Gemeenteraadsverkiezingen leggen crisis van politieke vertegenwoordiging bloot

Stembureau foto flickr
Zoals verwacht zijn de gemeenteraadsverkiezingen uitgelopen op een harde afstraffing van de regeringspartijen. Maar de algemene armoede van de parlementaire politiek leidt tot een steeds verdergaande fragmentatie waar onder andere extreemrechts van profiteert. Gelukkig waren er ook enkele lichtpuntjes.
18 maart 2022

In de gemeenteraadsverkiezingen van deze week was een diepe crisis van vertegenwoordiging opnieuw het leitmotiv. De opkomst was de laagste in jaren en er was geen enkel enthousiasme om naar de stembus te gaan – ook bij een groot deel van de mensen die uiteindelijk wel gingen. In het bijzonder in arme wijken en gemeenten was de opkomst laag. In Rotterdam kwam de opkomst niet boven de 40 procent, maar in wijken als Carnisse op Rotterdam Zuid was dat zelfs minder dan 20 procent. In het rijke Hillegersberg was de opkomst met meer dan 55 procent het hoogst.

Dat komt niet alleen doordat arme mensen minder gemotiveerd zijn om te gaan stemmen. In de eerste plaats hebben rechtse stemmers het voor het uitkiezen, waardoor de rijken veel beter worden vertegenwoordigd. Ten tweede heeft Rotterdam steeds rechtse colleges met Leefbaar Rotterdam als grootste gehad, afgewisseld met colleges zonder Leefbaar, die een Leefbaar light beleid voerden. De algemene lijn stond daarmee altijd vooraf vast en die behelsde onder meer dat arme en niet-witte Rotterdammers de stad uit werden gejaagd. Ongewenste Rotterdammers hebben sinds Pim Fortuyn geleerd dat hun wijken toch wel gesloopt worden en dat ze toch wel vernederd en geschoffeerd worden als ze in de bijstand terecht komen.

Armoede

De meeste regeringspartijen hebben een stevig en welverdiend pak slaag gekregen. Het CDA, dat ook onder vuur lag vanwege de karaktermoord op de lastige Pieter Omtzigt, verloor bijna een vijfde van haar zetels. De VVD verloor stevig, zo’n 14 procent van de zetels, maar blijft de grootste partij. ChristenUnie verloor zo’n 10 procent van de zetels. Opvallend is dat D66 wel een beetje wint. Dat heeft er mogelijk mee te maken dat die partij zichtbaar minder gelukkig is met het rechtse regeringsbeleid en met het feit dat die neoliberale afbraakpartij door de algemene verrechtsing nog wel eens ten onrechte als links wordt gezien. Het lijkt erop dat sommige linkse kiezers uit armoede maar op D66 hebben gestemd.

Die armoede op links was goed merkbaar. Linkse kiezers kunnen nauwelijks ergens heen. PvdA en GroenLinks bleven min of meer gelijk. Beide partijen waren daar – ondanks hun rol in de oppositie – behoorlijk positief over. Dat is niet ten onrechte, want deze partijen moesten het minder van hun eigen aantrekkingskracht en meer van de ‘afstootkracht’ van andere partijen hebben. Dat deze partijen alsnog gelijk zijn gebleven is evenwel een meevaller, aangezien bij alle andere opties slechter waren.

Zuurstofgebrek

Maar links als geheel verloor alsnog heel stevig. Dat kwam vooral door nog een vernietigende nederlaag voor de SP, die bijna 40 procent van haar zetels verloor. Dat die partij harde klappen zou krijgen was te voorzien, maar dat de afstraffing zo hard zou uitpakken is toch wel opvallend. De SP voert oppositie tegen een zeer impopulair kabinet en was met Renske Leijten een van de gezichten van de ontmaskering van het Kabinet-Rutte III. Dat de partij aanzienlijk harder wordt afgestraft dan CDA of VVD, zou te denken moeten geven.

