het kapitalisme, dan wordt creativiteit eerder vernietigd dan aangemoedigd. Neem de olie-industrie: terwijl mensen de meest creatieve ideeën met elkaar delen om het energievraagstuk op te lossen, houden grote bedrijven ontwikkelingen op het gebied van schone energie juist tegen als vooruitgang hun winsten ondermijnt.

Ook creativiteit bij individuen is lang niet altijd een resultaat van concurrentie. Creativiteit kan ontstaan door competitie, maar kan net zo eenvoudig ontstaan vanuit een gevoel iets samen met anderen te willen bereiken. Als je iets verbetert aan je huis, doe je dit omdat je wilt concurreren met iemand anders? Of doe je dit voor jou en je gezin of je huisgenoten, zodat je leefcomfort erop vooruit gaat? En aangezien de meesten van ons geen miljonair zijn: blijkbaar ontwikkelen de meesten van ons creatieve ideeën zonder dat daar groot economisch gewin bij komt kijken.

Efficiëntie

Het idee dat mensen door concurrentie efficiënter gaan werken is even hardnekkig. Natuurlijk, op een bepaalde manier kun je zeggen dat door kapitalistische concurrentie de productie omhoog gaat. Maar is dit de efficiëntie die we nastreven? In de reclame-industrie gaan miljarden om: door concurrentie moeten bedrijven zichzelf als merk verkopen, waardoor ze meer geld moeten besteden aan het in de markt zetten van hun ‘product’. Met de creatieve energie die nu gebruikt wordt om ons ervan te overtuigen dat de ene pot pindakaas toch echt lekkerder smaakt dan de andere pot pindakaas hadden we veel nuttigere dingen kunnen doen.

Maar wellicht het beste voorbeeld van hoe concurrentie irrationele keuzes veroorzaakt, zien we in de gezondheidszorg. Binnen het kapitalistische systeem moet de gezondheidszorg steeds ‘efficiënter’ werken. In de praktijk betekent dit: zo min mogelijk onkosten maken voor maximale winsten. Terwijl de zorgverzekeraars steeds grotere winsten maken (1,4 miljard in 2012) moet je als chronisch zieke steeds meer bijbetalen voor de essentiële zorg die je nodig hebt. Met elkaar concurrerende onderzoeksinstellingen proberen elk voor zich een geneesmiddel te ontwikkelen.

Ontdekkingen en nieuwe inzichten houden ze geheim – zo kan het bedrijf meer winst uit deze nieuwe kennis slepen. Als de uitvindingen echter zouden worden ingezet voor het daadwerkelijk genezen van bepaalde ziekten, dan zouden al deze onderzoekers samenwerken en hun kennis delen. Zo zou een nieuw geneesmiddel veel efficiënter tot stand komen.

Samenwerken

Socialisten geloven dat we een samenleving moeten opbouwen die voorziet in de behoeften van mensen. Om dit te kunnen doen, hebben we creativiteit en innovatie nodig. Ieder mens heeft het in zich om iets te creëren en te delen – om die eigenschappen naar boven te halen hebben we geen winstmaximalisatie nodig, of de angst voor armoede.

Zelfs binnen het huidige kapitalistische systeem zien we dat samenwerken beter werkt dan concurreren. Bij het Braziliaanse bedrijf Semco werd het management ontslagen en werden werknemers bij beslissingen betrokken. Het concept bleek een groot succes. Ook in Nederland zijn er steeds meer bedrijven die zo werken. Wim Heuvelman van adviesbureau Finext zegt: ‘Het vertrekpunt van onze organisatie is vakmanschap en intrinsieke motivatie. Wij gaan ervan uit dat vakmensen ’s morgens hun bed uitkomen omdat ze ergens aan willen bouwen.’

Stel je voor waartoe we in staat zouden zijn als de hele wereld op die basis georganiseerd was.