Ger Geldhof: ‘Al onze sociale rechten zijn bereikt door strijd’

Ger Geldhof is kaderlid van de Abvakabo FNV en voorzitter van de ondernemingsraad van het GVB in Amsterdam. Hij was gastspreker tijdens de slotrally van het Marxisme Festival op 20 mei. Daar sprak hij over de crisis, de toenemende sociale ongelijkheid en De Nieuwe Vakbeweging. Socialisme.nu publiceert hier zijn bijdrage.
5 juni 2012

Kameraden, vrienden en vriendinnen. Voor dat ik begin, had ik eerst een vraag aan jullie: hoeveel van jullie hier zijn lid van een vakbond? Mag ik alsjeblieft handen zien? En van die vakbondsleden, hoeveel van jullie zijn actief lid van die vakbond? Mag ik nogmaals de handen zien?

Drie weken geleden was het één mei. De Dag van de Arbeid. De dag waarop we er even bij stilstaan dat alle rijkdom op deze wereld door arbeid is verkregen en dat arbeid de ultieme bron is van alle welvaart. Over de hele wereld produceren arbeiders bij elkaar een geweldige rijkdom. Maar de vrucht van al die arbeid wordt, meer dan 100 jaar na de eerste Dag van de Arbeid, nog altijd volstrekt oneerlijk verdeeld. Laten we niet vergeten dat alles wat we nu aan sociale rechten hebben, is bereikt door strijd, door actie. Voor niks gaat de zon op in deze kapitalistische maatschappij. Dat kapitalisme heeft zijn beroerdste gezicht laten zien in de achter ons liggende tijd.

Laten we even kort de film van de crisis terugspoelen. De zeepbel van het-kan-niet-op barstte in september 2008 in de Verenigde Staten. De overproductiecrisis die al lang in de Amerikaanse economie verweven zat, werd uitgesteld door een kunstmatig opgepepte consumptie. De kredietverlening ging door tot in het absurde. Schuld werd verpakt als nieuw krediet. Kredietwaardigheid werd niet meer gecheckt.

De sky was de limit, totdat Lehman Brothers failliet ging. De huizenmarkt stortte in en de paniek golfde door de financiële wereld. Wereldwijd zagen de banken zich verplicht om voor vele miljarden waardeloos geworden papieren af te schrijven en zware verliezen te boeken. Het kapitalisme loopt tegen een van haar grenzen aan en stort ons weer eens een crisis in.

Overheidsgeld

De banken moesten worden gered en dat gebeurde met overheidsgeld. De belastingbetaler staat garant wanneer speculatie slecht afloopt. ‘Hoe durven ze?’, vraagt Peter Mertens in zijn gelijknamige boek zich terecht af. Landen werden eigenaars van ‘slechte banken’ of gingen er borg voor staan. Na de redding van de banken moesten de winsten van de grote aandeelhouders veilig gesteld. De bedrijven huurden allerlei lobbyisten en experts in om nog meer lastenverlaging en fiscale voordelen binnen te halen.

En plots stonden de landen zelf in het oog van de storm. Ze hadden banken gered met bij de banken geleend geld. Strenge bezuinigingen moeten nu het overheidstekort wegwerken. Wie dat niet doet, wordt door de ratingbureaus afgestraft en moet op nieuwe leningen een hogere rente betalen. Griekenland staat aan de rand van de afgrond. Spanje, Ierland en Portugal volgen op neuslengte.

In Duitsland, het veel geprezen modelland dat de voorbije jaren nieuwe werkgelegenheid creëerde, zijn er 1,4 miljoen werknemers die een baantje hebben, maar te weinig verdienen om menswaardig te leven. Veel werknemers met een klein baantje die met elkaar concurreren op de arbeidsmarkt, dat houdt de lonen laag.

En in Italië duikt kinderarbeid opnieuw op. In de regio rond Napels alleen al hebben ruim 50.000 kinderen de school ingeruild voor een zwart baantje om het gezin waartoe ze horen, overeind te houden.

Ook in Nederland krijgen we het benauwd. Het kabinet valt en een hele reeks oppositiepartijen staan te dringen om het Kunduz-akkoord af te mogen sluiten. De leiders houden crisisberaad. Om de toekomst van onze kinderen te verzekeren, moeten we met z’n allen zware offers brengen op het altaar van de euro, zo luidt de boodschap.

Met z’n allen

Bij nader inzien blijkt dat we dat ‘met z’n allen’ niet al te letterlijk moeten nemen. Het zijn vooral de gewone werkende mensen, de studenten, de gepensioneerden, de uitkeringsgerechtigden die de rekening krijgen. In Nederland groeien vandaag de dag meer dan 300.000 kinderen in armoede op. Dat is de ene kant van het verhaal. De andere kant is dat het inkomen van topbestuurders dankzij hogere bonussen en forse aandelenbeloningen inmiddels weer terug is op het niveau van vóór de kredietcrisis. De 25 bestuurders van de hoofdfondsen van de AEX incasseerden het afgelopen jaar samen bijna 80 miljoen euro. Dat is gemiddeld 3,1 miljoen euro per persoon.

Eén op de zes Europeanen leeft in armoede, maar het aantal miljonairs neemt jaar na jaar toe. In plaats van welvaart voor iedereen creëert het Europa alleen maar meer ongelijkheid.

Economische governance is nu het motto van Europa. Vrij vertaald: alles in dienst van het kapitaal. Overdreven? De democratische façade brokkelt snel af. De regeringen van de Europese landen gooien hun soevereiniteit te grabbel. Europese regeringsleiders gedragen zich als butlers van de beurzen. Discreet en loyaal.