Maar dat zal het bij de SP ook dit keer niet doen. Lilian Marijnissen heeft haar kop al in het zand sinds ze in 2017 lijsttrekker werd en het zuurstofgebrek begint nu duidelijk zijn tol te eisen. Gevraagd naar de ongemeen harde afstraffing ontkende Marijnissen tegenover de NOS dat daar überhaupt sprake van was. De SP verloor wat, maar op andere plekken werd er weer gewonnen en in sommige gemeentes kwamen ze nieuw binnen, zo omschreef Marijnissen de bijna-halvering. Verder was het nietbestaande verlies te verklaren door de lage opkomst en het gebrek aan vertrouwen in de politiek in de vergeten wijken.

Maar in vergelijking met het vertrouwen in de SP, is het vertrouwen in de politiek eigenlijk nog heel redelijk. Bovendien is het weinig verwonderlijk dat mensen in de ‘vergeten wijken’ zich niet erg verbonden voelen met een partij die een racistische campagne voerde en daarmee een middelvinger opstak naar veel inwoners van die wijken. Het idee dat de SP witte mensen in deze wijken met nationalisme en anti-migratieretoriek voor zich kan winnen is maar weer eens ontkracht. Bovendien valt op dat de partij niet alleen in de randstad, maar ook verloor op plekken waar de partij traditioneel sterk was, zoals in Heerlen, Arnhem, Nijmegen en Oss, waar de partij het slechtste resultaat sinds 1990 behaalde (Zie voor een nuttig overzicht van de electorale resultaten van de SP de website van Herman Beekers).

De partijtop heeft zich evenwel volledig ingegraven in haar koers en heeft de partij gescheurd en de interne democratie de facto afgeschaft om die te kunnen handhaven. Ideeën heeft de partij allang niet meer. Voorspelbaar genoeg worden de geroyeerde ex-leden nu als zondebok aangewezen voor het verlies. Het is uitgesloten dat deze zoveelste afstraffing zal leiden tot een kritische evaluatie in de partij en de SP zal vermoedelijk nog een lang bestaan leiden als een kleine partij die van de algehele politieke armoede afhankelijk zal zijn om nog iets van een electorale basis te behouden.

Extreemrechts

De PVV heeft flink terrein verloren in deze verkiezingen, maar over het algemeen heeft extreemrechts het vrij goed gedaan. JA21, BVNL en FvD hebben flink gewonnen. De SGP, dat niet echt extreemrechts is maar wel met de fascisten van FvD flirt, profiteerde enorm van het verlies van de ChristenUnie. De grote winst voor lokale partijen is voor een aanzienlijk deel winst voor extreemrechts. Leefbaar Rotterdam blijft de grootste in de havenstad. Criminelen als Richard de Mos en Jos van Rey werden deden het erg goed: zowel de Haagse Groep de Mos als de Liberale Volkspartij Roermond werden de grootste in hun gemeente. De partij Echt Voor Barendrecht (EVB) van Lennart van der Linden, voormalig voorzitter van FvD en nu senator voor JA21, won maar liefst 20 van de 29 zetels. Alle andere partijen zaten daar in de voorgaande periode samen in een college, omdat niemand met EVB wilde samenwerken.

De winst voor FvD is aanzienlijk, maar is vooral te danken aan het feit dat de fascisten op vrij veel plaatsen meededen. Op Urk stemde geen hond op het doorgesnoven nazikneusje dat de partij daar vertegenwoordigde. In Groningen, de provincie die FvD in ‘het Koeweit van Europa’ wil veranderen, kregen de fascisten gek genoeg ook geen voet aan de grond. In Limburg, waar de sympathie voor FvD vrij groot is, haalde de partij op de meeste plaatsen niet meer dan een zetel. Maar de fascisten hebben op veel plaatsen voet aan de grond gekregen die ze zullen gebruiken om hun macht verder uit te bouwen. Baudet hield zijn achterban tijdens de verkiezingsavond voor dat de electorale doorbraakjes het begin zijn van de verdere uitbouw van zijn beweging. FvD gaat ‘doen waar we voor opgericht zijn’, aldus Baudet, dat wil zeggen: een lokale zuil bouwen, met een eigen community, ‘sportclubs’, ‘ondernemersverenigingen’ en wat dies meer zij. FvD zal zijn posities met andere woorden gebruiken als een springplank voor fascistisch straatactivisme dat zal leiden tot een toename van intimidatie en andere vormen van extreemrechts politiek geweld op lokaal niveau.

