Gemeenten gebruiken pandemie om demonstratierecht uit te hollen

In de aanloop naar het klimaatalarm op 14 maart nemen gemeenten in het hele land vergaande maatregelen om het demonstratierecht in te perken. Deze beperkingen dreigen de staat en extreemrechts verder te versterken.
11 maart 2021

Op het Malieveld in Den Haag is ruimte voor 100 demonstranten. Op het Jaarbeursplein in Utrecht voor 200 mensen. Tijdens de actie in Nijmegen mogen klimaatactivisten geen versterkte muziek spelen. En het klimaatalarm in Amsterdam wordt beperkt tot 500 mensen en mag niet in het centrum plaatsvinden. Zomaar een greep uit de beperkingen die voor dit weekend zijn opgelegd. In Groningen valt de limiet van 1500 mensen dan weer samen met de afmetingen van de centraalgelegen Vismarkt.

In reactie op deze grove inperkingen van het demonstratierecht schreven verschillende klimaatorganisaties in een open brief: ‘Voor protesten hoort wettelijk het uitgangspunt te zijn “wat veilig kan”. Demonstraties horen nooit onnodig beperkt te worden. Wij garanderen als Klimaatcrisis Coalitie gedisciplineerde, verantwoorde protesten, want er is veel ervaring met het organiseren van grote en kleinere protesten.’

Woensdag kwamen de gemeenten met een vuile reactie waarin ze doen alsof de organisaties corona niet serieus nemen. De burgemeesters stellen met ‘stijgende verbazing’ de open brief te hebben gelezen en verdraaien de boodschap door te stellen dat de organisaties voorstellen om ‘zonder begrenzing van de groepsgrootte’ te protesteren. Zij verzekeren ons ervan dat de beslissingen om ‘op verschillende locaties verschillende aantallen toe te laten lokaal zorgvuldig en met respect voor het belang om ook in deze tijd te kunnen demonstreren (is) genomen.”

Beperkingen

Voor de grove inperkingen verschuilen de gemeentes zich achter het coronabeleid, maar linkse activisten hebben laten zien veilige en massale protesten te kunnen organiseren. Na het Black Lives Matter protest op de Dam waar onverwacht veel mensen op afkwamen, werden door het land massale protesten georganiseerd. Zo kwamen er 3.500 mensen samen op Jaarbeursplein in het kader van Black Lives Matter en 3.000 op Museumplein in solidariteit met de vluchtelingen in het concentratiekamp van Moria.

De onderbouwing voor de vergaande beperkingen verschilt per gemeente. Zo lijkt gemeente Amsterdam goed op te hebben gelet bij de manier waarop Rutte III het coronabeleid depolitiseert, door zich te verschuilen achter het Outbreak Management Team (OMT). Gemeente Amsterdam zegt de vergaande beperkingen nu op te leggen na overleg met de GGD. Uit getuigenissen van leden van het OMT blijkt dat dit orgaan amper een onafhankelijke rol speelt en het is de vraag of de GGD’s dat wel zijn. In ieder geval zijn ze nooit opgericht om op een willekeurige en selectieve basis grondrechten toe te kennen of te ontzeggen.

Hiernaast proberen gemeenten de coalities voor het klimaatalarm tegen elkaar uit te spelen. Zo gebruikt gemeente Utrecht de aanwezigheid van Extinction Rebellion als voorwendsel om de beperkingen te rechtvaardigen. Burgemeester Dijkstra (PvdA) probeert de klimaatactiegroep als crimineel af te schilderen. Dit terwijl de rebellen met hun acties van burgerlijke ongehoorzaamheid de anderhalvemeter wel consequent in acht nemen – in tegenstelling tot de autoriteiten die hen arresteerden en in overvolle bussen stopten.

De gemeente Amsterdam weigerde maandenlang duidelijkheid te verschaffen aan de organisatoren van het klimaatalarm. Omdat activisten niet wisten of ze op Museumplein terecht konden, maar al wel hoorden dat de omvang misschien beperkt moest worden, meldden ze demonstraties aan op verschillende locaties. Op deze manier valt het aantal reisbewegingen naar een locatie mee, maar Halsema gebruikte dit vervolgens als argument om te stellen ‘dat er weinig vertrouwen is dat de organisator de opgelegde kaders zal naleven.’

