George Monbiot over klimaatverandering
We maken hier in Nederland een heerlijke milde herfst door, met het ene temperatuurrecord na de andere. Is het bij jullie ook zo aangenaam?
‘Ja, het is hier ook heerlijk weer, en dat is eigenlijk een van de problemen. In de gematigde zones zijn de eerste signalen van klimaatverandering milder weer, dus lijkt het haast een voordelige ontwikkeling. De grote paradox van klimaatverandering is dat de rijke landen, die met afstand de meeste verantwoordelijkheid dragen voor de uitstoot van broeikasgassen, in gematigde temperatuurzones liggen en in eerste instantie de minste nadelen ondervinden. De arme landen in de tropische zones dragen het minst bij aan de uitstoot, maar lijden wel het meest onder de veranderingen in het klimaat.’
Het besef dat klimaatverandering werkelijkheid is begint nu bij het grote publiek door te dringen. Jij hebt veel wetenschappelijke onderzoeken gelezen. Hoe ernstig is dit probleem? Hoe zal de wereld er over een jaar of vijftig uitzien als we geen drastische maatregelen nemen?
‘De impact zal in eerste instantie het grootst zijn in de tropen. In sommige gebieden zullen lange periodes van extreme droogte heersen terwijl honderd kilometer verder toplagen van akkers zullen wegspoelen door hevige regenbuien. Hongersnoden en drinkwatertekorten zullen worden afgewisseld door overstromingen en epidemieën. Maar ook in de rest van de wereld zullen de gevolgen vernietigend zijn. Het zeeniveau zal met 6 meter stijgen en kustgebieden waar nu ruwweg 30 procent van de wereldbevolking leeft zullen overstromen. ‘
‘Volgens de Britse Meteorologische Dienst zullen bij een stijging van 2,1 graden Celsius tussen de 2,3 en 3 miljard mensen bedreigd worden door tekort aan drinkwater, omdat de gletsjers smelten en hele gebieden uitdrogen. Tussen de 15 en 37 procent van de diersoorten zal voor 2050 uitsterven. Met een temperatuurstijging van 2 graden zal 97 procent van alle koralen doodgaan en zullen de poolzeeën in de zomer volledig ijsvrij zijn.’
‘Natuurlijk zijn er meningsverschillen over de precieze gevolgen en de snelheid waarmee ze zullen plaatsvinden, maar over het algemene beeld is consensus. En de eerste tekenen zijn er al. Het poolijs is op het laagste niveau dat ooit is gemeten. Vrijwel alle gletsjers smelten. In delen van het Amazonegebied sterven nu al hele bossen af omdat het te heet is. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schat dat jaarlijks 150 duizend mensen sterven als gevolg van klimaatverandering, omdat ziektes zich bij hogere temperaturen makkelijker verspreiden.’
‘Dit zijn de ontwikkelingen die nu al zichtbaar zijn bij de huidige temperatuurstijging van 0,6 graden sinds het begin van de Industriële Revolutie. Het International Panel on Climate Change (een comité van klimaatspecialisten dat de wetenschappelijke publicaties over klimaatverandering afweegt en samenvat -MZ) voorspelde in 2001 een temperatuurstijging in deze eeuw van tussen de 1,4 en 5,8 graden. Dit zijn hele conservatieve schattingen, omdat ze toen nog geen rekening hielden met positive feedback, de zelfversterkende effecten als het proces eenmaal gaande is.’
Je stelt in je boek Heat dat een temperatuurstijging van 2 graden een kritische grens is voor dit soort effecten. Kun je daar meer over vertellen?
‘Het is algemeen aanvaard door klimaatwetenschappers dat bij een stijging boven 2 graden een aantal natuurlijke ontwikkelingen de verwarming van de aarde zullen versnellen. Zo zal bij het overschrijden van die grens alleen al het smelten van de permafrost in Siberië 70 miljard ton CO2 vrijgeven. Dat staat gelijk aan 73 jaar van emissies door menselijk handelen op het huidige niveau. ‘
‘Nu weerkaatst het ijs van gletsjers en de polen nog zonlicht. Hoe verder ze smelten, hoe meer warmte het water en de aarde zullen opnemen. Om het maar niet te hebben over de CO2 die vrijkomt bij het uitsterven van het hele Amazonebekken. Waar dit allemaal op neer komt is dat bij een stijging boven 2 graden het hele proces van klimaatverandering buiten onze macht zal liggen. Wat we daarna ook doen, de gevolgen die ik net heb beschreven zijn dan onvermijdelijk.’
