GGZ in wurggreep van zorgverzekeraars

Demonstratie tegen de eigen bijdrage in de GGZ, Den Haag, 14 september 2010 (Foto: SP).
Wat de zorgverzekeraars ook beweren, marktwerking en jaren van bezuinigingen hebben tot grote problemen geleid in de Geestelijke Gezondheidszorg. Voor zowel cliënten als personeel levert dit een ongezonde situatie op. Anne Mathot vertelt over de situatie in de GGZ.
9 april 2018

Het ziekteverzuim in de GGZ is met 5,5 procent enorm hoog en blijft toenemen. Met name het langdurig verzuim zoals burn-out, is hierin een factor.

Met de komst van de marktwerking in de zorg en dus in de GGZ, hebben zorginstellingen in de afgelopen tien jaar hun productie steeds verder moeten opschroeven. Om hun budgetten veilig te stellen – die zij jaarlijks door zorgverzekeraars toegekend krijgen – moeten zij onder andere in kortere tijd behandelen.

De nadruk op productie en de bezuinigingen leiden tot steeds langere wachtlijsten in de GGZ. Vorig jaar bleek in een onderzoek van de Volkskrant dat elf van 21 GGZ-instellingen een wachtlijst hebben van meer dan zes maanden. Maar volgens de ‘treeknorm’ mag de wachttijd maximaal 14 weken zijn.

Al vijf jaar op rij wordt door de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) het probleem van de toenemende wachtlijsten gesignaleerd en aangekaart. Zij zien dat het aantal mensen dat zich meldt met psychische klachten is toegenomen, terwijl bezuinigingen een tekort aan behandelaren hebben gecreëerd.

Ironischerwijs komt de kwaliteit van de GGZ ook in het geding met de komst van vele controlemaatregelen. In de afgelopen jaren hebben de zorgverzekeraars steeds weer nieuwe regels opgesteld om krampachtig grip te houden op de kwaliteit, omdat deze in gevaar leek te komen door de kortere tijden (ingesteld door diezelfde zorgverzekeraars). Instellingen moesten het ene jaar ineens meer psychiaters aannemen, het andere jaar extra scherp zijn op het aantal minuten, om vervolgens weer strakkere eisen te krijgen met betrekking tot tussentijdse effectmetingen.

Creatief

Hierdoor zijn behandelaren geneigd om creatief met de regels om te gaan omwille van de cliënt.

Een voorbeeld: een cliënt met een ‘milde depressie’ komt in behandeling en krijgt daar maximaal 1800 minuten behandeltijd voor. Tegen het einde van deze minuten blijkt de depressie nog niet volledig opgeklaard. Een behandelaar kan in een dergelijk geval proberen alsnog een ‘ernstige depressie’ te stellen en de minuten op te hogen. Of, als daar vanuit het contract met de zorgverzekeraar geen ruimte voor is, een andere diagnose te stellen, ook als daar inhoudelijk geen reden voor is.

Als reactie daarop verscherpen de verzekeraars de regels weer verder om de grip weer te verstrakken. Door dit overduidelijke verschil in belangen loopt de druk op personeel enorm op. Want als gevolg van de toenemende en steeds wisselende controlemaatregelen hebben GGZ-medewerkers steeds meer administratieve taken gekregen die zij in steeds minder tijd moeten volbrengen.

Juist hierdoor blijft er minder tijd, minder energie en minder focus over voor behandeling en contact met cliënten. Zo blijkt volgens GGZ Nederland dat psychiatrisch verpleegkundigen ruim 33 procent van hun behandeltijd kwijt zijn aan administratie, waar 15 procent de norm is.

Geïnternaliseerd

De hoge burn-outcijfers in de sector tonen aan dat dit gevolgen heeft voor de eigen gezondheid. Medewerkers proberen nu volkomen op eigen kracht aan de steeds wisselende eisen te voldoen, vanwege hun verantwoordelijkheidsgevoel naar hun cliënten. Op deze manier wordt het bestaande probleem in de GGZ tot nu toe veelal nog ‘geïnternaliseerd’.

Individuele instellingen doen pogingen om te onderhandelen met verzekeraars. Maar ze slaan de handen niet ineen. En dat terwijl brancheorganisatie GGZ Nederland een goede aanzet doet met haar onderzoeksrapport Het roer moet om over de aard en de impact van de regeldruk en de administratieve lasten in de GGZ.

Naar eigen zeggen is dat ‘een glashelder rapport dat nog eens de urgentie benadrukt om haast te maken met het verminderen van de administratieve lasten in het belang van de cliënt en de professional’. Dit zou een aangrijpingspunt moeten zijn voor instellingen om gezamenlijk met GGZ Nederland aan de bel te trekken bij verzekeraars en politiek Den Haag.

De ongezonde staat van de GGZ staat niet op zichzelf. Diezelfde nadruk op productiviteit ten koste van kwaliteit en dezelfde toename in administratieve lasten en werkdruk zien we in elke sector, zoals het onderwijs.

Dat winst centraal staat gaat ten koste van kwaliteit en dus menselijke behoefte. Maar juist de GGZ zou goed de ongezonde aspecten van onze samenleving aan het licht kunnen brengen. Als zij de individuele gezondheid van mensen in een context zou plaatsen van de gezondheid van een samenleving.

Het ontbreekt echter nog teveel aan strijdvaardigheid uit de hoek van psychologen, psychiaters, psychiatrisch verpleegkundigen en andere behandelaren. Kritiek blijft te vaak beperkt tot incidentele opiniestukken. Om de problemen in onze sector duidelijker aan de kaak te stellen moeten we daarom beginnen om ons onderling sterker te organiseren.

Anne Mathot is psychologe bij praktijk Ongebaande Paden en lid van de Internationale Socialisten. Ze spreekt tijdens het Marxisme Festival over Burn-out als spiegel voor de samenleving.