Geen ruimte voor racisme!

Vandaag kwam het nieuws naar buiten dat een jonge moslima geweigerd werd bij uitzendbureau ‘All-in’ vanwege haar hoofddoek. Het uitzendbureau voerde vervolgens racistische ideeën van de Poolse klanten op als excuus. Maar het is juist Nederland dat een racismeprobleem heeft. Drie redenen om mee te doen met de demonstratie op 22 maart in het kader van de internationale dag tegen racisme.
7 februari 2014

Foto: Protest tegen racisme, 19 maart 2011 (door Jos van Zetten)

Door Ewout van den Berg

1. Racisme is een veel te alledaags verschijnsel

De ontwikkelingen rond racisme in Nederland geven een dubbel beeld.Enerzijds lijkt het racisme onder de bevolking als geheel af te nemen.Het Sociaal Cultureel Planbureau publiceerde in december een onderzoek dat liet zien hoe steeds minder mensen in Nederland moeite lijken te hebben met het grote aantal verschillende nationaliteiten in Nederland. In 2002 gaf bijna de helft van de ondervraagden aan hiermee een probleem te hebben, terwijl dit nu minder dan een derde is.

Tegelijkertijd zien we dat de racistische minderheid verder verhardt. Uit cijfers van het Verwey-Jonker Instituut blijkt dat het aantal racistische incidenten in 2012 met een kwart is toegenomen ten opzichte van 2011.

Dezelfde verharding zien we ook uit de reacties op Quinsy Gario en Anouk. Vorige maand kwam daar de 17-jarige diabetespatiënt Yosra bij. Zij werd vorige maand aangehouden in een Hema omdat ze voor een junk werd aangezien toen ze in een pashokje insuline spoot.

Onder druk van publieke woede bood de Hema een week later excuses aan voor de arrestatie. Op een onlineforum schreef een collega van de beveiligers over de arrestatie: ‘Echt weer zo een buitenlander streek. Als het aan mij zou liggen komen ze de winkel niet eens meer binnen.’

Maar het probleem gaat verder dan individuele opvattingen van beveiligers. Toen Yosra op het politiebureau haar medicijnen liet zien zei een agent: ‘Dat is vast een truc om eerder weg te mogen uit de cel. Dat doen veel allochtonen.’

De politie zegt dat dit gelogen is, maar hun geschiedenis spreekt tegen hen. Het incident komt maanden na het nieuws van oud-agenten dat de Haagse politie in de Schilderswijk structureel racistisch geweld gebruikt tegenover (al geboeide) arrestanten. Doordat korpsleiding en VVD-burgemeester van Aartsen stil blijven, groeit het zelfvertrouwen van racistische agenten. Zij worden nog eens gesterkt in hun ideeën door de politiek.

2. Gevestigde politiek is onderdeel van het probleem

De PVV is in peilingen even groot als de PvdA en VVD samen. Maar racistische opvattingen worden ondertussen door het hele politieke spectrum omarmd. Een initiatief in Amsterdam om de opkomst tijdens gemeenteraadsverkiezingen te verhogen onder ‘jongeren, internationals en allochtonen’ werd na een mediastorm aangepast. Het argument was dat de campagne vooral de PvdA stemmen zou opleveren. CDA’er Marijke Shahsavari is bang voor een grotere verkiezingsopkomst: ‘Als een etnische groep plotseling massaal gaat stemmen is de verkiezing geen afspiegeling van de samenleving meer.’

Maar de PvdA gebruikt evengoed rechtse retoriek om stemmen te winnen. In een interview met de NRC zei voorzitter van de deelraad van Amsterdam Nieuw-West, Baâdoud, dat de oorsprong van criminaliteit ‘bij de opvoeding ligt’. Hij heeft aan minister Hennis-Plasschaert voorgesteld een legerkazerne in zijn wijk neer te zetten om Turks-Nederlandse jongeren ‘discipline’ bij te brengen. Bij Baâdoud geen woord over de werkloosheid die bij dezelfde jongeren in Nieuw-West boven de veertig procent ligt. Zo gebruiken politici racisme om mensen te verdelen en de aandacht af te leiden van werkelijke problemen.

3. Om het momentum rond racisme te vertalen naar de straat

Door het moedige werk van zwarte activisten is racisme weer onderwerp van discussie geworden. Dit is een positieve ontwikkeling, maar om verandering af te dwingen moeten we de druk op politici opvoeren. Op zaterdag 22 maart wordt er in Amsterdam gedemonstreerd in het kader van de internationale dag tegen racisme de dag ervoor. Die dag werd uitgeroepen door de Verenigde Naties in reactie op de protesten tegen de pasjeswetten in Sharpeville, Zuid-Afrika, waarbij 69 mensen werden gedood door politiekogels.

Vorig jaar op 23 maart gingen meer dan 3000 mensen de straat op tegen het Nederlandse vluchtelingenbeleid. De coalitie die dit organiseerde bestond naast vluchtelingen zelf uit meer dan tachtig organisaties: linkse partijen en organisaties, vakbonden, kerken, moskeeën en vluchtelingenorganisaties. De doelen van groepen liepen hierbij uiteen van het opheffen van elke vorm van migratiebeperking tot het eisen van een ‘humaner’ asielbeleid.

Met een grote en brede demonstratie op 22 maart tegen racisme zetten we niet alleen de politiek onder druk, maar komen we ook in contact met veel meer mensen die in actie willen komen tegen racisme. De oproep van het 21 maart Comité combineert een brede analyse over de opkomst van extreemrechts in Europa aan concrete eisen uit campagnes rond bijvoorbeeld etnisch profileren en Zwarte Piet.

In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen legt dit protest de vinger op de zere plek: Nederland heeft een racismeprobleem en het wordt hoog tijd de strijd ertegen weer serieus te nemen.