Je hebt berekend dat om de temperatuurstijging onder de 2 graden te houden er voor 2030 in de industriële landen een absolute broeikasgasreductie van van maar liefst 90 procent doorgevoerd moet worden. Het recent door de Britse overheid geproduceerde Stern-rapport over klimaatverandering spreekt van een reductie van 60 procent voor 2050. Dit is al veel meer dan de 5,2 procent voor 2012 waar het Kyoto-protocol op inzet. Waar zitten de verschillen in?
‘De doelstellingen van het Kyoto-protocol zijn nergens op gebaseerd. Het is een getal dat uit onderhandelingen is gerold. De conclusies van het Stern-rapport worden geleid door de Britse regering, die van mij door wetenschap. Aangezien het vermogen van de biosfeer om koolstof te absorberen afneemt en de bevolking toeneemt hebben we een totale mondiale reductie van 60 procent nodig om de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer te stabiliseren. Dit komt neer op 90 procent reductie in de rijke landen omdat deze relatief veel meer uitstoot produceren.’
‘Het interessante van het Stern-rapport is dat halverwege wordt gesteld dat een reductie van 7 procent per jaar nodig is. Dat is een radicalere maatregel dan die van mij. Maar dat komt niet terug in de eindconclusie en dat heeft alles met politiek te maken. De regering wil daar simpelweg niet aan. Het Stern-rapport is zinnig omdat het de desastreuze gevolgen van klimaatverandering in kaart brengt, maar slaagt er niet in oplossingen te bieden.’
Laten we die nu bespreken. Wat je altijd hoort is de roep om efficiënter energieverbruik. Denk je dat bij een groeiende economie nieuwe technologie kan voorkomen dat het milieu verder wordt vernietigd?
‘Nieuwe technologie is cruciaal in het bestrijden van klimaatverandering, maar nieuwe technologie alleen zal weinig veranderen. Het is heel paradoxaal, maar efficiënter energieverbruik kan het totale verbruik juist verhogen. Neem de volgende voorbeelden. Door innovatie was er de afgelopen anderhalve eeuw relatief steeds minder steenkool nodig voor de productie van een ton ijzer. Maar het totale verbruik van steenkool nam juist exponentieel toe. ‘
‘Hetzelfde geldt voor zuinigere auto’s: er wordt daardoor meer in plaats van minder gereden. Schonere technologie heeft alleen zin als het wordt gekoppeld aan strenge regelgeving. Het gaat er uiteindelijk om dat de absolute uitstoot van CO2 moet worden teruggedrongen. Daarom moeten er limieten worden ingesteld en dat is precies wat overheden weigeren te doen.’
Je hebt er een heel boek over geschreven, maar zou je in het kort kunnen vertellen hoe 90 procent CO2-reductie voor 2030 mogelijk zou zijn?
‘Het is een gigantische uitdaging, maar het goede nieuws is dat een reductie van 90 procent mogelijk is zonder de beschaving zoals we die kennen volledig te slopen. Ik heb onder andere gekeken naar isolatie van huizen, industrie, transport en energievoorziening. Overal heb ik gezocht naar praktische oplossingen die werken.’
‘Dat klinkt als een open deur, maar je wilt niet weten hoeveel ‘groene’ energiebronnen gehypet worden zonder een werkelijk alternatief te bieden. Zo kan biomassa maar een heel kleine bijdrage leveren als alternatieve brandstof. Hele natuurgebieden worden in de Derde Wereld gekapt voor het verbouwen van palmen. De palmolie wordt dan weer per containerschip naar het Westen vervoerd. Dat werkt dus averechts. ‘
‘Wat volgens mij wel werkt is een combinatie van gigantische windmolenparken en het ‘ontkolen’ van de warmte- en elektriciteitsvoorziening. Daarnaast moeten er forse investeringen komen in de isolatie van huizen. Het is technisch mogelijk om de warmte-voorziening in huizen CO2-vrij te maken. Onze transportvoorziening zal radicaal moeten worden veranderd. ‘
‘In Engeland zal een uitgebreid openbaarvervoerssysteem van bussen de meest praktische oplossing zijn. Autogebruik moet worden teruggebracht tot het hoognodige. Voor het vliegverkeer heb ik geen oplossing. Er is geen alternatieve technologie voor de kerosinemotor. Er zit niets anders op dan straaljagers af te schaffen en de mogelijkheid tot vliegen drastisch terug te brengen.’