Lichtpuntjes

Behalve de extreemrechtse partijen hebben vooral veel nieuwe, lokale, vage en/of kleine partijen kunnen profiteren van de algemene politieke malaise en de crisis van politieke vertegenwoordiging. Volt deed het bijvoorbeeld heel goed, ondanks het feit dat het stel yuppies dat die partij leidt in de kwestie Gündogan overtuigend heeft aangetoond nog te incompetent te zijn om hun veters te strikken. De Partij voor de Dieren, dat al sinds haar oprichting een onmiskenbaar bewijs is van het failliet van het Nederlandse parlementaire systeem, wist haar zetelaantal te verdubbelen.

De lichtpuntjes in de verkiezingsuitslag waren schaars, maar daarom des te helderder. BIJ1 wist ondanks een mediaboycot in vier gemeenten zetels te halen. In Amsterdam, waar de partij zich de afgelopen vier jaar heeft bewezen, haalde de partij 3 zetels. In Rotterdam en in Almere komt BIJ1 uit het niets met twee zetels in de raad. En ook in Utrecht wist de partij een zetel te winnen. De socialistische initiatieven in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht wisten helaas nergens een zetel te halen, al was de steun voor de socialisten vooral in Rotterdam, waar een procent van de kiezers op Socialisten 010 stemde, alsnog niet onaanzienlijk.

Oppositie

Al met al onderstrepen deze verkiezingen dat er een grote onvrede is over de heersende politiek, maar het overgrote deel van de linkse partijen vertegenwoordigt geen werkelijk alternatief en is daarom onaansprekend. Dat leidt tot een een verdere politieke fragmentatie waar extreemrechts bij gebaat is en die de fascistische dreiging vergroot. De winst voor BIJ1 is iets om op door te bouwen.

Maar we moeten als links niet in de val trappen te denken om dat in uitsluitend parlementaire termen te zien. De voorgaande kabinetten – in het bijzonder Rutte II – hebben steeds meer overheidstaken afgeschoven naar de gemeenten, zonder dat er voldoende geld is om die uit te voeren. Op die manier bijvoorbeeld de Jeugdzorg verder worden uitgekleed, zonder er de politieke verantwoordelijkheid voor te dragen. De Gemeentewet verbiedt gemeenten bovendien om inkomensafhankelijke belastingen te heffen, waardoor gemeentebelastingen grotendeels uit nominale bedragen bestaan en waardoor de armsten relatief veel meer belasting moeten betalen dan rijkere bewoners. Deze combinatie van factoren zorgt ervoor dat links gemeentebeleid effectief onmogelijk is gemaakt. Collegedeelname kan er alleen maar toe leiden dat links zich verantwoordelijk gaat maken voor rechts beleid. Vervolgens is dan de neiging om dat te gaan maskeren of vergoelijken – dat is precies het soort oneerlijke politiek dat de geloofwaardigheid van links heeft ondermijnd.

Hoewel de druk om ‘verantwoordelijkheid te nemen’ groot kan zijn, zouden we als links dit soort mechanismen bloot moeten leggen en als basis moeten gebruiken om uit te leggen dat het onze taak niet is om dit disfunctionele systeem te gaan managen en ons verantwoordelijk te maken voor beleid dat het onze niet is. Links zou de gemeenteraden juist moeten gebruiken als podium om het geluid van de sociale bewegingen te versterken, om schandalen aan te kaarten en om te bouwen aan een fundamentele oppositie – in de raad en op straat.

Jij wilt ons nieuws.





    Je emailadres is vereist.