De boodschap is overal hetzelfde: de openbare dienstverlening privatiseren, de arbeidsmarkt verder flexibiliseren, het ontslagrecht moet dus verslechterd, we moeten langer werken en bezuinigen, bezuinigen, bezuinigen, en dat vooral over de ruggen van de gewone mensen. Het anticrisisplan van Europa kent maar één remedie: keihard besparen. Om die politiek op te leggen moeten democratie en vakbonden wijken.

Vakbeweging

En de vakbond in Nederland? Die is ook in crisis! Er is een nieuwe vakbeweging in oprichting en als je de plannen van de kwartiermakers leest, wordt ik steeds somberder. De vakbeweging is juist in deze zware tijden degene die het tegenwicht zou moeten organiseren tegenover werkgevers en politiek om de belangen te behartigen van de loonafhankelijken. Dwars tegen de afbraak van de sociale zekerheid in, tegen de privatisering en tegen de marktwerking in de publieke sector, tegen de flexibilisering van de arbeidsmarkt.

Maar de kracht van de vakbeweging is sterk afgenomen. De organisatiegraad is hier en daar bijna gehalveerd, net als het aantal actieve kaderleden. De vakbeweging moet daarom weer sterker worden, het aantal leden moet omhoog maar belangrijker nog, vakbondsleden moeten zelf weer actief worden om hun toekomst en die van hun kinderen beter te maken. Ik zei het net al: alles wat we nu aan sociale rechten hebben, is bereikt door strijd, door actie. En als we dat in deze tijd van crisis van het kapitalisme willen behouden, zal er weer strijd en actie nodig zijn.

De Nieuwe Vakbeweging is dus hard nodig. De Nieuwe Vakbeweging moet het tij gaan helpen keren. Ze zal daarom centraal sterker en actiever moeten worden, dichterbij de leden moeten gaan staan, er voor zorgen dat werkers en niet-werkers niet tegen elkaar worden uitgespeeld, en democratischer moeten zijn. We streven naar een ongedeelde vakbeweging en niet naar een onderling verdeelde vakbeweging, waar de plannen van de kwartiermakers toe dreigen te leiden.

Nergens staat in de analyse van de kwartiermakers dat de vakbeweging weer sterker moet worden. Zij formuleren als belangrijkste probleem dat de organisatie van het vakbondswerk niet aansluit bij de veranderingen. Daarnaast benoemen ze de eigen identiteit van groepen werknemers als erg belangrijk. Dat is wel belangrijk maar niet het belangrijkste.

Herkenbaarheid is een middel om je te organiseren maar niet het doel op zich. Maar ze hebben zich door het middel laten leiden in plaats van de vraag te stellen: waar worden we sterker en hoe doen we dat?

Ze stellen de verkeerde diagnose en dan kom je tot het verkeerde medicijn. Juist nu moeten we ons centraliseren in plaats van versplinteren in kleinere groepen. Juist nu hebben we een activerende vakbeweging nodig en zal op die activering het accent moeten worden gelegd om weer sterker te worden, om weer wedstrijden te winnen. Ik zei het net al: alles wat we nu aan sociale rechten hebben, is bereikt door strijd, door actie.

Breed front

Het is juist nu ons gezamenlijk belang een breed front te vormen tegen degenen die de lasten van de crisis op de ruggen van de werkende mensen in Nederland en de onderkant van de samenleving afwentelt. Dat zijn degenen die in het kapitalisme en de vrije markt blijven geloven, terwijl de 500 grootste bedrijven op de wereld 40 procent van het wereldkapitaal in handen hebben. Hoezo vrije markt?

Veel politieke partijen willen op een keiharde neoliberale en asociale manier uit de crisis komen. Veel partijen bedreigen wat in honderd jaar is opgebouwd. Veel partijen kijken neer op sociale strijd, op actie, op vakbonden. Wij, de gewone mensen, doen dat niet. Wij eisen een sociale uitweg uit deze crisis. Wij eisen een grote schoonmaak en een opruiming van al die rampzalige rechtse plannen. Wij willen de vloer aanvegen met alle afbraakplannen. Wij willen geen bonussen en belachelijke beloningen. Wij willen een fatsoenlijke publieke sector.

In deze zware tijd is eenheid van links wat we nodig hebben. Wij als geen ander moeten beseffen dat onze strijd niet los staat. Een overheid die de rekening eenzijdig neerlegt bij de onderkant van de samenleving, bij de publieke dienstverlening, bij de werkende mensen, bij de studenten, vereist één gezamenlijk strijdende bevolking die daartegen in verzet komt.

Aan het begin van mijn bijdrage heb ik gevraagd wie er lid was en wie er actief lid was van de vakbond. Daar gingen naar mijn smaak te weinig handen omhoog. Ik roep jullie daarom op om lid te worden, ook van de vakbond, organiseer je waar je je kunt organiseren, laat je horen waar je je kunt laten horen! Juist nu is jullie stem en jullie steun en jullie inzet van het grootste belang.

En tot slot: de rekening van de crisis moet retour! Wij zijn niet de veroorzakers van de crisis en wij gaan die crisis dus ook niet betalen!

  • Wil je reageren op dit artikel? Stuur ons een mail.
  • Met socialisme.nu en De Socialist proberen we socialistische ideeën toegankelijk te maken voor iedereen. Om dit te blijven doen kunnen we alle hulp gebruiken. Wil jij ons ook steunen? Neem dan een abonnement op De Socialist of word donateur: vul hier het formulier in.