Na de oplossingen komen we bij het moeilijke deel: strategieën voor implementatie. Milieucampagnes in Nederland wijzen ons erop dat door spaarlampen en milieuvriendelijke producten te kopen we ons aandeel in de strijd tegen klimaatverandering kunnen leveren. Hoe kijk je hier tegenaan?
‘Je zou zeggen dat we alle stapjes in de goede richting moeten aanmoedigen. Maar met een dusdanige bedreiging voor toekomstige generaties moeten we ook hard durven zijn in wat wel en niet werkt. Consumentisme is een van de meest verzwakkende trends geweest van de afgelopen jaren. Het brengt ons niet in de buurt van wat er nodig is en het beperkt onze actieradius tot onze portemonnee en onze individuele vierkante meter. ‘
‘Als consument sta je heel zwak om feitelijke verandering te bewerkstellingen. En zelf opgelegde onthouding werkt al veertig jaar niet en komt neer op tijdsverspilling. Als ik stop met autorijden laat ik gewoon ruimte over voor iemand anders om dat te doen. Als ik als individu mijn uitstoot van CO2 beperk, betekent dat niet dat dit op landelijk niveau ook gebeurt.’
‘Met consumentisme is er geen manier om ervoor te zorgen dat iedereen mee doet. Elke oplossing die we willen implementeren heeft alleen betekenis als er een politieke component is, namelijk dat iedereen het doorvoert. Er zou veel meer druk vanuit de overheid moeten zijn om de oplossingen die nu worden aangedragen daadwerkelijk uit te voeren.’
Daar komen we op een heikel punt, namelijk dat de prestaties van regeringen op dit terrein op zijn zachtst gezegd onder de maat zijn. Hoe denk je dat overheden meer gaan afdwingen terwijl ze tegelijkertijd een neoliberaal beleid doorvoeren waardoor zij minder en markten meer te zeggen hebben over klimaatverandering?
‘Het is heel ongelukkig dat klimaatverandering samenvalt met de tijd van het neoliberalisme. Er wordt regeringen nu minder toegestaan om te reguleren in plaats van meer. Maar ik denk dat neoliberalisme zal verdwijnen omdat de negatieve impact ervan duidelijker en duidelijker wordt. Maar je hebt gelijk, zolang het neoliberalisme nog de economische orthodoxie is blijft het een levensgrote bedreiging voor de strijd tegen klimaatverandering.’
‘De huidige marktwerking is onderdeel van het probleem. We zouden onszelf daarom ook voor de gek houden als we denken dat de oplossingen uit de hoek van internationaal overleg gaan komen. De VN zullen niets ondernemen zolang natiestaten met een beschuldigend vingertje naar elkaar kunnen wijzen dat de ander ook niets doet. De enorme kloof tussen de retoriek van overheden en wat ze feitelijk doen moet worden blootgelegd.’
De wetenschap dat bedrijven en overheden niet uit zichzelf zullen doen wat er nodig is, werpt de vraag op hoe we de oplossingen dan wél af kunnen dwingen.
‘Alleen druk van onderaf kan ervoor zorgen dat regeringen zich vastleggen op een CO2-reductie van 90 procent. De macht van bedrijven moet beperkt worden en dat moet ergens beginnen. Dit is geen academische discussie, de toekomst van de aarde staat op het spel. Ik denk dat het mogelijk is, maar dan moet er wel een beweging worden opgebouwd die niet ophoudt totdat we onze doelen hebben bereikt.’
‘Als ik zie wat we nu al met kleine campagnes hebben opgebouwd, denk ik dat dat mogelijk is. In de Tweede Wereldoorlog hebben mensen hun leven gegeven om fascisme te stoppen. De dreiging die nu voor ons staat is groter en wat we nu aan mensen vragen is niet hun leven, maar hun tijd. Een paar uur per week deze campagne opbouwen in plaats van tv kijken zou ons al een stuk verder brengen.’
‘We moeten een beweging met een ongelooflijke politieke macht worden die alle middelen, van lobby tot massademonstraties en directe actie, gebruikt om de druk op te voeren. Elke regering die haar belofte niet nakomt moet worden afgestraft. We moeten erkennen dat wij de laatsten zijn, de enige generatie, die de mogelijkheid heeft om een totale klimaatscrisis af te wenden.’