Hoe deze beperkingen kunnen uitwerken, zagen we afgelopen zondag tijdens het protest van de Women’s March. Op een locatie waar vorige zomer nog plek was voor 15.000 BLM- demonstranten, mochten van de gemeente nu slechts 500 mensen samenkomen. De organisatie van het protest bewees onze grondrechten geen dienst door dit zelf te handhaven en zich als verlengstuk van de politie op te stellen. Mensen moesten zich aanmelden en activisten die zich niet hadden aangemeld werden weggestuurd.

Dubbele maat

Terwijl delen van links door de gemeente Amsterdam worden geweerd van het Museumplein, kan extreemrechts daar wekelijks haar gang gaan. Op zondag vond er weer het gebruikelijke protest van wappies en nazi’s plaats op Museumplein, met ditmaal ook een extreemrechtse mars voorafgaand vanaf Rembrandtplein. Burgemeester Halsema persoonlijk had de vrijdag hierover afspraken gemaakt met organisator Reijinga, maar was ‘teleurgesteld’ dat de ten minste 700 (!) demonstranten op zondag geen afstand hielden.

Halsema houdt dus activisten die hebben laten zien veilige en grote acties te kunnen organiseren en hun protesten ruim van te voren melden maandenlang aan het lijntje om ze vervolgens buiten het centrum te plaatsen. Maar voor rechtsextremisten die hebben laten zien schijt te hebben aan een verdere verspreiding van het virus, ruimt ze persoonlijk tijd in haar agenda. Elke zondag kunnen zij urenlang op Museumplein samenkomen, voordat hen verzocht wordt ergens anders heen te gaan.

In een gezamenlijke verklaring stellen het Comité 21 maart en het Klimaatalarm Amsterdam hierover terecht dat het ‘geen wonder (is) dat de leiders van deze beweging, zoals de rechtsextremist Willem Engel, dit als een overwinning zien.’ En terecht vragen veel activisten zich af waarom zij demonstraties nog van te voren moeten melden.

Terwijl de grondrechten van links worden ondermijnd, plaatst extreemrechts zich keer op keer boven de wet en komt daarmee weg. Baudet riep zijn achterban publiekelijk op om stemmen te ronselen, maar Minister Ollongren vond een onderzoek vooralsnog niet nodig. Baudet lapt de coronamaatregelen tijdens zijn manifestaties aan de lopende band aan de zijn laars, maar wordt geen strobreed in de weg gelegd. Ondertussen zijn mensen van kleur onder het repressieve coronabeleid vogelvrij. Uit onderzoek van Controle-Alt-Delete en Vrij Nederland blijkt dat 31 procent van de inwoners van Den Haag in een multiculturele straat woont, maar dat hier wel 61 procent van de boetes worden uitgeschreven.

Linkse oppositie

Het is tekenend dat het in Amsterdam en Utrecht ‘linkse’ burgemeesters zijn die het demonstratierecht uithollen. In Utrecht verklaarde de gemeente zelfs dat: ‘Het zit in de haarvaten van ons gemeentebestuur om demonstraties te faciliteren.’ Om vervolgens doodleuk te zeggen dat er natuurlijk wel ‘een balans’ gevonden moet worden. Burgemeester Halsema van Amsterdam riep in februari nog op voor versoepelingen specifiek voor jongeren en het openen van Artis en de terrassen, maar verschuilde zich in antwoord op raadsvragen van Jazie Veldhuyzen van BIJ1 over de beperkingen achter een ‘naderende code zwart’.

Het is belangrijk dat de protesten de komende weken doorgaan en dat de organisatoren van zich afbijten, bijvoorbeeld door ook in beroep te gaan tegen de inperkingen. Maar hier mag het niet bij blijven. Het coronabeleid heeft het kabinet meer ruimte voor repressief beleid gegeven en deze ruimte zal zij niet zo maar weer prijsgeven. Het is belangrijk dat activisten zich niet klakkeloos voegen naar de willekeurige beperkingen die gemeenten opleggen aan linkse demonstraties, maar zich hier collectief tegen verzetten.