Geert Mak in sprookjesland
Geert Maks programmaserie In Europa is over het algemeen een genot om naar te kijken. Weliswaar leverden vakhistorici stevige kritiek op het slordige gebruik van feitjes en de grove generalisaties (zie ook Peter Storms commentaar op deze Hollandse historikerstreit). Maar dat maakt Maks goed bekeken journalistieke wandeling door de twintigste eeuw niet minder interessant. Hij is nu eenmaal een heel goede popularisator, en zijn toegankelijke stijl werkt op het scherm misschien nog wel beter dan op papier.
Bovendien interesseert Mak zich (meestal dan) niet alleen voor de gebeurtenissen aan de top van de maatschappij, maar heeft hij ook oog voor de uitwerking van de geschiedenis op ‘de grote massa’. Die massa neemt meestal wel de vorm aan van zielige, lijdende en misleide mensen, die omdat ze niet luisterden naar wijze waarschuwers als Mak zich massaal het bos in lieten sturen door ‘de slechteriken’. Maar in ieder geval bestaan gewone mensen in Maks verhaal, en dat is al heel wat.
Jammer dus, dat de uitzending over de Russische revolutie van 1917 het gemiddelde historische niveau van een Teleac-cursus niet haalt. Na het zien van Maks aflevering weten we dat Lenin in april 1917 niet op een vliegend tapijt naar Rusland terugkeerde, maar in een Duitse trein. Zijn speech op het Finlandstation werd niet dolby surround versterkt, dus de meeste mensen op het plein konden hem waarschijnlijk niet goed horen. Een interessant feitje, dat waarschijnlijk geldt voor vrijwel elke andere historische toespraak. En we hebben vooral een uur lang gehoord hoe veel werk en geld de Duitse generale staf besteedde om achter de schermen aan te zetten tot een revolutie in het vijandelijke Rusland. Althans, de ‘specialist’ die door Mak wordt opgevoerd ‘kan niet uitsluiten’ dat het om grote bedragen ging. Heel indrukwekkend bewijs, waaruit we kunnen concluderen dat de Amerikanen het subsidiëren van oppositiebewegingen in Oost-Europa, Libanon of Iran niet zelf hebben uitgevonden.
Wat Mak nergens hard kan maken, is dat dit vermeende Duitse geld ook invloed heeft gehad op het verloop van de Russische revolutie. De stelling dat de bolsjewieken voor het uitgeven van hun publicaties en propagandamateriaal afhankelijk waren van buitenlandse subsidie, gaat eraan voorbij dat de partij in acht maanden groeide van een nauwelijks bestaande illegale kern van activisten tot een beweging met 200 duizend leden en een miljoenenaanhang. Net als alle andere bankroete revolutionaire clubjes vonden de bolsjewieken tijdens de revolutie zonder veel problemen de afzetmarkt en het geld om kranten te drukken. Dat is nu het mooie principe van vraag en aanbod.
Maar het is niet zo gek dat Mak de honderdduizenden lezers van de bolsjewistische publicaties over het hoofd zag. Hij is op zijn reisje naar het Finlandstation namelijk de massa als geheel tijdelijk uit het oog verloren. Elke zichzelf respecterende historicus, ook een conservatieve, moet toegeven dat de grote steden in Rusland tussen februari en oktober 1917 bruisten van activiteit. Er waren demonstraties, massabijeenkomsten in fabrieken, sovjets of raden waarin democratisch besloten werd over vrijwel alles van de regeling van de post tot de koers van de revolutie. En er was een spontane halve opstand in juli, die de bolsjewieken onder Lenins leiding afremden omdat de steun buiten de grote steden voor een nieuwe revolutie nog te klein was. Saillant detail is dat de laster over het Duitse geld achter de bolsjewieken voor het eerst in omloop werd gebracht na het neerslaan van deze premature opstand. Trotski schreef daarover al in zijn magistrale geschiedenis van de Russische revolutie.
Maar over de redenen voor de activiteiten en de schuivende sympathieën onder de massa’s horen we bij Mak helemaal niets. Niets over de onvrede onder de soldaten over het feit dat de impopulaire oorlog doorging. Niets over de spontane bewegingen op het platteland, die in feite al voor oktober 1917 de basis onder de gematigde voorlopige regering wegsloegen. Niets over de Franse en Britse druk op diezelfde gematigde socialisten en de grote militaire en financiële steun die deze landen gaven aan de tegenstanders van de revolutie. Maar ja, Duits geld klinkt natuurlijk ook enger dan Frans geld.
Mak wil graag de stalinistische sprookjes over 1917 weerleggen, waar inmiddels toch al geen gezond mens meer in gelooft. In plaats daarvan lepelt hij kritiekloos alle westerse koude-oorlogssprookjes op. En die sprookjes doen het helaas maar al te goed. Zelfs onder heel intelligente mensen, zoals Mak.