Geen einde aan crisis in Honduras

Honduras bevindt zich al maanden in een voortslepende crisis. Een overeenkomst die in onder toezicht van de VS was gesloten, had een einde moeten maken aan de militaire coup tegen Manuel Zelaya en de onderdrukking die daarop volgde. Maar deze is afgelopen weekend op losse schroeven komen te staan. Shaun Joseph analyseert de ontwikkelingen.
10 november 2009

HONDURAS/

Een politieke crisis van vier maanden leek tot een einde te komen met de ondertekening van een verdrag door vertegenwoordigers van de wettelijke president Manuel Zelaya en de leider van de coup, Roberto Micheletti. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Hillary Clinton, feliciteerde het volk van Honduras met deze ‘historische overeenkomst’, en onderstreepte haar eigen rol in de totstandkoming ervan.

De organisatie die van onderop geprotesteerd heeft tegen de coup was verheugd over het feit zat Zelaya in zijn ambt hersteld zou worden. Er was sprake van een ‘overwinning van het volk […] over de oligarchie die de coup steunde’, aldus dus de aanhangers van Zelaya. Toch was de terugkeer van Zelaya niet formeel gegarandeerd.

Het verdrag voorzag in een regering van nationale eenheid en verzoening, bestaande uit vertegenwoordigers van verscheidene politieke partijen en sociale organisaties. Deze regering zou uiterlijk 5 november aantreden, maar het afgelopen weekend liet Micheletti weten bezig te zijn een regering van nationale eenheid te vormen, zonder Zelaya en diens aanhangers daarin te betrekken. Dit betekent eveneens dat een ander onderdeel van het verdrag, de terugkeer naar de machtssituatie van voor de coup van 28 juni, niet nageleefd zal worden. Ook andere afspraken zijn nu op losse schroeven komen te staan.

De rol van de VS

Het leek er aanvankelijk op dat de coup teruggedraaid zou worden toen Zelaya op 28 september terugkeerde in Honduras, maar de aanhangers van de coup, de ‘golpistas’, waren ook daarna nog in staat om protesten in steden als Tegucigalpa (de hoofdstad van Honduras) en San Pedro Sula de kop in te drukken. Een dag voor Zelaya’s terugkomst werd bijvoorbeeld de staat van beleg afgekondigd, waardoor Hondurezen hun rechten als burger verloren. Onder druk van binnen- en buitenland beloofde Micheletti dit besluit terug te draaien, maar dit besluit is nooit officieel gemaakt. In feite is hetzelfde gebeurd met de laatste overeenkomst: Micheletti zegt ‘ja’ maar doet nee.

Toch was deze overeenkomst tot stand gekomen door persoonlijk ingrijpen van Amerikaanse vertegenwoordigers, zoals de staatssecretaris van buitenlandse zaken Thomas Shannon en de voorzitter van de Amerikaanse Nationale Veiligheidsraad, Daniel Restrepo. Door deze druk uit het Witte Huis kwam er op 2 oktober eindelijk een overeenkomst tot stand. Hieruit blijkt dat de regering-Obama veel eerder had kunnen ingrijpen, en dus in feite de coup wekenlang gesteund heeft door te zwijgen – iets wat de aanhangers van Zelaya al veel langer beweerden.

Het valt daarom niet te verwachten dat de Amerikaanse regering nu een heel harde positie in zullen gaan nemen. De staatssecretaris van buitenlandse zaken, Shannon, staat op de nominatie om ambassadeur van Brazilië te worden, iets wat hem alleen zal lukken met steun van de Republikeinen, en veel Republikeinen staan welwillend tegenover de coup. Shannon heeft persoonlijk dus redenen om de golpistas niet te hard te vallen.

Het verzet

De vraag is vooral hoe de oppositie zal reageren. Juan Barahona, de leider van het verzet tegen de coup, zei nog op 30 oktober dat de terugkeer van Zelaya in de presidentsstoel een absolute voorwaarde was voor het houden van nieuwe verkiezingen – een ander onderdeel van het verdrag. Nu dit niet gebeurd is, komt uit wat Marcia Facussé de Villeda, vice-president van het Hondurese Nationale Congress (het wetgevende orgaan) en een van de steunpilaren van de elite in Honduras, al eerder had gezegd: ‘Zelaya zal niet in zijn ambt hersteld worden; ik denk het niet’. Ook andere supporters van de coup lieten al weten dat dit waarschijnlijk niet zou gebeuren.

Verzetsorganisaties voelen zich nu niet gebonden door het verdrag: Barahona had zich al medio oktober teruggetrokken. Dit opent dus perspectieven voor verzet. De beweging die opkwam voor Zelaya bestaat niet louter uit aanhangers van Zelaya zelf. Dit volkfront kwam spontaan op toen Zelaya niet in het land was en wordt geleid door vertegenwoordigers van volksorganisaties van arbeiders, en niet door politici.

Het verzet tégen de coup is de bindende kracht. Ze legde zich dan ook niet neer bij een ander onderdeel van het verdrag, dat Zelaya ertoe noopte af te zien van zijn eis dat er een nieuwe grondwet moet komen. ‘Het recht om een vergadering bijeen te roepen die moet voorzien in een nieuwe grondwet is een onvervreemdbaar recht van het Hondurese volk, en daarvoor zullen we blijven vechten in de straten’, aldus het volksfront in een verklaring van 30 oktober.

Tot nu toe heeft het verzet altijd opgeroepen nieuwe verkiezingen te boycotten, en daarmee zal het ongetwijfeld doorgaan. Een bijkomende reden om dat te doen is dat er via de verkiezingen niemand verkozen zal worden die tegen de oligarchie zelf is: het zijn vooral de vertegenwoordigers van het conservatieve platteland en van de touristische gebieden die gekozen zullen gaan worden, terwijl er weinig mensen zullen meedoen die opkomen voor grote delen van de bevolking die in armoede leven.

Het volksfront was niet in staat een effectieve opstand te organiseren toen Zelaya het land weer binnen mocht komen, hoewel het zelfvertrouwen toen op een hoogtepunt was. De weken die volgden lieten zien dat de tegenbeweging ook niet zelfstandig in staat was een verdrag af te dwingen: dat kwam pas tot stand toen de VS zich ermee bemoeide. Toch greep de VS alleen in omdat het verzet zich weigerde bij de zaken neer te leggen. Dat kan alleen door goede organisatie en door het brengen van offers. En daarin schuilt voorlopig de enige hoop voor een rechtvaardige toekomst van Honduras, want van de VS valt weinig concrete steun te verwachten. Er is bovendien een grote kans dat het verzet inspiratie zal ontlenen aan de anti-imperialistische wind die door grote delen van Latijns-Amerika waait.

Originele artikel op SocialistWorker.org / Bewerking door Dirk van Miert